Klimaatstrijd is klassenstrijd

i-008-016.jpg
Demonstratie voor snellere actie bij het bestrijden van de gevolgen van klimaatverandering (Foto: Internet)

Wiebe Eekman

Ongelijkheid kenmerkt het klimaatprobleem. Op alle niveaus. De armere landen tegen de rijkere. De werkende bevolking tegen de 1 procent die het kapitaal beheert. Wie het minst heeft bijgedragen aan het klimaatprobleem ondergaat het meest de gevolgen.

De klassenstrijd uit zich in het ernstig nemen van de wetenschappelijke rapporten. De klassenstrijd uit zich ook in de keuze van de maatregelen die voorgesteld worden.

Arme landen tegen de rijkere...

De internationale klimaatonderhandelingen in Katowice werden dagenlang geblokkeerd door de vraag of het meest recente rapport van het IPCC zou worden toegelaten. Dat rapport stelt dat het een wereld van verschil gaat maken of de gemiddelde klimaatopwarming beperkt zou blijven tot 1,5 graad C of tot 2 graad C. Dat bovendien drastische maatregelen genomen moeten worden op korte termijn. Zo drastisch dat het een revolutionair karakter krijgt.

De meerderheid van de 195 landen verwelkomden dit rapport en zijn oproep. De armste landen zeiden zelfs dit van ganser harte en heel warm te verwelkomen. Maar de VS, samen met Saoedi-Arabië, Rusland en Koeweit blokkeerden de onderhandelingen. Zij wilden als grote olieproducenten slechts 'nota nemen' van het rapport. De belangen van de grote kapitalistische monopolies wegen blijkbaar zwaarder dan het redden van het ecosysteem van onze planeet aarde. Een ecosysteem waarvan wij afhankelijk zijn voor heel ons dagelijks leven.

Doorschuiven van de verantwoordelijkheid naar volgende generaties?

In de Europese Unie woedt de strijd om de ambities te verhogen met betrekking tot de vermindering van de broekasgassen. Om nu al strengere normen te stellen en niet te wachten tot na 2030 of 2050. Die laatste ideeën bestaan, want dan hoeft er nu niet drastisch ingegrepen te worden en blijft het 'concurrerend vermogen van onze bedrijven' gespaard. Zo stemde België in tegenstelling tot Nederland op 3 december, nota bene daags na de grote klimaatmars met 75.000 deelnemers door de straten van Brussel, toch tegen de verhoging van de Europese ambitie. Reden? Het is niet 'kosten-efficiënt' voor de energievretende petrochemie.

In Nederland bestelde de chemiesector een rapport over de mogelijkheid van vergroening van deze sector. Het antwoord is bevestigend: Jawel het kan. Waterstof en opslag en gebruik van hernieuwbare energiebronnen uit wind en zon spelen een hoofdrol. Maar weer duikt 'concurrentie' op om de besluiten af te zwakken. Daarom zullen ze toch maar nog doorgaan met fossiele brandstoffen, gecombineerd met het afvangen van de CO2 om die ergens onder de grond te steken, de zogenaamde Carbon Capture and Storage. Dat terwijl de technologie voor die Carbon Capture and Storage veel minder vergevorderd is en op zichzelf ook energieverslindender dan de groene waterstoftechnologie die al een eeuw bestaat.

Zo vermijden ze grote investeringen in hun bestaande installaties en hopen dat de overheid wel met publiek geld het netwerk om CO2 te vervoeren en onder de grond te steken voor haar rekening zal nemen. Dat is weer afval onder de mat vegen en de toekomstige generaties met een gigantisch probleem opzadelen. De strijd voor de juiste technologische keuzes , die ecologisch en sociaal verantwoord zijn, is een klassenstrijd die wij moeten opnemen.

Planmatig en vanuit de overheid aanpakken...

Jawel, de gepaste investeringen doen, is een miljardenkwestie. Volgens het studiebureau Navigant dat het rapport voor de Nederlandse chemie opmaakte zou dat 27 miljard in de chemische industrie zelf zijn, 37 miljard in de energiesector en nog eens 3 miljard in de brandstofsector. Al met al draagbare cijfers voor deze rijke welvarende industriële sector, zou ik zeggen. Deze sector is reeds gewend aan hoge investeringen op korte termijn. De dividenden zullen dan wel naar beneden gaan. Het is echter niet meer dan gerechtvaardigd dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.

Ook de werkgelegenheid is erbij gebaat. Uitvoering van deze ecologisch verantwoorde investeringen zou de chemische industrie hier verankeren. Michel Stork van Navigant zegt er bij dat een planmatige aanpak en een sterke overheidssturing de risico's voor de bedrijven zou verminderen. Die planmatige aanpak over alle sectoren van de maatschappij en een dwingende sturing vanuit de overheid, daar kunnen we achterstaan. Ook dat vergt een politieke klassenstrijd.

Doorschuiven van de kosten naar de bevolking...?

Velen in de klimaatbeweging blijven denken binnen de logica van het kapitalistische marktdenken. Olie en gas zijn volgens hen te goedkoop, daarom zou er verspild worden. De 'koolstofprijs' zou zwaar verhoogd moeten worden. Dan zouden de mensen vanzelf betere keuzes maken in hun aankoopgedrag. Alle grote olie- en gasbedrijven promoten sterk deze koolstofprijs. Het schuift de verantwoordelijkheid van hen weg. De kleine eindgebruiker, die het minste te zeggen heeft over de strategische investeringen, mag alle kosten dragen.

In Frankrijk is het die koolstoftaks, in naam van het klimaat, die de druppel teveel was en die de Gele Hesjes op straat bracht. Hun protest is terecht. Hun volhardenheid toont een weg van klassenstrijd die de Franse staat al toegevingen heeft afgedwongen.

Wij hebben de taak om strijd te voeren voor klimaatmaatregelen die sociaal rechtvaardig zijn. Zonder sociaal draagvlak kan een echt klimaatbeleid niet bestaan. Tegelijk wijst heel de klimaatproblematiek erop dat het kapitalistisch systeem de oorzaak is van de problemen. Zo helpt de klimaatstrijd ook de bewustmaking over de noodzaak van systeemverandering.

Klimaat is klassenstrijd, 14 december 2018.