"(...) Voor de regering was Winnie Mandela het symbool en middelpunt van het ANC-verzet. Samen met tweeëntwintig anderen werd ze bij een landelijke arrestatiegolf aangehouden op grond van de wet op de onderdrukking van het communisme. De latere aanklacht draaide voornamelijk om de activiteiten van het verboden ANC, om 'communistische contacten' naar buiten en de vele geheime bijeenkomsten, die volgens de staat gericht waren op de 'gewelddadige omverwerping' van het systeem. De aanklacht omvatte negenennegentig punten: van de ANC-groet en het zingen van ANC-liederen tot het 'bederven van de jeugd' (ophitsen tot verzet) - altijd al haar belangrijkste zwakke punt in de ogen van het systeem, naar ze zelf zegt. Aangezien vrijwel alle zogenaamde getuigen à charge echter voor de rechter toegaven te zijn gemarteld door de veiligheidspolitie en tot valse verklaringen te zijn gedwongen, baatte het de openbare aanklager Liebenberg weinig dat hij de verdachten in dreigende kleuren afschilderde als 'communistische samenzweerders' en een loflied zong op de veiligheidspolitie, noch ook was het gunstig voor de veiligheidspolitie dat ze hun mensen hadden binnengesmokkeld bij zelfs li-berale kranten, die dagenlang schreven over de verdachten die een ernstig gevaar voor de veiligheid zouden zijn. De foto's van de 'gevaarlijke wapens' waren vervalst. Die waren van een ander proces afkomstig. Het vonnis luidde vrijspraak. Van den Bergh was razend. Zo gemakkelijk gaf hij zich niet gewonnen. Hij was vastbesloten Winnie Mandela als symbool van het ANC-verzet politiek tot zwijgen te brengen. (...)"
Uit: Winnie Mandela, een stuk van mijn ziel, 1987.