Cor Minnaard (*)
Paragraaf 2.2. van het Regeerakkoord 2017-2021 van de coalitie van VVD, CDA, D66 en CU heet Vernieuwing van het pensioenstelsel en heeft als openingszin: Nederland heeft een sterk pensioenstelsel. Tot zover geen reden voor ongerustheid. Wat daarna volgt is echter (niet verrassend) een voortzetting van het onder Rutte II in gang gezette beleid: afschaffing van de zogenaamde doorsneesystematiek, invoering van een pensioencontract met een persoonlijk pensioenvermogen en meer ruimte voor keuzevrijheid voor deelnemers.
Deze voorstellen komen zoals gezegd niet als een verrassing omdat ze voortbouwen op de door de Sociaal Economische Raad (SER) uitgebrachte rapporten uit 2015 en 2016. Daarmee hebben zowel werkgevers- als werknemersorganisaties, ook de FNV, zich in feite al gebonden aan de hiervoor genoemde punten. Steeds duidelijker wordt dat de voorgestelde maatregelen tot meer onzekerheid en verslechteringen leiden van de pensioenuitkeringen. Daarom hebben (kader)leden van de FNV het initiatief genomen om hun zorgen daarover te uiten o.a. via een Open Brief aan het FNV-bestuur en door het oprichten van diverse actiecomité's in het land. De zorgen worden inmiddels ondersteund door steeds meer organisaties en deskundigen en komen samengevat op het volgende neer:
De doorsneesystematiek in ons pensioenstelsel houdt in dat (binnen een bepaalde bedrijfstak) voor alle werknemers ongeacht hun leeftijd eenzelfde percentage van het salaris aan pensioenpremie wordt betaald. Kabinet en SER zijn van mening dat de doorsneesystematiek zou moeten worden afgeschaft omdat deze systematiek oneerlijk zou zijn met name voor jongeren.
Erik Lutjens, hoogleraar Pensioenrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam, is het daar niet mee eens: "In de doorsneesystematiek bouwen alle werknemers met eenzelfde salaris dezelfde pensioenaanspraak per jaar op onafhankelijk van hun leeftijd. De werknemer van 25 jaar krijgt exact dezelfde pensioenaanspraak als zijn 55-jarige collega met hetzelfde salaris. Enige vorm van benadeling van jongeren versus ouderen ontbreekt, net zo min als jongere werknemers oudere werknemers subsidiëren". (Magazine Pensioen Pro van 26 oktober 2016).
Ook het argument van het kabinet dat het afschaffen van de doorsneepremie gunstig zou zijn voor werknemers die halverwege hun loopbaan verdergaan als zzp'er, wordt door Lutjens ontkracht. Hij stelt dat dit juist tot ernstig nadeel voor de zelfstandigen leidt omdat de mogelijkheid om deelneming in het pensioenfonds tegen betaling van een doorsneepremie voort te zetten dan vervalt.
Bernard van Praag (emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam) concludeert o.a. "dat het opheffen van de doorsneepremie (...) waarschijnlijk zal leiden tot lagere pensioenen voor iedereen. Bovendien komt de stabiliteit van het stelsel in het gedrang".
Het opheffen van de doorsneesystematiek leidt voor grote groepen pensioendeelnemers tot financieel nadeel. Om dat te compenseren is 60-100 miljard (!) euro nodig. In het regeerakkoord wordt daarover opgemerkt: "Het kabinet zal financieel bijdragen aan het opvangen van de lasten van de afschaffing van de doorsneesystematiek (...) door de fiscale kaders tijdelijk te verruimen". Onduidelijk blijft hoeveel het kabinet daadwerkelijk gaat bijdragen aan het betalen van deze rekening die het zelf veroorzaakt. Gevreesd moet worden dat de opgebouwde vermogens van de pensioenfondsen hiervoor zélf zullen worden aangesproken. In plaats van met een stevig protest hiertegen komt de FNV met een slappe reactie: "De FNV ziet onvoldoende financiële bijdrage van de overheid hierbij".
