Vandaag - op 25 februari - herdenken wij de Februaristaking, de massale daad van verzet en solidariteit met onze joodse medeburgers, een schreeuw van verontwaardiging over het gif van racisme en discriminatie dat door de bezetter over Amsterdam werd heen gestort 77 jaar geleden en actueler dan ooit.
De staking is de aftrap voor het jaar van verzet 2018. Dat geeft ons de mogelijkheid om die staking in een wat breder perspectief te plaatsen. In wat voor stad vond de staking plaats?
Op 15 mei 1940 trokken de Duitse troepen via de Berlagebrug Amsterdam binnen. Ruim een vijfde van de arbeiders zat zonder werk, de steun was te laag om van te leven en te hoog om net niet dood te gaan. Er leefden 200.000 stadsgenoten in krotten. Vervallen voor- en achterwoningen. In de Lange- en Korte Houtstraat woonden de joden in vochtige kelders vol ratten en ongedierte. Ik liep daar met mijn neefje Joël langs voddenpakhuizen, zuurinleggerijen, visschrapers, kippenplukkers, voddenopslag en petroleumhandel, een stank, een lucht vol ziektekiemen. Waar lagen die Houtstraten? We bevinden ons er bovenop. De Stopera was het gebied van Vlooienburg. De joodse armoewijk.
Waarom deze introductie? Omdat vanaf de eerste bezettingsdag twee spanningsvelden ontstonden. Een sociale en een politieke. In Amsterdam gingen vanaf 1940 de prijzen langzaam omhoog, o.a. van koffie, thee, rijst, pinda's, olie en petroleum en specerijen. Wie niet in Duitsland wilde werken kreeg geen steun meer. Duizenden leefden in een half illegaal, financieel zwart stelsel. Of als vroege zzp'ers met een armoedig inkomen. Mijn joodse vader ging wandtegeltjes schilderen thuis om het hoofd boven water te houden. Dat leidde tot groeiende sociale spanningen.
Een tweede spanningsveld vormde de anti-joodse maatregelen van de bezetter. Meteen werden joden uit de luchtbescherming verjaagd en begon een onheilspellende registratie van alle mogelijke joodse instellingen en zaken.
In de winter 1940-41 groeiden de sociale spanningen en de weerzin tegen de anti-joodse maatregelen van de nazi's.
Waar barstte de strijd los? Op 20 oktober 1940 bij de werkverschaffing. Mannen, met een minimuminkomen, moesten elke dag om zes uur opstaan en om half acht in het Gooi de grond gaan ontginnen. Zij hielden het voor gezien en legden het werk plat. Met een trein gingen ze terug naar Amsterdam en met 2000 man trokken ze in demonstratie naar de sociale dienst en eisten loonsverhoging. Overheid en Duitsers stonden perplex. Staking in bezettingstijd, ongekend. In lichte verwarring werd de loonsverhoging goedgekeurd.
In diezelfde periode begonnen de vechtpartijen tussen joodse kooplieden en de knokploegen van de WA, die op het Waterlooplein kraampjes van joodse kooplieden omvergooiden. De spanning in de stad nam toe. Op 8 januari gingen de arbeiders van de werkverschaffing weer in staking. Nu om verbetering van het vorst- en regenverlet en een betere reisonkostenvergoeding. Zij werden op het Raamplein door de communist Wouter Kalf toegesproken. Ook deze staking werd gewonnen.
Verzet bleek dus mogelijkheden te bieden, ondanks de bezetting. De illegale CPN tastte elke mogelijkheid voor actie af. Tegelijkertijd werden de anti-joodse maatregelen steeds grimmiger. Joden mochten niet meer in overheidsdienst worden aangenomen, later werden ze via een ariërverklaring van hun collega's gescheiden, om nog later te worden ontslagen.
