Nederlands Klimaatakkoord

i-008-018.jpg
Kunstzinnig protest op Trafalgar Square in Londen: verminder emissies of oorlog om natuurlijke grondstoffen wordt onvermijdelijk. (Foto: Flickr cc by 2.0 Feggy art)

Wiebe Eekman

Nederland loopt vooraan in de Europese Unie met zijn klimaatakkoord. Veel organisaties uit het bedrijfsleven en het middenveld, waaronder ook de vakbond FNV, hebben meegewerkt aan het Nederlandse klimaatberaad. Op 10 juli ondertekenden zij het 'Voorstel voor hoofdlijnen van het Klimaatakkoord', dat zij overhandigden aan de Nederlandse regering.

We lezen in de inleiding: Vanuit verschillende invalshoeken, belangen en overtuigingen hebben de deelnemers gewerkt aan de gemeenschappelijke opdracht de hoofdlijnen te formuleren van een toekomstbestendig klimaatbeleid, dat de Nederlandse CO2-uitstoot in 2030 fors terugdringt naar ten minste 49 procent ten opzichte van 1990. Gelet op de Nederlandse inzet in de Europese Unie om 55 procent CO2-reductie te realiseren in 2030, is er daarnaast gewerkt aan de opdracht ook voor deze extra opgave voorstellen te ontwikkelen.

Het Nederlands klimaatakkoord en technologische revolutie

Op het eerste gezicht, mooi zo, zou ik zeggen. De recente droogte en bosbranden die heel Europa en de halve wereld troffen de voorbije maanden bewezen eens te meer de noodzaak van drastisch ingrijpen. Op naar 49 procent vermindering, misschien zelfs 55 procent ten opzichte van 1990, en dat tegen het jaar 2030, daarmee neemt Nederland het voortouw in de Europese Unie. Gezien de vertraging die de strijd tegen klimaatontaarding opgelopen heeft, zouden we zelfs voor een verlaging van 65 procent emissie pleiten.

Verbazingwekkend dat dit klimaatakkoord de goedkeuring van ceo's van grote bedrijven draagt. Velen van hen zien nu zelf dat niets doen aan de klimaatontaarding uiteindelijk financieel meer zal kosten aan schade en ongemakken dan de inspanningen die er gevraagd worden. Het klimaatakkoord becijfert een investeringsinspanning van 15 á 20 miljard euro tegen 2030. Vraag is natuurlijk: wie gaat dat betalen? Minister Wiebes liet al weten dat veel bedrijven te ijverig naar de subsidiepot keken.

Het Nederlandse bedrijfsleven rekent op een concurrentievoordeel op de buitenlandse markten, omdat zij bij de eersten hoort in de technologische revolutie die plaatsvindt. Maar andere landen, zoals bijvoorbeeld Frankrijk, werken ook aan dergelijke plannen.

De grote lijnen van het klimaatakkoord: voor en tegens...

Het akkoord werkt voorstellen uit voor vijf sectoren: de gebouwde omgeving, de industrie, de landbouw met inbegrip van het landgebruik, het transport en de mobiliteit, en tenslotte de elektriciteitsproductie. De voorstellen worden als een lopend proces gezien, dat bijgestuurd kan worden. Massaal overschakelen naar hernieuwbare energie van zon en wind is het kernidee. In de marge ook rekenen op andere minder bekende technieken. Windmolens op zee zouden van 17 naar 84 TWh gaan. Windmolens op land en zonnepanelen zouden samen 35 TWh moeten opbrengen. De helft zou lokaal eigendom moeten zijn. Vanaf 2025 zou er gestopt worden met subsidies voor hernieuwbare energie.

Tegelijk zal er geïnvesteerd worden in de integratie van het hele energiesysteem. De onregelmatigheid van hernieuwbare energie uit zon en wind zal opgevangen worden door omzetting in andere energiedragers, die gemakkelijk opgeslagen kunnen worden. Op veel plaatsen in Nederland werkt men al aan elementen van de waterstofeconomie. Waterstof die op een klimaatvriendelijke manier geproduceerd wordt met elektrolyse van water, op basis van elektrische stroom uit zon en wind. Power-to-gas heet dat in het vakjargon. Power-to-heat kan ook zoals warmtenetten voeden. Of power-to-X , wat het omzetten van waterstof in chemische bindingen inhoudt, zoals methaan CH4 of ammoniak NH4.

De voorstellen spreken ook over de noodzaak van technische omscholing van de werkers naar nieuwe werkgelegenheid op de arbeidsmarkt en dat de werkgevers een zekere verantwoordelijkheid hebben. Op het vlak van mobiliteit vraagt het klimaatakkoord dat het gehele openbare vervoer emissieloos zou zijn vanaf 2030. Tot hier de punten waar ik achter sta.

De technologische revolutie voor het klimaat vergt dat de industrie nagenoeg helemaal emissieloos zou worden. Dat kan door overschakeling naar een waterstofeconomie. Quasi alle fossiele grondstoffen voor onze petrochemie kunnen vervangen worden door kunstmatige samengestelde stoffen op basis van waterstof en afgevangen CO2 uit rookgassen en uit de atmosfeer. Dat vergt heel wat investeringen. Het is duurder dan gewoon verdergaan, zoals nu. De Voorstellen zien dat zitten op lange termijn, maar zwakken het af op korte termijn en vervangen het door de CCS-techniek: CO2 afvangen, samenpersen en onder de zeebodem steken. Dat is onverantwoord problemen naar de volgende generaties doorschuiven.

Biogas en biomassa worden ook als bron genoemd. Het is mode tegenwoordig om er meteen aan toe te voegen dat het duurzame biomassa moet zijn. Waar haal je het vandaan? Nederland heeft niet genoeg om zomaar steenkool door biomassa te vervangen. Mag Nederland meer invoeren naar rato van haar bevolkingsaandeel in de wereld, naar rato van haar bruto binnenlands product? Niet akkoord met dit teren op het buitenland. Biomassa kan alleen wat de Nederlandse bodem kan opbrengen zonder de ecologische kringlopen te verstoren. Dat betekent dat biomassa geen grote rol van betekenis kan spelen in de technologische revolutie. Hou het beperkt tot noodoplossing.

Negatief is de oproep om met marktmechanismen te werken en een CO2-prijs in te voeren. Ceo's en aandeelhouders denken in de eerste plaats aan hun marktpositie, hun concurrentiepositie ten opzichte van anderen. Hoe het klimaat redden zonder ons kapitalistisch maatschappijbeeld in gevaar te brengen? Het is de kwadratuur van de cirkel.

Om de omschakeling van fossiele energie naar hernieuwbare energie te stimuleren stellen ze voor de belasting op elektriciteit te verlagen met 2,7 tot zelfs 7,34 eurocent per kWh en de belasting op aardgas te verhogen met 5,5 tot zelfs 20 eurocent per kWh. Die prijs op koolstof is ideologisch ingegeven. Terwijl een duidelijke regelgeving beter werkt.

Marktmechanismen staan haaks op een planmatige aanpak, die nochtans nodig is voor een dergelijke grote omschakeling die integratie van alle sectoren vergt. In de 89 bladzijden van de Voorstellen staat herhaaldelijk dat er een degelijke sturing vanuit de overheid verwacht wordt. En een brede democratische participatie wordt ook aanbevolen.

Artikel Manifest, 30 juli 2018.