Hendrik Kafsack (*)
Een recent artikel in de Frankfurter Allgemeine Zeitung (FAZ) geeft aan dat de nervositeit binnen de Europese Unie groeit. Uit angst om uiteen te drijven roept Duitsland op tot eenheid tijdens de brexit-gesprekken. De belangen van de 27 EU-landen lopen voor een groot deel sterk uiteen.
Tot nu toe hebben de 27 lidstaten van de EU zich eensgezind opgesteld tijdens de brexit-onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk. Afgelopen maandag hadden ze slechts twee minuten nodig om een gezamenlijke lijn uit te zetten voor de geplande overgangsfase na de brexit.
Met het oog op de aanstaande besprekingen over de toekomstige relatie tussen de EU en het VK groeit echter onder de 27 landen de nervositeit over het feit dat de Britten er toch nog in zouden kunnen slagen om de EU-landen tegen elkaar uit te spelen. Vooral Duitsland dringt er daarom op aan dat de EU pas zo laat mogelijk alle details vastlegt, in ieder geval pas na de EU-top in maart. Dit blijkt uit interne documenten over de discussies tussen de EU-staten waarover de Frankfurter Allgemeine beschikt.
De EU mag het heft niet uit handen geven, en moet erop staan dat de Britten eerst hun ideeën duidelijk uiteenzetten, zo staat daarin te lezen. Anders bestaat er een ernstig risico dat de 27 landen uiteendrijven. De lidstaten hebben inderdaad zeer uiteenlopende belangen als het gaat om hun toekomstige betrekking met het Verenigd Koninkrijk. Voor Polen is het bijvoorbeeld van het grootste belang dat de vrijheid van verkeer voor zijn burgers zoveel mogelijk gegarandeerd wordt. Voor Ierland heeft het bewaren van de vrede - het ongehinderd reizen tussen Noord-Ierland en de Republiek Ierland - prioriteit. Duitsland heeft er vooral belang bij dat de handelsbeperkingen in de auto-industrie tot een minimum worden beperkt. [Nederland bij monde van Rutte tracht zoveel mogelijk schade te beperken nu het zonder de VK moet optreden, nvdr]
De EU-landen willen voorkomen dat het Verenigd Koninkrijk misbruik maakt van de discussies over de toekomstige relatie tussen beide partijen, en zo de verschillende EU-staten tegen elkaar uitspeelt. Daarom moet het debat erover zoveel mogelijk vertraagd worden. Aanvankelijk wilde de EU in maart al concrete richtsnoeren opstellen, maar Duitsland, Nederland en nog enkele landen willen nu hooguit vage ideeën formulieren, tenzij de Britse regering opeens een stuk concreter wordt dan ze tot dusver geweest is. Volgens de stukken zullen de richtlijnen die in maart worden opgesteld net zo gedetailleerd zijn als het Britse standpunt toestaat. Michel Barnier, de hoofdonderhandelaar van de EU die recent een ontmoeting had met de Britse onderhandelaar David Davis heeft hier uiteindelijk mee ingestemd.
Het toch al krappe tijdschema voor de gesprekken over de toekomstige relatie tussen de EU en het VK dreigt al voor de daadwerkelijke start van de onderhandelingen onder druk te komen staan. Volgens de EU zou het vertrek van de Britten in maart 2019 worden gevolgd door een overgangsperiode van 21 maanden waarin het Verenigd Koninkrijk een 'lid zonder stemrecht' zou blijven. Niet op de laatste plaats om de economie van het eiland de tijd te geven om zich aan de nieuwe handelsbetrekkingen aan te passen. Dit heeft echter alleen zin als er duidelijkheid heerst over het einde van deze overgangsfase, eind 2020. Hoe meer het begin van de concrete onderhandelingen naar achteren schuift, des te kleiner de kans op een overeenkomst wordt. Onderhandelingen over handelscontracten duren gewoonlijk enkele jaren.Daarbij komt nog dat ook de gesprekken over de uittreding zelf en over de overgangsfase nog niet zijn afgerond.
Daarbij speelt het de EU in de kaart dat de regering in Londen onder grote druk van de Britse economie kan komen te staan als de onderhandelingen niet vlot verlopen. Bedrijven en zelfs hele industrieën dreigen al met concrete stappen om hun productie en banen te verplaatsen als er niet snel duidelijkheid komt over de periode na de brexit. Aan de andere kant heeft de EU er groot belang bij dat er na het vertrek van de Britten uit de EU een constructieve samenwerking blijft bestaan.
Zoals uit de interne documenten blijkt maakt de EU zich ook zorgen over het mogelijke concurrentievoordeel dat de Britten kunnen verkrijgen ten koste van het continent, wanneer zij de arbeidsvoorwaarden, de milieunormen en de belastingtarieven verlagen. Ook bestaat het risico dat de regering in Londen het Verenigd Koninkrijk door middel van subsidies extra aantrekkelijk probeert te maken voor bedrijven en investeerders. Volgens de stukken schiet de bestaande internationale regelgeving tekort om hier adequaat op te reageren. Bij het opstellen van de reglementen is geen rekening gehouden met een in economisch opzicht zo sterke buurman.
Een nauwe band tussen de Britten en de EU zou in de toekomst grote gevolgen kunnen hebben voor de financiën van de EU. Als de Britten blijven meebetalen aan de toegang tot de Europese eenheidsmarkt en voor hun deelname aan bepaalde programma's, zoals het EU-onderzoeksprogramma Horizon, dan heeft de EU in de jaren 2021-2027 meer speelruimte in haar begroting. Het Verenigd Koninkrijk levert echter een dermate grote bijdrage aan het budget van de EU, dat eurocommissaris Günther Oettinger becijferd heeft dat de brexit jaarlijks een gat van maximaal 14 miljard euro in de Europese begroting zou slaan. Als gevolg hiervan zouden boeren en regio's die subsidies ontvangen zich erop moeten voorbereiden dat deze verlaagd worden, zo waarschuwde hij in een interview met Welt am Sonntag. De kortingen op de landbouw- en structuurfondsen zouden vijf tot tien procent bedragen.
Oettinger sprak zich ook uit voor nieuwe eigen inkomsten: geld dat rechtstreeks naar de EU stroomt. Tot nu toe wordt de EU grotendeels gefinancierd door bijdragen van de afzonderlijke landen. "We denken erover na om in de toekomst een klein deel van de door de Europese Centrale Bank behaalde winst bij de uitgifte van bankbiljetten als eigen inkomsten naar het EU-budget te laten stromen." Ook vestigde hij opnieuw de aandacht op zijn voorstel voor een 'plasticbelasting' op verpakkingen.
Bron: Frankfurter Allgemeine, 4 februari 2018. Vertaling Frans Willems.