Begin januari: Café's werden verplicht bordjes 'verboden voor joden' aan te brengen en dat leidde tot gevechten op het Rembrandtplein en in verschillende stadswijken. De spanning nam toe. Elke dag nieuwe incidenten. In de maand februari stond alles op scherp en waren schermutselingen dagelijks aan de orde:
Een unieke daad van solidariteit en verzet tegen de jodenvervolging. In de volgende maanden werden honderden communisten gearresteerd en veel werden ter dood veroordeeld. Joke van Zelst herdenkt hen straks bij het ABVAKABO- monument in dit gebouw.
Wat kunnen we daarvan leren? Sommige geleerden zeggen dat de staking niets heeft opgeleverd. Een zeer groot deel van de joden werd toch weggevoerd? Dat is te kort door de bocht. Door de staking kregen veel mensen uit allerlei gezindten de moed om joden te helpen. De joden zelf hadden de moed om onder te duiken met 35.000! Met steeds wisselende onderduikgezinnen gaat het om een verzet van honderdduizenden mensen. Anderen kregen de moed om honderden joodse kinderen uit de Hollandse Schouwburg te smokkelen en elders in veiligheid te brengen.
Bovendien maakte de staking duidelijk, dat de vage ideeën om Nederland via een NSB-regering in de Germaanse gemeenschap op te nemen volkomen verkekenwaren. De staking was een onbaatzuchtige actie van solidariteit met de joodse medeburgers. Maar het was meer. De betekenis van dit unieke gebeuren betreft ook een actie tegen discriminatie en racisme in het algemeen. Dat blijkt uit het vervolg.
Nog geen vijf jaar later leggen de Februaristakers weer het werk neer. Op 25 september 1946 vindt de grote staking tegen de troepenuitzending naar Indonesië plaats. Deze staking is nog omvangrijker want niet alleen Amsterdam, Zaanstreek en IJmond, maar ook Twente en Groningen gaan plat. Wij zijn solidair met de vrijheidsstrijd van het Indonesische volk en tegen discriminatie van die domme inlanders zoals racisten Indonesiërs noemden.
Waarom wordt deze staking nooit herdacht? Deze staking richtte zich tegen het racisme van onze koloniale Haagse kringen. Een oorlog die aan 8000 Nederlandse militairen het leven kostte. En die de dood van 100.000 Indonesiërs teweegbracht werd jaren onder de pet gehouden. Het is te danken aan de Zwitserse historicus Remy Limpach die met zijn boek 'De brandende kampongs van Spoor' de structurele wandaden van het Nederlandse kolonialisme heeft blootgelegd.
Pas in 2013 bijna 70 jaar later komt Ben Bot namens onze regering tot de conclusie dat in de kwestie Indonesië Nederland aan de verkeerde kant van de geschiedenis heeft gestaan. Geen excuses, wel een misselijk makend juridisch getouwtrek rond vergoedingen aan weduwen van vermoorde Indonesische burgers. Dappere Hollandse jongeren die zich destijds tegen deze kolonialistische oorlog verzet hadden en dus aan de goede kant van de geschiedenis stonden, werden tot jaren gevangenisstraf veroordeeld. Zij zijn nog nooit gerehabiliteerd laat staan dat ze een vergoeding ontvingen.
Over naar 2018. De rapporten van Amnesty International spreken van een groeiende haat tegen vluchtelingen en een beangstigende toename van het racisme in alle delen van Europa. De racistische partijen treden op onder verschillende schuilnamen. Partij voor vrijheid, partij voor het volk, nationale partij, democratische partij, enz, enz. Dat we die ontwikkeling serieus moeten nemen blijkt uit de volgende voorbeelden. De regering van Oekraïne geeft een postzegel uit met een foto van de nationale Oekraïense held. Wie is dat? Het blijkt Bandera te zijn. Wie was Bandera? Hoofd van de Oekraïense SS tijdens de Tweede wereldoorlog. Deze SS was berucht door het uitmoorden van joden en Polen en diende als medebewakers van de kampen Auschwitz en Sobibor.
