Bijdrage Cubaanse ambassade
De viering van 1 mei biedt ons de gelegenheid de rol die Fidel speelde op deze belangrijke dag te bespreken, 1 mei heeft een bijzondere betekenis voor de bevolking van Cuba. Op het Plein van de Revolutie, waar de commandant der strijdkrachten, Fidel Castro, triomfantelijk aan het hoofd reed van 'zijn' stoet van ingenieurs, architecten, dokters, studenten, bouwvakkers en de rest van de bevolking, was hij altijd bij elke viering aanwezig. De Viering van de Internationale Dag van de Arbeid won aan speciale relevantie door zijn aanwezigheid op elk van de pleinen op Cuba.
Gedurende de opening van het 10e congres van de Cubaanse vakbond (CTC) op 18 november 1959 beschreef Fidel 1 mei met de woorden: "... 1 mei is dankzij haar prestatie en dankzij haar triomf sinds 1 januari een beslissende factor van het politieke leven van het land geworden; het waren de arbeiders die met de algemene staking, gesteund door het rebellenleger, uiteindelijk de doorslag gaven de plannen te dwarsbomen om de overwinning van het volk op het laatste moment te torpederen, zoals in het verleden wel vaker voorkwam."
Het volk was altijd aanwezig met wapperende vlaggen en steunde de Cubaanse revolutionaire leider. Fidel zei het op 1 mei 1964 zo: "Onze revolutie kent veel interessante zaken, veel belangrijke en bruikbare ervaringen voor het volk. Maar bovenal heeft ons land iets geweldigs, iets dat vandaag, op 1 mei, de viering van de arbeiders, met trots kan worden verkondigd: ons land heeft dít volk, en dít volk is het meest bewonderenswaardige aspect van de revolutie!"
Tijdens de Internationale Dag van de Arbeid op 1 mei 2000 toonde de leider van de Cubaanse Revolutie op bijzondere wijze het concept van Revolutie in de open aula van de Jeugd, Studenten en Arbeiders: "Revolutie betekent het hebben van een gevoel voor geschiedenis. Het verandert alles wat veranderd moet worden. Het is vol van gelijkheid en vrijheid. Het is anderen behandelen als mensen en zelf behandeld worden als mens. Het is de realisatie van emancipatie door onszelf en door middel van onze eigen inspanningen. Het is het uitdagen van machtige dominante interne en externe krachten in het sociale en nationale milieu. Het is de bescherming van de waarden waar we in geloven ten koste van welke opoffering dan ook. Het zijn bescheidenheid, altruïsme, solidariteit en heldhaftigheid. Het is het vechten met moed, intelligentie en realisme. Het is nooit liegen of ethische principes schenden. Het is de intense overtuiging dat er geen enkele macht in de wereld bestaat die de kracht van de waarheid en ideeën kan onderdrukken. Revolutie impliceert eenheid. Het is onafhankelijkheid. Het is het vechten voor onze dromen van rechtvaardigheid op Cuba en in de wereld, hetgeen de grondslag van ons patriottisme, ons socialisme en ons internationalisme is."
In zijn terugblik op 30 april 2009, de zogeheten 'Dag van de Armen van de Wereld', schrijft hij: "Wij hopen dat elke 1 mei duizenden mannen en vrouwen in alle uithoeken van de wereld de Internationale Dag van de Arbeid - een dag die we al 50 jaar vieren - met ons zullen delen. Het was niet voor niets dat wij, ver vóór 1 januari 1959, verkondigden dat onze revolutie, de Revolutie van de Onderworpenen, door de onderworpenen en voor de onderworpenen zou zijn. De prestaties van ons vaderland op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, wetenschap, cultuur en andere gebieden en in het bijzonder de kracht en de eenheid van de bevolking tonen dit aan, ondanks de wrede blokkade."