Sergio Alejandro Gómez
Op 16 mei, toen het de Universele Periodieke Review (UPR) uitvoerde, had Cuba de mogelijkheid om zijn vooruitgang te tonen over de afgelopen vijf jaar op het gebied van de mensenrechten. De internationale gemeenschap erkent de historische pogingen van de Revolutie om de rechten van de Cubaanse bevolking te beschermen sinds 1 januari 1959, ondanks pogingen dit onderwerp te misbruiken om regeringen aan te vallen die niet het dictaat van Washington volgen.
Granma International bood de lezers vijf basisvragen om het belang van de UPR voor Cuba te begrijpen.
De Universele Periodieke Review (UPR) is één van de belangrijkste mechanismen van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (UNHRC) die verantwoordelijk is voor het consolideren en versterken van de bevordering en bescherming van de mensenrechten wereldwijd. De Universele Periodieke Review, ontwikkeld in 2006, is een uniek proces om een overzicht te krijgen van de mensenrechtendocumenten van de leden van de Verenigde Naties (VN).
In tegenstelling tot andere structuren - in het bijzonder de voormalige Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties (UNCHR) die werd misbruikt door de VS en haar bondgenoten om bepaalde naties te selecteren - is de Universele Periodieke Review een belangrijk instrument om gelijke behandeling van elk land te waarborgen, in geval van de beoordeling van hun mensenrechtensituatie.
Een UPR moet om de 4,5 jaar worden uitgevoerd door alle leden van de Verenigde Naties. Cuba heeft een UPR uitgevoerd in februari 2009 en mei 2013, en presenteerde zijn rapportage van de derde UPR op 16 mei jl. Het eerste stadium van het onderzoek duurt drieënhalf uur waarin de natie die wordt onderzocht gedurende 70 minuten de gelegenheid heeft om haar rapportage te presenteren, alsook vragen te beantwoorden van andere naties en concluderende opmerkingen te maken. De resterende 140 minuten zijn toegewezen aan de naties die participeren in het onderzoek om vragen te stellen, opmerkingen te maken en aanbevelingen te doen aan de natie die wordt onderzocht. Het tweede stadium van het proces zal plaatsvinden gedurende de 39e serie van zittingen van de UNHRC in september 2018 waar het eindrapport wordt gepresenteerd.
De rapportage van Cuba is één van de rapportages die veel belangstelling heeft van de UNHRC, waarvan het eiland één van de oprichters is. Meer dan 100 naties legden verklaringen af die het rapport van Cuba ondersteunden. Naties vanuit de gehele wereld benadrukten het belang van initiatieven zoals 'Operation Miracle' waarbij op dat moment bij meer dan drie miljoen mensen in meer dan 30 landen gratis oogoperaties waren uitgevoerd; alsook de door Cuba ontwikkelde 'Yo, si puedo' (Ja, ik kan het) alfabetiseringsmethode met behulp waarvan negen miljoen individuen hebben leren lezen en schrijven.
Zij noemden ook de tienduizenden Cubaanse gezondheidsfunctionarissen die hun diensten hebben aangeboden in verschillende landen wereldwijd. Het eiland presenteerde ook voorbeelden van participatieve en democratische processen van het land, zoals volksdebatten om de sociale en economischerichtlijnen voor het beleid van de partij en de Revolutie te bespreken.
Men benadrukte de aanpassingen van Cubaanse wetten m.b.t. migratie, vooruitgang op het gebied van het realiseren van seksegelijkheid, herintredingsprogramma's voor gevangenen en de aandacht voor de behoeften van gehandicapten.
Tegelijkertijd herhaalden de landen het feit dat de economische, commerciële en financiële blokkade, opgelegd aan het land door de Verenigde Staten, het belangrijkste obstakel blijft waardoor voorkomen wordt dat de Cubaanse bevolking van het volle spectrum van haar mensenrechten kan genieten.