In Litouwen werd onlangs de 89-jarige joodse vrouw Ycheles Brantsovski aangeklaagd wegens moord. Zij was als jong meisje uit het getto van Wilma ontsnapt en had zich aangesloten bij de joodse partizanen, die zich in de bossen verborgen hielden. Zij kwamen daarbij regelmatig in conflict met de Litouwse SS'ers die met de Duitse troepen collaboreerden. Alleen door internationaal ingrijpen kon een veroordeling ongedaan worden gemaakt. Neem Oostenrijk waar de fascistische partij van Hayder in 2004 met 17 procent van de stemmen in de regering dreigde te komen. Europa was woedend en kon dat niet accepteren. En nu, 2018, is die partij tweede geworden en zit in de regering. Europa kijkt zwijgend toe. Neem de AfD in Duitsland. In 2014 met zeven zetels in de Bondsdag. In 2018 met 92 zetels! Een grote fractie vol antisemieten, vluchtelingenhaters en holocaustontkenners. Neem Spanje. Premier Mario Rajoy sloeg met veel politiegeweld 900 Catalanen tegen de grond in een poging hun streven naar autonomie de kop in te drukken. Rajoy is lid van de Volkspartij, maar is in werkelijkheid een telg uit gerenommeerde fascistische kringen van de Franco-partij. Over al deze racistische partijen ligt een dek van camouflerend woordgebruik. Zij zijn rechts, uiterst rechts of extreem-rechts.
Na het 'minder, minder' Marokkanen van Wilders gooit Baudet er nog een schepje bovenop met zijn 'homeopathische verdunning' van het Nederlandse volk door invloed van volkeren uit de hele wereld. Deze opvatting staat gelijk aan de 'bloed en bodem'-theorie van de Duitse nazi's. Het zuivere Hollandse bloed mag niet verontreinigd worden door het minderwaardige bloed van Afrikaanse Caribische of Marokkaans-Turkse-Koerdische volkeren. Naar een verbod van gemengde huwelijken.
Toen de kritiek op deze racistische stellingname groeide, gooide Baudet het vlotjes over een andere boeg: ik bedoelde niet de etnische verontreiniging van ons volk maar de culturele verontreiniging. Maar dat is natuurlijk onzin. Culturele invloed van buiten is juist de verrijking van de cultuur. Onmiddellijk na de bevrijding kwam de schildersstroming Cobra op. Kunstenaars van Kopenhagen, Brussel en Amsterdam beïnvloedden elkaar. Een muziekstuk gespeeld vlak na de bevrijding was 'De Uilenspiegel'-opera van de verzetsstrijder en componist Van Gilse. Een Hollands muziekstuk gebaseerd op een Belgisch schelmenverhaal. Jugendstil uit Wenen vertaalde zich over heel Europa als Nouveau Art. De Duitse nazi's noemden joden schmausen. Nederlandse racisten noemden Indonesiërs ploppers, Amerikaanse racisten noemden Vietnamezen spleetogen. Chinezen zijn het gele gevaar.
De Amsterdamse lijstaanvoerder van het Forum spreekt en noemt mensen die wanhopig oorlog en geweld willen ontvluchten, waarbij duizenden verdronken in de Middellandse Zee, dobbernegers. Nummer twee op de lijst stelt vast dat iemand met een Surinaamse afkomst van nature dommer is dan Rutte's gewone normale Nederlander. Alleen die tekst al!
Bijna de helft van onze uitzendbureaus discrimineert op naam. Mohammed kan het wel vergeten. Schande roept de Kamer. Maar deze discriminatie duurt al 20 jaar. Moeilijk te controleren? Een inspecteur hoeft maar rond te bellen en je weet genoeg! Een incident tegen een joodse zaak in Amstelveen en de kranten staan terecht vol van verontwaardiging. Want opkomend antisemitisme moet worden bestreden. Maar 370 incidenten tegen islamitische instellingen of personen: er zal nota van worden genomen.
