Redactie Buitenland
In Venezuela werden twee activisten van de boerenbeweging en de communistische partij Venezuela (PCV) vermoord. De Communistische Partij van Duitsland (DKP) herdacht hen samen met vertegenwoordigers van de communistische partijen van de Baltische staten op de conferentie 'Voor een Oostzee als zee van vrede' met een minuut stilte. Carolus Wimmer, internationaal secretaris van de Communistische Partij van Venezuela (PCV), schrijft in 'Unzere Zeit', de krant van de DKP, van 9 november over de dood van kameraden Luis Fajardo en Javier Aldana, evenals over de strijd van de boerenbeweging in Venezuela.
"De geschiedenis van de gehele voorgaande maatschappij is de geschiedenis van klassenstrijd ... in het kort, onderdrukkers en onderdrukten stonden in voortdurende tegenstelling tot elkaar, voerden een ononderbroken, nu eens heimelijke, dan weer openlijke strijd, een strijd die elke keer eindigde in ofwel een revolutionaire wederopbouw van de samenleving ofwel een gezamenlijke ondergang van de strijdende klassen," leren wij uit het Communistisch Manifest.
Deze strijd betekent vooral voor de onderdrukten dramatische offers, zoals wij nog afgelopen week bij de moord op twee communistische boerenleiders in zuidwest Venezuela moesten meemaken. Luis Fajardo, lid van het Centraal Comité van de PCV, en Javier Aldana, tevens van de PCV, waren betrokken bij felle gevechten om het land van kleine boeren, waarbij de grondbezitters met dodelijk geweld, veelal met de hulp van paramilitaire bendes, gereageerd hebben.
De bewonderenswaardige mars van boeren, die afgelopen juli rond de 500 km te voet hebben afgelegd om een ontmoeting met president Maduro te eisen, had meerdere slachtoffers tot gevolg, onder wie drie koelbloedig doodgeschoten communisten uit de deelstaat Barinas. Al lange tijd staat de communistische partij met de boeren in de voorste linie van deze rechtvaardige en noodzakelijke strijd.
Zo ontstond er een krachtige vooruitgang met de aanvaarding van de totstandbrenging van de Bolivariaanse Republiek Venezuela in het jaar 1999 en met de door de communistische fractie voorgestelde landbouwhervormingen van 2001, die beide de wettelijke randvoorwaarden ten gunste van de boeren, tegenover de landbezittende klassen, in het bijzonder de buitenlandse agriconcerns, hebben vastgesteld. Tot dan was 75 procent van het productieve landoppervlak in handen van slechts 5 procent grondbezitters.
Door de wet van 2001, die vooral de overname van ongebruikt land door georganiseerde boerencommunes legaliseerde en grootschalige landerijen verbood, begon in Venezuela een proces van landwinning, waarin communes van kleine boeren eindelijk de mogelijkheid zagen om het land, waarop hun families al generaties werkten, in bezit te nemen.
Luis Fajardo heeft de doodsbedreigingen tegen hem en zijn familie meermaals openbaar gemaakt, maar die werden desondanks door de autoriteiten genegeerd. De partij eiste van president Nicolás Maduro en procureur-generaal Tarek William Saab dat zij voor gerechtigheid moesten zorgen. Oscar Figuera, algemeen secretaris van de PCV, legde uit: "Wij houden de grondbezitters, leden van de nationale garde en corrupte politici, die hen openlijk bedreigd hebben, verantwoordelijk voor de moord op onze kameraden."
De PCV heeft telkens weer de aandacht gevestigd op het geweld op het land en de autoriteiten van medeplichtigheid beschuldigd wegens gebrek aan actie. Begin deze maand had Figuera dringend om een ontmoeting met president Maduro verzocht. Voor de presidentsverkiezingen op 20 mei hadden de socialistische regeringspartij PSUV en de PCV een verkiezingsovereenkomst ondertekend. Figuera beschuldigde de regering ervan geen van de afgesproken punten te vervullen, waaronder de eisen van de boeren en de beëindiging van de gewelddadige verdrijvingen en doelgerichte moorden op het land.
Het Politburo van de PCV verlangt nu van de autoriteiten de oplossing van deze misdaad, een zware bestraffing van de daders en, tot slot, een finale oplossing door middel van de wettelijke overdracht van landbouwgrond naar de kleine boeren en hun bescherming tegen het willekeurige criminele verzet door grondbezitters en veiligheidstroepen.
Er zullen nog veel gevechten moeten plaatsvinden voor de oorlog tegen de grondbezittersklasse is gewonnen, en enkele daarvan worden nu al gevoerd. Er lopen bijvoorbeeld rond de 6.000 procedures voor de terugwinning van land, die weliswaar geopend, maar niet afgesloten werden, wat betekent dat 90 procent van 6 miljoen hectare, die door de boeren teruggewonnen werden, in gevaar zijn. De revolutionaire klassenstrijd tot aan de totstandkoming van socialisme moet verdergaan.
Vertaling Nick Spook.