Rinze Visser
Aan dodenherdenking op 4 mei deed men in mijn gemeente destijds niet. Van zulke gemeenten waren er vele. Het is al weer heel lang geleden dat de plaatselijke PvdA en de Communistische Partij (toen nog CPN) in de gemeenteraad het initiatief namen tot een jaarlijkse officiële dodenherdenking. Opdat wij niet vergeten. Een plaatselijk comité ging die herdenking organiseren. Elk jaar onder grote belangstelling. Ook veel jonge mensen namen eraan deel. Ook nu nog. Er is nu al meer dan vier jaar een nieuwe, veel grotere gemeente waar onze woonplaats deel van uitmaakt.
Ook in veel andere plaatsen in de gemeente worden op 4 mei de doden herdacht. Overal is een afvaardiging van de gemeenteraad daarbij vertegenwoordigd. De CPN en later de NCPN legt elk jaar een bloemstuk bij het monument op de dodenakker waar de bij de bevrijding van onze woonplaats gesneuvelde geallieerde soldaten liggen begraven. Ook bij de graven van de gesneuvelde verzetsstrijders worden bloemen gelegd door het gemeentebestuur. In het centrum van onze woonplaats worden bij het oorlogsmonument kransen gelegd. 'Har dea, ús frijdom', staat erop. 'Hun dood, onze vrijheid'.
Met deze mooie woorden sluit ik deze wat lange inleiding die tot de kern van dit verhaal moet leiden af. Hun dood, onze vrijheid. Alle slachtoffers. De gesneuvelde Nederlandse en geallieerde soldaten, de gestorven verzetsmensen, de burgerslachtoffers en... de massaslachting onder de joodse bevolking. Alle slachtoffers in de strijd tegen en van de Duitse fascistische bezetting en onderdrukking. Zo zie ik dat en velen met mij. In feite worden met de herdenking - vooruitlopend op de dag erna - ook alle overlevers in de antifascistische strijd geëerd; 4 en 5 mei horen bij elkaar.
Alle slachtoffers. Alle doden. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei denkt elk jaar de aard van de herdenking en de viering aan te kunnen geven. De plaatselijke herdenkingen en eventueel vieringen worden geacht daarbij aan te sluiten. Lange tijd werd hierbij de hedendaagse strijd tegen opkomend fascisme en tegen racisme vooropgesteld, in die zin dat, ondanks de bevrijding, het gevaar van fascisme levensgroot is en racisme daarbij de graadmeter is. Fascisme en racisme moesten vooral ook gezien worden als het slechte deel van de menselijke geest. Zo werden pogingen ondernomen de vierde en vijfde mei los te koppelen van de politiek en van de Duitse fascistische bezetting van ons land. Idealisme in plaats van politieke waakzaamheid en strijd. Fascisme was in feite niet meer dan negatief denken en optreden tegen migranten en minderheden. En welk weldenkend mens zou daar niet tegen zijn? Maar inmiddels had ook dit zijn langste tijd alweer gehad.
'Alle slachtoffers', alle doden, staan sinds enige tijd centraal. Met 'alle' wordt bedoeld: ook zij die het leven lieten 'daarna'. Gesneuvelde militairen in de oorlog tegen het voor vrijheid en onafhankelijkheid strijdende Indonesische volk; gesneuvelde Nederlandse vrijwilligers tijdens de Korea-oorlog (oostfrontstrijders tegen het communisme); gesneuvelde Nederlandse militairen bij troepenuitzendingen 'waar ook ter wereld', vredesmissies genoemd. Dat alles in de poging de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog, het ontstaan ervan en het aandeel van de strijd van communisten en van de Sovjet-Unie hierbij te laten vervagen en op den duur weg te vagen. Dit alles in het belang van de kapitalistisch-imperialistische 'nieuwe wereldorde'. Er mag geen zwart-witverleden bestaan. Wel een 'grijs' verleden, waarin de nuance heerst en uiteindelijk tot vergeten moet leiden.
Nu nog tevergeefs is hier en daar geprobeerd ook Duitse gesneuvelde soldaten op Nederlandse kerkhoven te herdenken. Hier en daar wordt al getracht aandacht te krijgen voor een algehele gezamenlijke herdenking, met inbegrip van de Duitse soldatenslachtoffers. Het nog in leven zijn van mensen die de oorlog bewust hebben meegemaakt maant hierbij nog tot enige voorzichtigheid. In vroeger tijden werden de eerste pogingen al van regeringswege ondernomen om de Tweede Wereldoorlog naar de achtergrond te duwen door in Nederland gevangen zittende Duitse oorlogsmisdadigers in vrijheid te willen stellen. Onder wie ook de beruchte 'beul van kamp Amersfoort'. Nu probeert men de tijd rijp te willen maken om fascistische oorlogsmisdadigers ook als slachtoffers van de oorlog te zien.
De maatschappij is aan het veranderen en wij kunnen niet achterblijven, zo hoort men dat vaak zeggen. Hervormingen zijn nodig om bij die veranderingen aan te sluiten. Dat wordt er voortdurend als denken ingepompt. Opdat de mensen niet zullen denken dat het de hervormingen zelf zijn die de maatschappij gaan veranderen. Hetzelfde dreigt te gebeuren met de vierde en vijfde mei. Vier Vrijheid, dat is nu de leus. Vrijheid in plaats van Bevrijding. Niet de bevrijding van het fascisme centraal, maar de huidige vrijheid. En zeker de vrijheid van het grootkapitaal, die geen strobreed meer in de weg wordt gelegd. Van een steeds groter deel van de werkende bevolking is de vrijheid afgenomen. De onderlinge concurrentie is toegenomen. Tijdens werkuren is voor velen de vrijheid van meningsuiting aan banden gelegd.
Het zijn niet die mensen die de vrijheid bedreigen. Het zijn niet die mensen die de vrede bedreigen. Er is vooral de laatste tijd oorlogsdreiging alom. Ook Nederlandse militairen zijn op veel plaatsen in de wereld actief. Die zijn daar niet namens de regering de werkende bevolking daar aan arbeidersrechten te helpen, sociale voorzieningen op te bouwen. Zij zijn daar niet om daar 'de gewone man en vrouw' datgene te bezorgen dat men in eigen land ontnomen is en nog verder ontnomen zal gaan worden. Vrijheid is, net zoals inkomen, vermogen en welvaart een verdelingsvraagstuk. Laten we de Tweede Wereldoorlog in herinnering houden. Als les. Laten we die vrijheid, die we van de overheid moeten vieren, gebruiken om het aandeel van de werkelijke bevolking in die vrijheid te bevechten. Voor het te laat is. In de dood zijn allen gelijk. Daarvoor en daarna niet!