Gedicht: Op hem rekenen, ja dat kan



Henricus Azewijn

Op hem rekenen, ja dat kan

Een doorsnee, gemiddeld type
snijdt zijn koek, zijn hout
heeft mogelijk kanker, griep
gaat dagelijks zo goed als in de fout.

Zijn schuld legt hij ervaren neer
op iedere plank voor 'n hoofd
gaat hij ooit nogal tekeer
tegen iedereen die zich uitslooft.

Vloeken doet hij bijna nooit
hij gelooft niet meer in die god.
Voelt hij zich altijd berooid
dan is dat gewoon zijn lot.

Van 't lotje... op z'n vingers getikt...
want hij doet wel wat gek
als hij weer eens hielen likt:
heeft iemand 'n vermogen, hij zijn gebrek...

Want iedere gek heeft dat zo
nu en dan, behalve zijn tekort
sprong van de hak op 'n tak zijn vlo
als ook dat er dan aan schort.

Op hem rekenen, ja dat kan
in ieder geval in het verschiet.
Want tsja... wat móet hij dan...
als een toekomst hem niets biedt...

Gesneden koek en hout
om zijn vingers zit verband
want een léven laat hem gewoon koud
niets is er altijd wat aan de hand.