Racisme en discriminatie stimuleren ideologisch ook de bewapening en oorlogsvoorbereiding. De hetze tegen bepaalde volkeren die achterlijk, gevaarlijk en agressief worden genoemd is levensgevaarlijk. Zijlstra doet dat door eenvoudig te liegen over een gesprek dat hij met Poetin gehad zou hebben en hem daarbij agressieve woorden in de mond te leggen die onwaar bleken te zijn.
Met racisme probeert men ook de eenheid van de arbeidersbeweging te breken. Wij moeten dan ook niet alle mensen, die nu achter Wilders en Baudet aanlopen voor fascisten uitmaken. Dat zouden ze wel willen. Met hun steun aan deze politici schieten zij zichzelf in eigen voet. Als de werkers op bedrijven en instellingen in conflict komen met hun collega's met een buitenlandse achtergrond, dan lacht het (groot)kapitaal. Dan blijft 50 procent van ons inkomen bij 1 procent, de rijke top, terechtkomen. Dan wordt net als nu op een late namiddag 1.4 miljard euro uit de begroting overgeheveld naar Unilever en Shell. Dezelfde Shell die de handen terugtrekt uit de schadevergoeding voor de getroffen Groningers. Dan dreigt Amsterdam nog meer in de handen van de woningspeculanten te komen. Dan verrijkt l procent van de bevolking zich ook in de toekomst, net als in 2016, met 15 miljardeuro dividend.
Maar ook: maak de racisten niet groter dan ze zijn. Laat Pegida maar met 20 man eenzaam rondlopen. Woeste tegenacties zijn contraproductief. Het is hen om provocaties te doen. Laat Wilders en Baudet in hun vet gaarsmoren. Het Nederlandse democratische stelsel kan een stootje hebben, maar vereist wel met gezamenlijke krachten te worden verdedigd. Daarom moeten we op zorgvuldige wijze racistische opvattingen op straat, in de bedrijven en instellingen en in de raad met kracht bestrijden.
De beste manier om racisme tegen te gaan zijn de gezamenlijke acties. De schoonmakers, maar ook de postbestellers, de zorgverleners, buschauffeurs de mensen van Delivero, de 60.000 leraren eisen volkomen terecht een beter deel van de groeiende maatschappelijke koek. In die strijd vinden wit, zwart en bruin elkaar. De FNV, die bij deze acties nauw betrokken is, krijgt daarmee tevens een belangrijke rol bij het opheffen van raciale verdeeldheid.
Het herkennen van de specifieke problemen van de 200.000 Amsterdammers met islamitische of een Afro-Caribische achtergrond, en het nemen van concrete maatregelen is daarbij van doorslaggevende betekenis. Het onderschatten van racisme, het wegkijken daarvan, het zwabberen rond de opname van wanhopige vluchtelingen ondermijnt het streven van de bevolking naar een betere en socialere samenleving. Voor democratische en progressieve partijen geldt dat gezamenlijk opkomen voor de gelijkwaardigheid van alle mensen, niet alleen met woorden maar ook in praktisch optreden, essentieel is voor onze toekomst. Dan wordt Amsterdam weer het bolwerk van politieke en sociale vernieuwing.
Op 21 maart is de internationale dag van de strijd tegen racisme en discriminatie. Op 18 maart vindt in Amsterdam op de Dam de grote jaarlijkse landelijke demonstratie plaats. Ik roep jullie allen op daar aan deel te nemen. Geen racisme in de straat, in het bedrijf en in de kamer of de raad.
Ik wil eindigen met een herinnering aan een kaderscholing van FNV-bondgenoten enkele jaren gelden. Het thema van deze cursus was solidariteit. Als leidraad werd de tekst genomen van het solidariteitslied van de componist Hanns Eisler, regisseur Bertold Brecht en de zanger Ernst Busch.
Voorwaarts en niet vergeten
Wat maakt ons zo sterk in de strijd
Bij honger en bij eten
De solidariteit!