KLASSIEK EN ACTUEEL

(...) Waar Allah waterstromen uitgiet, die akkers wegnemen... waar Hij de grond hard maakt als dorre steen... waar Hij Zijn zon doet gloeien ter verschroeiing... waar Hij oorlog zendt, die de velden omkeert... waar hij slaat met ziekten die de handen slap maken, of met droogte die de aren doodt... daar, Hoofden van Lebak, buigen wij deemoedig het hoofd, en zeggen: Hij wil het zo! Maar niet aldus in Bantan-Kidoel! Ik ben hier gezonden om uw vriend te zijn, uw oudere broeder. Zoudt gij uw jongere broeder niet waarschuwen als ge een tijger zaagt op zijn weg? Hoofden van Lebak, we hebben dikwijls misslagen begaan, en ons land is arm omdat we zoveel misslagen begingen. Want in in Tjikandi en Bolang, en in het Krawangse, en in de ommelanden van Batavia, zijn velen die geboren zijn in ons land, en die ons land verlaten hebben. Waarom zoeken zij arbeid, ver van de plaats waar ze hun ouders begroeven? Waarom vlieden zij de dessah waar zij besnijdenis ontvingen? Waarom verkiezen zij de koelte van de boom die daar groeit, boven de schaduw onzer bossen? En ginds in 't noordwesten over de zee, zijn velen die onze kinderen moesten zijn, maar die Lebak hebben verlaten om rond te dolen in vreemde streken met kris en klewang en schietgeweer. En ze komen ellendig om, want er is macht van de Regering daar, die de opstandelingen verslaat. Ik vraag u, Hoofden van Bantan-Kidoel, waarom zijn er zovelen die weggingen, om niet begraven te worden waar ze geboren zijn? Waarom vraagt de boom, waar de man is die hij als kind zag spelen aan zijn voet? (...)

Uit: Toespraak tot de Hoofden van Lebak, Max Havelaar, Multatuli.