Wanen en werkelijkheid, zwakten en kracht

Een nieuw strijdbaar jaar voor de boeg

i-001-003.jpg
De vakbeweging kan alleen met een offensief voor meer inkomen en betere sociale zekerheid én met een klassenbewuste oriëntatie de aanvallen van de heersende klasse afslaan. Communisten hebben de taak die ontwikkeling lokaal, nationaal en internationaal te versterken. (Foto: FNV Bondgenoten/Flickr/cc/by)
i-003-006.jpg
De partij organiseerde op 25 november jl. een strijdbare conferentie in het teken van 100 jaar Oktoberrevolutie en de lessen voor nu (Foto: Manifest/M.S.)

Wil van der Klift

Een communistische partij en een communistische krant moeten zich niet laten meeslepen door de waan van de dag, maar op basis van ons marxistisch-leninistisch analysekader hoofdzaken van bijzaken scheiden en de juiste prioriteiten stellen. De partij-energie moet een gemeenschappelijke richting krijgen. Het inzicht dat de strijd voor het socialisme daarbij centraal staat en het inzicht in het feit dat de werkende klasse nooit stabiele vooruitgang - en zelfs niet het tegenhouden van verslechteringen - kan bereiken onder kapitalistische verhoudingen.

Ook al zijn er perioden die ogenschijnlijk wijzen op een groeiende economische kracht van dat systeem. Het is allang bekend dat het verval van het kapitalisme in golven plaatsvindt. De kapitalistische crisis vreet gewoon door, zoals de recente schokken op de beurzen weer eens aantoonden. De arbeidersklasse zal verder achteruit worden geslagen als zij niet begrijpt dat de wereld toe is aan een nieuwe fase. Die van het socialisme.

Krant en partij moeten een bijdrage leveren aan de bewustwording van de arbeidersklasse, tegen de wanen van de dag en de kortetermijndoelen in, opdat de werkers gaan inzien dat hun lot onmiddellijk verbonden is met de noodzaak van het omverwerpen van het kapitalisme en het bereiken van een socialistische maatschappij. Dat de hoofdtegenstelling die is tussen de uitbuitende bezittende klasse en de uitgebuite klasse, de slachtoffers van de kapitalistische winsthonger. Duidelijk moet steeds opnieuw worden gemaakt dat het kapitalisme als systeem de oorzaak van de misère is en niet de oplossing. Dat elk meegaan met het systeem de voorwaarden voor verbetering juist verkleint in plaats van - op termijn - de oplossing te bieden.

De massa van de bevolking wordt wijsgemaakt dat de talloze voorbeelden in de media van graaiende managers individuele missers en uitglijders zijn, schandalen van persoonlijke aard, niet als kenmerken van een systeem. Individuele uitglijders van ondernemers en politici dus, niet als structurele kenmerken van een door en door verrot systeem, dat het mogelijk en zelfs wenselijk maakt individuele belangen boven die van het collectief te plaatsen. Of minstens even verderfelijk: dat beweert dat het een uitdaging is regels aan je laars te lappen. Dat het een sport, een uitdaging is om de regels - van de elite wordt er dan nog vaak bij gezegd - te negeren. Vrije jongens toch!? Zonder te begrijpen dat er verschillende soorten regels zijn. Regels die in dienst staan van de heersende klasse en regels die solidariteit en gemeenschappelijkheid dienen. Dat juist goede regelgeving in dienst staat van de arbeidersklasse en van de klassenstrijd. Dat een klassenloze toepassing van het verzet tegen 'elitaire' regelgeving leidt tot verwarring en verloedering. Dat steeds moet worden onderzocht ten dienste van welke klasse de regels voordeel of nadeel brengen.

Krant en partij moeten daarbij een brug weten te slaan naar de voorhoede van de arbeidersklasse in de industrie en naar nieuwe lagen onder de bevolking, met name naar jongeren die immers de grootste slachtoffers dreigen te worden van het kapitalisme. Maar ook naar de verschillende andere groepen die worden uitgebuit. Klassenstrijd is één op één verbonden met de strijd tegen racisme, seksisme en andere opdelingen van de arbeidersklasse die passen binnen de kapitalistische verdeel-en-heers-poitiek. Traditionele arbeiders, met welke achtergrond ook en met welke huidskleur, en nieuwe lagen die steeds vaker tegen de gevolgen van de kapitalistische crisis aanlopen, teleurgesteld raken en op zoek zijn naar verbeteringen. Maar die in hun zoektocht vaak worden verleid om mee te doen met valse beloften en valse tegenstellingen, zoals bijvoorbeeld jong tegen oud. Vaak ook gebaseerd op onjuiste tegenstellingen tussen groepen arbeiders. Mensen als Wilders maken er dankbaar gebruik van. Communisten moeten juist werken aan de eenheid.