"Voortbouwend op de (...) rapporten van de SER wil het kabinet het pensioenstelsel hervormen tot een meer persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling, (...)". Over de invoering van persoonlijke of individuele pensioenrekeningen bestaat nog veel onduidelijkheid. Hoe wordt zo'n rekening gevuld, op welke manier wordt het rendement op het individuele spaargeld bijgeschreven en hoe wordt dat rendement berekend?
Wordt daarbij gekeken naar een gemiddeld rendement over een langere periode of naar de actuele marktrente? En wordt rekening gehouden met verschillen in risicoprofielen tussen jongere en oudere deelnemers? En wat doet men wanneer blijkt dat juist vóór de pensionering het saldo op die individuele rekening door toevallige fluctuaties onvoldoende is om het toegezegde pensioen uit te betalen, of wanneer dat saldo door goede rendementen veel hoger is dan vereist voor de uitbetaling van het toegezegde pensioen?
Meer transparantie wordt door het kabinet als één van de motieven gebruikt voor het invoeren van het nieuwe stelsel. En die transparantie zou kunnen worden gerealiseerd door het bedrag zichtbaar te maken dat men individueel spaart op een persoonlijke pensioenrekening. Maar eerder is het andersom: in de huidige uitkeringsovereenkomst is duidelijk wat er jaarlijks wordt opgebouwd voor een beoogde pensioenuitkering, terwijl in de voorgestelde premieregeling volstrekt onduidelijk is hoeveel pensioen het gaat opleveren.
Hoewel dus gesuggereerd wordt dat er door de invoering van de 'persoonlijke pensioenpotjes' meer duidelijkheid voor de pensioendeelnemers ontstaat wordt de kritiek ook hiertegen steeds duidelijker. Er ontstaat meer onzekerheid over de hoogte van het pensioen, verwacht ook o.a. hoogleraar pensioenen Roel Beetsma: "In het huidige systeem deel je alle mogelijke risico's over alle leeftijdsgroepen. Zo spreid je de onzekerheid. Dat is in het nieuwe systeem waarschijnlijk beperkter. Je krijgt bijvoorbeeld renteschokken meer voor je eigen kiezen". (BN DeStem 01/09/2017). Met andere woorden: het kan niet anders of de FNV zit in haar maag met het SER-rapport uit 2016: 'Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling'.
"Het kabinet wil meer ruimte bieden voor keuzevrijheid en zal onderzoeken of en hoe het in het vernieuwde stelsel mogelijk is om een beperkt deel van het pensioenvermogen op te nemen als een bedrag ineens bij pensionering".
De keuzevrijheid waarmee deze coalitie schermt is een derde drogreden voor het gewenste nieuwe stelsel. De keuzes waarop wordt gedoeld leiden immers allemaal tot een lager pensioen; en ja, je kunt zeggen dat dit tot de individuele keuzevrijheid van mensen moet worden gerekend.
Maar wat betekent het als de deelnemer de vrijheid krijgt om zelf met het opgebouwde vermogen te gaan beleggen of er een andere bestemming aan geeft, zoals het aflossen van een (deel van de) hypotheek zoals Klaas Knot van DNB voorstelt? (BN DeStem 17 oktober 2017.)
Bernard van Praag: "De kans is dan groot dat het individu tenslotte te weinig pensioen heeft opgebouwd en dat de maatschappij (bedoeld wordt de belastingbetaler, nvdr) met het verlenen van bijstand zal moeten inspringen". Terecht daarom de zin in het FNV persbericht: "De FNV is van mening dat pensioengeld voor pensioen bestemd moet blijven".
Hoewel de discussie over het nieuwe stelsel al jaren aan de gang is zou die ongetwijfeld anders zijn gelopen als niet de indruk was gewekt dat de pensioenfondsen er slecht voor staan. Door te doen alsof (door de financiële crisis) de fondsen steeds meer problemen hebben gekregen om aan hun verplichtingen te voldoen werd het vertrouwen minder en de roep om een nieuw stelsel harder. Ten onrechte blijkt ook dit steeds duidelijker.
