Ter nagedachtenis van het eerste jaar sinds het overlijden van Fidel Castro, de leider van de Cubaanse Revolutie, wordt er in Manifest een reeks toespraken en reflecties van Fidel gepubliceerd die vandaag de dag belangwekkend zijn, als eerbetoon aan zijn visie en zijn onvermoeibare strijd ter verdediging van de mensheid.
We beginnen met zijn toespraak op de United Nations Conference on Environment and Development (UNCED) op 12 juni 1992 in Rio de Janeiro.
"Mr. Fernando Collor de Mello, president van Brazilië, mr. Boutros Ghali, secretaris-generaal van de Verenigde Naties: Een belangrijke diersoort wordt bedreigd door de toenemende, geleidelijke vernietiging van zijn natuurlijke leefomgeving: de mens. We worden ons pas bewust van dit probleem nu het al bijna te laat is om aan te pakken.
Het is goed om te benoemen dat de verantwoordelijkheid voor de grove vernieling van het milieu bij de consumentenmaatschappijen ligt. Zij zijn de erfgenamen van de oude koloniale metropolen en van de imperialistische politiek die ook de armoede en achtergesteldheid geschapen hebben, die tegenwoordig de overgrote meerderheid van de mensheid teisteren.
Deze maatschappijen vertegenwoordigen slechts 20 procent van de wereldbevolking, maar verbruiken twee derde van de metalen en driekwart van de energie die wereldwijd geproduceerd worden. Zij hebben de zeeën en rivieren vergiftigd en de lucht vervuild; zij hebben gaten in de ozonlaag geopend en de atmosfeer gevuld met gassen die het klimaat beïnvloeden, waarvan we nu de desastreuze gevolgen beginnen te merken.
Bossen verdwijnen en woestijnen nemen toe terwijl er jaarlijks miljarden tonnen vruchtbare grond in de zee verdwijnen. Vele diersoorten worden met uitsterven bedreigd. Overbevolking en armoede leiden tot een wanhopige strijd om te overleven, zelfs ten koste van de natuur. De derdewereldlanden kunnen hier niet verantwoordelijk voor worden gehouden: zij waren gisteren nog koloniën en worden vandaag nog steeds uitgebuit en geplunderd door een onrechtvaardige economische wereldorde.
De oplossing kan niet zijn: de ontwikkeling uitstellen van degenen die dat het hardst nodig hebben. De werkelijkheid is dat alle krachten die nu onderontwikkeling en armoede veroorzaken, ook een aanval op de ecologie zijn. Daardoor sterven er elk jaar in de derde wereld tientallen miljoenen mannen, vrouwen en kinderen, meer dan in beide wereldoorlogen.
Ongelijke handelsverhoudingen, protectionisme en buitenlandse schulden zijn ook een aanval op de ecologie en maken de vernietiging van het milieu mogelijk. Een betere verdeling van de rijkdom en van de beschikbare technologie zou de mensheid deze vernieling kunnen besparen. Minder luxe en verspilling in een paar landen zou de armoede en honger in een groot deel van de wereld kunnen verminderen.
Laten we een einde maken aan het afwentelen van de levensstijl en het consumptiepatroon op de derde wereld, wat het milieu verwoest. Laat het menselijk leven rationeler zijn. Laat een rechtvaardigere internationale economische orde ontstaan. Laat de wetenschap werken aan duurzame ontwikkeling, zonder vervuiling. Betaal de ecologische schuld af, niet de buitenlandse schuld. Laat de honger verdwijnen, niet de mensheid.
Wat staat er, nu de zogenaamde dreiging van het communisme niet meer bestaat, en daarmee de reden voor koude oorlogen, wapenwedloop en militaire uitgaven, nog in de weg om deze middelen in te zetten om de ontwikkeling van de derde wereld te bevorderen en de ecologische vernietiging van de planeet een halt toe te roepen?
Laat het egoïsme en het hegemonisme ophouden, evenals de gevoelloosheid, roekeloosheid en bedrog. Morgen zal het te laat zijn om nog te doen wat al lang geleden had moeten gebeuren.
Ik dank u."
Vertaling Matthijs Dröge.