Gedicht: Dan het grijs waar ze op hopen
Henricus Azewijn
Dan het grijs waar ze op hopen
Een gekke bek trekken
aan het einde van de markt
kan iedereen verrekken
ben je niet jezelf maar overwarkt.
Afgebrand, mat voor de deur
om over je te laten lopen
beken je nooit meer kleur
dan het grijs waar ze op hopen.
Gelaten, heet dat, weggekropen koel
in de schulp wat afwezig
met een gemist hoger doel
met wat zou kunnen zijn te druk bezig.
Met schapenwolken naderende regen
drukkende sfeer door een onbekend lot.
Wat moet het zwaarste wegen:
een fijne neus vol snot.
De tanden op elkaar gehouden
doorbijtend door het appeltje te schillen
is het overleven een soort fraude
omdat wij dat toch allemaal willen!
De gekke bek trekt de wil
door een te lange levensloop
staat de doortrekker plotseling stil
schijt de duivel op dezelfde hoop.
Op hoop van zegen dan maar
de markt is doorgestart.
Gansch een volk staat klaar
op de goede plaats, toch?, zit 't hart...
THERAPIE
Driemaal daags een mes trekken
voor een ronde tafel debat
en trek het ongerust ter plekke
ben je geen leven éindelijk zat...