Het eiland kreeg ongeveer 290 aanbevelingen in de UPR van 2013 waarvan de meerderheid werd bevestigd of geaccepteerd. Slechts 20 aanbevelingen werden afgewezen aangezien deze van interventionistische aard waren en in strijd waren met de politieke en sociale orde van het land.
De succesvolle UPR-prestaties van Cuba zijn ondubbelzinnig bewijs van de bereidheid van de regering om elk onderwerp met andere lidstaten te bespreken op basis van wederzijds respect, soevereine gelijkheid en de erkenning van het zelfbeschikkingsrecht van elke natie.
De nieuwe Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (UNHRC), opgericht in 2006 door de Verenigde Naties, stond voor de uitdaging om de selectiviteit en de hypocrisie te verhelpen die de voormalige Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties (UNCHR) kenmerkte.
Het eiland werd gekozen tot volwaardig oprichtend lid van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (UNHRC) in 2006. Het Cubaanse lidmaatschap legde veel van de beschuldigingen die zijn geuit door de voormalige Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties (UNCHR) bloot als onwaar en brak met het beeld van het eiland dat de vijanden van de Revolutie wilde opleggen.
Het land heeft twee opeenvolgende ambtstermijnen vervuld (maximaal toegestane ambtstermijn), en na een korte tussenperiode werd het herkozen als lid voor de periode van 2014-2016 gedurende de plenaire sessie van 2013, en voor de tweede keer in oktober 2016 voor de periode van 2017-2019 dankzij de steun van 160 lidstaten van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
Ondanks het feit dat sommige lidstaten om kwaadwillige redenen Cuba selecteren m.b.t. de mensenrechtensituatie, erkent de meerderheid van de internationale gemeenschap het bereik van de sociale transformaties die zijn begonnen in januari 1959, en de solidariteitspogingen van de Revolutie in verscheidene naties over de gehele wereld gedurende de helft van de laatste eeuw.
Ondanks aanhoudende pogingen om de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (UNHRC) oneigenlijk te gebruiken en haar fundamentele uitgangspunten te ondermijnen, zet de meerderheid van de lidstaten zich in voor volledige representatie van de diversiteit aan politieke systemen, culturen en etnische groepen die bestaan in de wereld en om een einde te maken aan de fouten uit het verleden, zoals bijvoorbeeld het stigmatiseren of veroordelen van landen die weigeren om de definitie van democratie en mensenrechten zoals opgelegd door machtige naties te aanvaarden.
De triomf van de Revolutie markeerde het begin van een proces van politieke, economische en sociale transformatie gericht op het waarborgen van het welbevinden van de bevolking en het feit dat zij zoveel mogelijk rechten geniet.
Ondanks aanhoudende druk van buitenaf zijn de prestaties op het gebied van onderwijs, toegang tot gezondheidszorg, cultuur en sport sindsdien te vergelijken met die van de industriële landen. De veiligheid van de burgers, respect voor het leven en gelijke kansen voor iedereen - ongeacht huidskleur, geslacht, of seksuele oriëntatie - zijn andere pijlers van de huidige Cubaanse samenleving.
Momenteel is het eiland bezig met het updaten van zijn sociaal-politieke model hetgeen gekenmerkt wordt door een hoge mate van burgerparticipatie, effectieve en functionerende democratische instituties, zoals blijkt uit de resultaten van de meest recente algemene verkiezingen. Cuba is één van de VN-lidstaten die de belangrijkste instrumenten voor de mensenrechten hebben ondertekend. Cuba onderschrijft 44 van de 61 akkoorden.
Daarentegen hebben de Verenigde Staten, de door zichzelf verkondigde wereldwijde verdediger van de mensenrechten, met een verleden van het wijzen van de vinger naar andere landen, slechts 18 akkoorden getekend.
In zijn laatste UPR van mei 2015 kreeg Washington harde kritiek vanwege het feit dat het het enige land is dat het Verdrag inzake de rechten van het kind, het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap niet hebben geratificeerd.
Bron: Katia Aruca Chaple, derde secretaris Cubaanse ambassade. Vertaling David Hidajattoellah.