Ron Verhoef
Het lerarentekort staat al vele jaren op de agenda en bijna elk kabinet belooft er wat aan te gaan doen. Ook dit kabinet zegt dat te gaan doen. Dat is nodig omdat in de onderwijs cao's die de afgelopen maanden werden afgesloten is afgesproken nu echt werk te maken van de werkdrukvermindering.
Werkdrukvermindering kun je eigenlijk alleen bereiken door het aantal leerlingen per leraar te beperken. Het meeste werk is immers gebonden aan de leerling. Om kleinere klassen wordt dan ook al heel lang geroepen. In de praktijk blijken klassen echter steeds groter te worden.
Dit kabinet zegt nu geld vrij te gaan maken voor extra leraren. Dat klinkt hoopvol, maar het gaat maar om een bedrag van 20 miljoen euro. Dit klinkt veel maar is nog geen 0,1 procent van het totaalbedrag dat naar onderwijs gaat. Minister Slob wil dit geld vooral besteden om salarissen van zij-instromers te betalen.
Hoe sympathiek dit ook klinkt, het is oude wijn in nieuwe zakken. De oplossing van het lerarentekort wordt al jaren gezocht bij de zij-instromers, maar deze worden maar mondjesmaat gevonden. Het onderwijs is voor veel mensen nu eenmaal niet aantrekkelijk. Het salaris is lager dan in het bedrijfsleven en, alle goede bedoelingen ten spijt, de klassen blijven te groot en bovendien heel divers.
Sinds de kortingen op het speciaal onderwijs is het aantal kinderen met probleemgedrag in het regulier onderwijs toegenomen. Weliswaar krijgen scholen extra hulp voor die kinderen maar in de klas blijven deze kinderen veel aandacht vragen. Leraren kunnen ze niet de aandacht geven die ze nodig hebben, maar geven door de aandacht die deze leerlingen vragen ook te weinig aandacht aan andere kinderen. Beide groepen kinderen verliezen hierdoor.
Daar komt bij dat de overheid de laatste jaren de regels juist enorm aangescherpt heeft. In het verleden kon iemand die in opleiding was al sneller beginnen met lesgeven naast zijn studie. Nu probeert de overheid het aantal onbevoegde docenten juist terug te dringen. Natuurlijk is het wenselijk dat docenten bevoegd zijn, maar het voordeel van mensen die ver in hun opleiding zijn en toch al beginnen met werken, is dat ze op de lerarenopleiding nog mogelijkheden hebben hun ervaringen te delen en de docenten om advies te vragen. Op scholen zelf is namelijk nauwelijks tijd om nieuwe collega's in te werken. Al te vaak krijgt een nieuwe leraar een rooster in handen met een stapel boeken en de mededeling; red je er maar mee. En als dat niet lukt wordt aan het einde van het jaar het contract niet verlengd wegens ongeschiktheid. Naar hun eigen falen in het begeleiden van nieuwe collega's kijken scholen niet.
En juist over die goede opvang van nieuwe leraren lezen we niks in de plannen van Slob. Hij blijft er vanuit gaan dat de scholen die wel bieden, ondanks dat hij best weet dat ze daar helemaal geen tijd voor hebben. En dus zal de nieuwe poging om zij-instromers aan te trekken weer net zo'n fiasco worden als eerdere pogingen. Er zullen heus veel mensen worden geworven, dat gebeurde in de eerdere campagnes ook altijd. Veel van de nieuwe gezichten zullen echter ook nu binnen een paar jaar het onderwijs weer verlaten, zoals dat ook al jaren gaat.
Wat leraren echt nodig hebben, is een forse investering in het onderwijs. Waardoor klassen daadwerkelijk verkleind kunnen worden. Zodat ook nieuwe leraren kunnen beginnen met die kleinere klassen. Een miljoen hier en een miljoen daar zet dan weinig zoden aan de dijk. Vooral niet omdat het ministerie het geld vaak niet oormerkt zodat in de praktijk de miljoenen verdwijnen in gebouwen, pr of weer een manager erbij.
Goed onderwijs kost geld. Nu we steeds meer dalen op de OESO-lijst van onderwijskwaliteit zou dat toch duidelijk moeten zijn. Goed onderwijs zet ook het kind centraal en dus is er ook geld nodig voor het speciaal onderwijs. Daar hebben ook bedrijven uiteindelijk belang bij. In plaats van de vennootschapsbelasting (beter bekend als de winstbelasting) te verlagen zouden we van het bedrijfsleven een offer mogen vragen door de belasting op zijn minst op hetzelfde niveau te handhaven.
Echte investeringen dus in het onderwijs die het voor leraren weer leuk maakt om les te geven en leerlingen de kwaliteit biedt waar ze recht op hebben!