Immers, de fondsen staan er beter voor dan ooit, de rendementen zijn meer dan voldoende om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Dat het lijkt alsof dat niet zo is komt alleen door het feit dat de overheid hen verplicht een lage risicovrije rente toe te passen (momenteel ca. 1,5%) voor het berekenen van de bedragen die nodig zijn om in de toekomst de pensioenen uit te kunnen betalen. Die rekenrente heeft niets te maken met de werkelijke rendementen van de fondsen (al jaren ca. 6 á 8%) en wordt daarom o.a. door professor van Praag als surrealistisch betiteld. Gevolg van het gebruiken van die rekenrente is dat de pensioenen al jaren niet meer zijn geïndexeerd of zelfs zijn verlaagd.
Hoewel de FNV in haar persbericht opmerkt "Voor de FNV is een goed pensioen een geïndexeerd pensioen", hebben we de oproep aan de politiek om te stoppen met die rare rekenrente en snel weer over te gaan tot indexeren van de pensioenen, de laatste tijd niet of nauwelijks gehoord!
De afgelopen weken werden de geluiden vanuit de pensioenfondsen zelf ook steeds kritischer. Naar aanleiding van een tussentijdse rapportage van de Pensioenfederatie aan de SER komt o.a. naar buiten: "De deelnemende fondsen zelf zijn ontevreden, vanwege een gebrek aan stabiliteit. De gemiddelde pensioenuitkomsten zijn vergelijkbaar met het huidige systeem maar de uitschieters zijn groter". Bestuurder Jan Berghuis van PMT, het pensioenfonds voor de metaalsector, voorziet problemen: "In het nieuwe stelsel moet je bij een dekkingsgraad onder de 100 procent meteen korten. Dat maakt de uitkering van pensioenen heel schommelend, dus onzeker".
De afschaffing van de doorsneesystematiek is een "forse en onnodige ingreep", menen werkgevers en werknemers in de bouw. Over de overgang naar persoonlijke pensioenvermogens is het pensioenfonds Bouw 'bezorgd'. Het nieuwe stelsel met persoonlijke vermogens geeft deelnemers minder helderheid over hun pensioeninkomen, aldus het fonds. (PensioenPro 19 oktober 2017)
PfzW directeur Peter Borgdorff lijkt zijn standpunt van enkele jaren geleden te hebben verlaten. Toen (2014) gaf hij nog te kennen weinig op te hebben met 'persoonlijke spaarpotjes'.[1] Nu lijkt hij daar positiever tegenover te staan: "Dat persoonlijk pensioen kan helpen het vertrouwen in ons pensioenstelsel te versterken. Want u ziet dan zonneklaar wat er met uw geld gebeurt". Inderdaad: u ziet dan dat het pensioen onzekerder wordt!
En wat zien we van die kritische geluiden terug in de reguliere media? Bijvoorbeeld: NOS 19 oktober 2017. De pensioensector heeft over het algemeen positief gereageerd op het regeerakkoord van het nieuwe kabinet. En van de kritische geluiden vanuit de vakbond zelf, de kritiek van bijvoorbeeld de KBO- Brabant, de Stichting Pensioenbehoud en een aantal pensioenactiegroepen in het land die het manifest steunen dat is opgesteld door Rob de Brouwer (19 mythes en onwaarheden over ons pensioen, Rob de Brouwer, 2016) waarin kabinet, politiek en sociale partners worden opgeroepen géén afstand te nemen van het huidige pensioenstelsel en de solidariteit die er aan ten grondslag ligt te behouden. Over al deze kritische geluiden nog weinig gehoord en gezien in de media.
Nu steeds luider de kritiek klinkt, zowel van binnen als buiten de FNV, op die zogenaamde vernieuwing van het pensioenstelsel, staat de FNV voor een uitdaging: vasthouden aan de binnen de SER ingeslagen weg of luisteren naar die kritiek. Terwijl het bestuur van de FNV zegt "grote vraagtekens te plaatsen bij de pensioenplannen van Rutte III" [2] is het daar immers zelf medeverantwoordelijk voor. Een gemakkelijke oplossing voor dat dilemma is er misschien niet maar nu 'de vrienden van de PvdA' geen deel meer uitmaken van de nieuwe coalitie, vergemakkelijkt dat wellicht een echte kritische opstelling tegen de onzalige plannen.