Het succesvol opkomen voor je rechten is uiteraard makkelijker gezegd dan gedaan. Zeker als je rekening houdt met het feit dat er sprake is van een opportunistische en verdeelde vakbondsleiding. De vakbondsleiders in de meeste westerse landen, en zeker ook in Nederland, zijn tandeloze polderaars die volop illusies verspreiden over de mogelijkheden van een parlementaire weg naar verbeteringen of behoud van verworvenheden voor de arbeidersklasse. Het parlementaristische geloof dat verbeteringen via 'onderhandelen-zonder-strijdbasis' is in de kringen van de leiding van de FNV volop aanwezig en feitelijk beleid, sinds onder de sociaaldemocraat Kok de weg van sociaal partnerschap en klassenvrede een paar decennia geleden werd ingeslagen, sinds de FNV overwegend is omgeturnd tot een tandeloze sociale ANWB, waarin de oude en nieuwe sociaaldemocraten een grote rol spelen.

Het doel van de organisatie is uit het oog verloren. De vakbeweging moet een strijdorganisatie zijn die opkomt voor de individuele en collectieve klassenbelangen van de arbeidersklasse. Die niet aan de hondenriem van de Haagse politiek kwispelend meeloopt, maar daarentegen moet zorgen dat werkgevers/ondernemers zo min mogelijk kans krijgen de arbeiders uit te buiten. En dat kan alleen door collectieve strijd, door georganiseerd verzet, door het tonen van gezamenlijke kracht, van spierballen, van een gezamenlijke vuist. Zowel direct op de werkvloer tegen de pogingen om arbeidskracht op een koopje te krijgen als tegen hun zetbaasjes in de politiek. Daarvoor is voor alles een werknemersfront nodig dat de vakbondstop onder druk weet te zetten.

Op dit moment is de FNV gewoon één van de instituties die klassenvrede predikt. De nadruk moet liggen op het werken aan vakbondsmacht door het meest bewuste deel van de georganiseerde arbeidersklasse. De inzet moet zijn: zorgen voor een klassengeoriënteerde vakbeweging die ontdaan is van alle sporen van sociaal partnerschap. Zolang daarvoor geen draaiboek wordt gemaakt zullen gebrek aan succes en voortdurende tegenslagen de mobiliteit en strijdwil alleen maar verder onder druk zetten. Zo'n draaiboek kan niet zonder de stip aan de horizon: Systeemverandering en gezamenlijke strijd voor het socialisme.

Het jarenlange media-offensief is erin geslaagd het idee bij grote delen van de arbeidersklasse te verankeren dat socialisme alleen maar negatieve zaken heeft gebracht en zal brengen. Een open, eerlijk onderzoek zal echter al snel tonen dat het socialisme zeer veel positiefs bracht voor de bevolkingen van die landen. Maar dan moet de arbeidersklasse wel bereid zijn om dat onderzoek te doen. Dat geldt nog meer voor de jongeren die bijna geen eigen ervaring hebben met de verworvenheden van het reële socialisme. Het is daarom niet verwonderlijk dat er een groeiend aantal mensen is dat steeds meer vragen stelt bij het kapitalisme en zoekt naar alternatieven.

Zonder aansprekend alternatief, zonder helder perspectief, zonder geloof in een betere (socialistische) wereld, is het begrijpelijk dat er een sfeer ontstaat van gewoon maar 'stilzitten als je wordt geschoren' of hoogstens gezamenlijk in verzet komen als er onmiddellijke herkenbare kortetermijndoelen kunnen worden gesteld: 'handen af van dit of dat concrete doel' zonder verderrijkend perspectief. Natuurlijk is elk onsje minder bezuiniging waard om voor te knokken. Alleen moet duidelijk zijn dat de strijd voor het behoud van het voorzieningenniveau, hoe belangrijk ook, de strijd voor verbeteringen niet in de weg mag zitten en al helemaal niet de noodzakelijke strijd voor werkelijke structurele veranderingen. De strijd voor een ander maatschappelijk systeem die het verrotte kapitalisme moet gaan vervangen.

Communisten moeten door de valse beelden over de werkelijkheid zien heen te prikken en niet meedoen met de burgerlijke verhalen en ideeën van kleine stapjes voorwaarts en veranderingen binnen het kapitalisme. Communisten moeten allereerst hun partij versterken om daadwerkelijk en succesvol te kunnen werken aan een sterkere vakbeweging. Scholing ter hand nemen, enthousiaste jongeren de weg wijzen. Ze wijzen op de gevaren van opportunisme aan de ene kant en radicalisme aan de andere kant. Communisten houden zich bezig met hoofdzaken en laten zich niet meevoeren met het pragmatische kortetermijndenken en de waan van de dag van de vakbeweging en veel 'links-progressieve' partijen en groepen.