Wiebe Eekman
De term 'plastic' is een verzamelnaam voor de zogenaamde thermoplastische kunststoffen, die vervormen en smelten bij hogere temperatuur. Dat is de plastic die we meestal gebruiken voor verpakking en allerlei gebruiksvoorwerpen. Plastic is relatief sterk, licht van gewicht, vloeistofdicht, ook dicht voor gasdampen, vergaat niet zo vlug...
Handig in het dagelijks gebruik, maar daarom ook een groot probleem in de afvalfase.
Het plasticfenomeen ontstond na de Tweede Wereldoorlog. Tot in 2015 werd wereldwijd 8,3 miljard ton diverse soorten plastic geproduceerd. De helft daarvan alleen al in de laatste 15 jaar. Duidelijk iets dat exponentieel uit de hand aan het lopen is. Ruim 6,3 miljard ton slingert nu ergens als afval rond. 'Rondslingeren', want van die 6,3 miljard ton afval, is 5,7 miljard ton nooit ergens op een vuilnisbelt, verbrandingsoven of recyclingcentrum binnengekomen. Van alle plastic komt 68 procent gewoon ongecontroleerd in de natuur terecht.
Zwerfvuil is het meest gekende probleem. Zwerfvuil komt door wind en regen in de waterlopen terecht en uiteindelijk in zee. De zeestromingen drijven de plasticsoep bijeen tot hele drijvende eilanden. Vooral zeevogels, zeehonden en zeeschildpadden raken verstrikt in plastic en verhongeren of verdrinken hierdoor. Plastic in het water wordt door heel wat beesten gezien als voedsel. Maar het verteert niet in hun maag. Ze sterven de hongerdood.
Om plastic bepaalde eigenschappen te geven worden stoffen toegevoegd. Dat kunnen weekmakers en kleurstoffen zijn. Dat kunnen vlamvertragers of ultraviolet stabilisatoren zijn... Deze veelal giftige stoffen lossen langzaam op in het water. Zij hebben vaak ook een pseudo hormonale werking, wat de ecosystemen bedreigt.
Plastic vergaat niet zomaar in het water, maar erodeert wel tot heel kleine stukjes. Zonlicht maakt het broos. Golfslag in de zee breekt de grotere stukken mettertijd. Het kleine zeeleven zoals zeekreeftjes knabbelt plastic aan stukjes. Veel plastic in het water is nu in de vorm van microplastics van dezelfde orde van grootte als het dierlijk en plantaardig plankton, de basis van de voedselketen in de oceanen. Ergerlijk is dat micro bolletjes plastic ook bewust toegevoegd worden door de fabrikanten aan cosmetica en schoonmaakproducten. Bijvoorbeeld omwille van het schurend effect in tandpasta. Microplastieks komen zo via mosselen en oesters ook in de menselijke voedselketen terecht.
Plastic is ook een groot klimaatprobleem. Het wordt gemaakt van aardolie of aardgas in de petrochemische fabrieken. Rond 10 procent van de fossiele energie die we invoeren wordt gebruikt als grondstof voor allerlei producten. waaronder de vele varianten van plastic. Als het als afval opnieuw ingezameld wordt, gaat een klein deel naar hergebruik van grondstof, het merendeel gaat naar de verbrandingsoven. De grondstof olie wordt zo dus toch nog omgezet in het broeikasgas CO2.
Het is al bekend zolang het kapitalisme als economisch systeem bestaat:bespaar op arbeid om meer winst te maken. In plaats van allerlei zaken af te wassen, te herstellen en opnieuw te gebruiken, wat arbeid inhoudt, kun je het beter wegwerpen en nieuw aanschaffen. De gevolgen van die keuze zijn voor de hele maatschappij...
In de plasticwereld begon dit met de grootwarenhuizen die de lokale kleine winkels wegconcurreerden. In het grootwarenhuis wordt er niet meer bediend, je neemt zelf de waren uit de rekken. Omdat zo de sociale controle op onbetaald meenemen wegviel, verboden de grootwarenhuizen het binnen te komen met een eigen boodschappentas. Je kreeg er een plastic zakje voor in de plaats, tot voor kort zelfs gratis. Zo is de huidige generatie jonge mensen opgegroeid zonder nog te weten wat een boodschappentas is. Nu moet de omgekeerde beweging gemaakt worden. Je kunt nog vele andere voorbeelden aanhalen.
Circulaire economie legt de maatschappelijke verantwoordelijkheid bij de producenten en distributie. Het dogma van de vrije markteconomie is dat iedere individuele ondernemer vrij is om te maken en op de markt te brengen wat hij of zij wil. EĆ©nmaal verkocht is de kous af. Hij kan nog verantwoordelijk gesteld worden voor productiefouten, maar geenszins voor de gevolgen van het gebruik van zijn producten door de mensen. Ze laten het aan de hele maatschappij en de overheid over om dat achteraf bij te sturen.
Technisch gezien betekent circulaire economie in de eerste plaats dat we afval en overmatig energieverbruik proberen te vermijden. Dat moet al bekeken worden in het concept en het ontwerp van de producten. Zodanig dat de producten gemakkelijk kunnen worden hersteld en hergebruikt. Zodanig dat zij gemakkelijk gedemonteerd kunnen worden in hun onderdelen, die dan als vervangstukken elders gebruikt kunnen worden. Zodanig dat ze in de ultieme afvalfase uiteengehaald kunnen worden in de oorspronkelijke grondstoffen, in zo zuiver mogelijke staat. Dat betekent dat we de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de afvalfase volledig bij de producenten en de invoerders leggen.
In het kader van de G7-top tekenden zes landen (de G7 zonder de VS) samen met de Europese Unie een Ocean Plastics Charter. Zij beloven samen met de industrie te werken opdat tegen 2030 alle plastic herbruikbaar of recyclebaar zou zijn. Tegen 2030 zou in alle plastic producten tenminste voor de helft herniewbaar plastic moeten zitten. Mooi, maar blijkbaar zien ze nog wel een verdere groei van de plastic productie. Ook blijft het verbranden van plastic afval doorgaan.
Voor microplastics in cosmetica en verzorgingsproducten overwegen ze een ban tegen 2020. Goed, maar gezien de ernst van de dreiging van microplastics, zou die ban onmiddellijk moeten ingaan. Zoals voor besmet vlees in grootwarenhuizen gebeurt, zou heel de bestaande voorraad uit de rekken gehaald moeten worden.
In een nieuwe richtlijn spreekt de Europese Unie over verbod op plastic wattenstaafjes en plastic bestek, borden en roerstaafjes. Goed zo. Dat is duidelijke regelgeving. Voor de andere zaken zeggen ze dat de lidstaten de consumptie moeten terugschroeven. Hoe? Door de "producenten bij te laten dragen aan het afvalbeheer". Dit is halfslachtig. Zoals we zeiden dienen de producenten hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te dragen voor de afvalfase van hun producten. Dat bedoelen we fysiek. Zij dienen het zo te organiseren dat het afval niet in de natuur terechtkomt. Dat betekent nadenken over het concept van het product. Dat betekent ook nadenken overhet concept van de distributie en de herinzameling. Het kan zijn dat verschillende systemen naast elkaar blijven bestaan, als ze maar effectief zijn. Zijn ze dat niet dan zal de overheid de organisatie moeten overnemen en het geheel van de kosten op hen verhalen. Dat is iets anders dan een belasting op wegwerpproducten, die de producent betaalt aan de overheid, waarmee hij zich vrijkoopt van elke verdere verantwoordelijkheid.
Artikel Manifest, 24 juni 2018.