Nog meer moed is er voor nodig om te zeggen: "we trekken onze steun aan de SER-plannen in, want we zien nu in dat die plannen niet in het belang zijn van onze leden, niet in het belang van jongeren, niet in het belang van andere pensioendeelnemers en niet in het belang van de reeds gepensioneerden. En ook volgens de verontruste kaderleden: niet in overeenstemming met de FNV-pensioennota 'Samen delen, een sterke keuze'.
En dat terwijl het FNV-bestuur kortgeleden nogmaals heeft verklaard dat het FNV-standpunt, ook in de SER, gebaseerd is en blijft op die FNV-pensioennota. Bovendien is als standpunt geformuleerd dat de FNV geen nieuw pensioencontract zal accepteren dat slechter uitpakt dan het huidige systeem. Uitgangspunt blijft collectiviteit, solidariteit en verplichtstelling en geen verslechteringen voor welke generatie dan ook.
Gezien de voorgenomen afschaffing van de doorsneesystematiek, de invoering van persoonlijke pensioenrekeningen en meer keuzevrijheid, zijn de FNV-kaderleden er niet gerust op. Daar komt bij dat ze terecht als principieel punt opvoeren: het opgebouwde pensioenvermogen is tot stand gekomen door ingelegde premies van de pensioendeelnemers en de daarop behaalde rendementen. Het is eenvoudig uitgesteld loon en de deelnemers moeten daarover zeggenschap hebben en niet de politiek! Werkgevers en werknemers moeten dus samen besluiten nemen over de vernieuwing c.q. verbetering van het pensioenstelsel. Want hun opvatting is niet dat "alles bij het oude moet blijven", zoals het verwijt vaak klinkt naar de critici.
Vernieuwing van het pensioenstelsel is wel degelijk aan de orde. Maar die vernieuwing moet leiden tot verbeteringen en meer vertrouwen en niet tot meer onzekerheid en verslechtering van de pensioenuitkeringen. Weg dus met de pensioenplannen van het kabinet en de SER.
En gezamenlijk de schouders onder een verbeterd pensioenstelsel, met behoud van collectiviteit, solidariteit, verplichtstelling en indexering! Samen met steeds meer deskundigen zoals hiervoor genoemd. Jongeren en ouderen samen binnen de FNVorganisatie en samen met organisaties daarbuiten zoals KBO, Stichting pensioenbehoud, Verontruste Ouderen, enzovoort, die inmiddels hun steun hebben betuigd aan het initiatief van de FNV-kaderleden.
Samen moeten zij strijden voor een verbeterd pensioenstelsel met handhavingen zonodig verbetering van de doorsneesystematiek, aansluiting van zoveel mogelijk flexwerkers en zzp'ers bij een pensioenregeling, weg met de idiote rekenrente en vaststellen van een berekeningssystematiek die recht doet aan de werkelijke rendementen van de pensioenfondsen.
"Na de bekendmaking van het regeerakkoord zijn bij de FNV de alarmbellen afgegaan" stond in de kop van de uitnodiging voor een kaderbijeenkomst van de FNV op 16 oktober jl. Het zou het FNV-bestuur daarom sieren als ze de FNV-kaderleden van het Actiecomité 'Red het pensioenstelsel' gaat ondersteunen en hun leus onderschrijft: 'Voor jong en oud een goed pensioen, handen af van onze poen!'.
Een begin is gemaakt, het FNV bestuur onderschrijft inmiddels de eis dat de pensioenen weer moeten worden geïndexeerd. Voor de andere punten zal de strijd moeten voortgaan.
[1] http://pfzw.typepad.com/blog/2014/05/samen-of-alleen.html
[2] https://www.fnv.nl/sector-en-cao/alle-sectoren/senioren/nieuws/Reactie-op-pensioenplannen-in-regeerakkoord-Rut-te-III/
(*) Cor Minnaard is kaderlid FNV-Senioren West-Brabant, 19-10-2017