Rinze Visser
Vrijdag 4 januari namen we afscheid van een communist uit Oost-Groningen. Van Hans Heres, gestorven aan een ernstige ziekte, een communist met een grote staat van dienst. De vrijdag daarop, 11 januari, was ik bij de crematie van het oudste lid van onze partij-afdeling, bijna 99 jaar geworden. Van elk van die vrijdagen zullen gebeurtenissen mij nog lang bijblijven.
Na de plechtigheid in Oost-Groningen kreeg ik van een partijgenote die ik lange tijd niet gezien had de twee banden van Het Communistisch Verzet in Groningen cadeau. Tijdens de plechtigheid in Friesland vertelde die zoon van ons oudste lid dat zijn moeder in de oorlog met haar oudste zuster - de echtgenote van het CPN-raadslid Jacob de Rook - naar Leeuwarden reisde om hem daar in de gevangenis te bezoeken, dat door de bezetters geweigerd werd. Het communistisch gemeenteraadslid van Lemsterland is in 1942 in het concentratiekamp Buchenwald omgekomen. Bij beide plechtigheden klonk de Internationale.
Zo gauw ik daar tijd voor had ging ik bladeren in de boeken over het communistisch verzet in Groningen. Foto's kijken en stukjes lezen. Wat ik zo nu en dan ook doe in het later uitgebrachte boek over het communistisch verzet in Friesland. Denkend aan al die mensen, communisten en ook sympathisanten, die standvastig vochten tegen een vreselijke vijand, vijand van de arbeidersklasse, van de mensheid en van de beschaving. Mensen die vaak ook doodsbang moeten zijn geweest, maar die de angst alleen opzij konden zetten omdat ze wisten voor een goede zaak te vechten. Denkend aan al die mensen, waarvan velen het leven lieten, in Groningen, in Friesland en in heel Nederland en zeker en vooral die in Duitsland, het hol van het fascistisch roofdier, merk je dat je je tegelijkertijd zowel klein als groot kunt voelen.
Klein omdat je de toenmalige omstandigheden vergelijkt met die van nu. Nu geen buitenlandse bezetting, geen verboden communistische partij, geen jodenvervolging. Groot, omdat je deel uitmaakt van de Communistische Partij en van de internationale communistische beweging, dat je je erfgenaam van al die heldhaftige mensen mag noemen. Dat je trots mag zijn op de Februaristaking in Amsterdam en omstreken in 1941. Klein en groot, maar ook afkeer. Als je denkt aan die 'grote en kleine' beulen, die de verzetsmensen mishandelden en de dood indreven. Door executie, uithongering en de nauwelijks te bevatten massale verstikking in de gaskamers en verbranding van joodse mensen. Dan denk je ook aan de minachting waaraan velen ook nu blootgesteld worden, waar ik het nu niet over wil hebben.
Denkend aan Jacob de Rook, de toenmalige communistische voorman in Lemmer en CPN-raadslid, denk ik ook aan een allang geleden 4 mei herdenking in mijn woonplaats. Het 4 mei-comité had toen in zijn oproep een sneer naar de communisten gegeven. Mijn geweten zei mij dat ik toen onmogelijk in de stoet mee kon lopen. Als alternatief heb ik die tijd doorgebracht met de weduwe van de in de oorlog vermoorde communistische voorman, die sinds enige tijd in het verzorgingshuis in Lemmer woonde. Ik vond toen dat het toenmalige 4 mei-comité ook dit slachtoffer van de fascistische bendes diep had beledigd.
Je klein of groot voelen, afkeer hebben. Het zijn emoties die gemakkelijk zijn uit te leggen. Maar er is nog iets, wat moeilijk benoemd kan worden.Respect heb ik voor de schrijvers die zich grote moeite getroost hebben om het communistisch verzet - dat in Nederland altijd onderbelicht geweest is - te bestuderen en voor het voetlicht te brengen en te boek te stellen. Het zullen, zeker in deze tijd, geen bestsellers worden. Geldelijk gewin zal de jarenlange arbeid niet opleveren.
Maar dan het gevoel, waar ik moeilijk een uitdrukking voor kan vinden. Wat kunnen we er trots op zijn deel uit te maken van de communistische beweging. Maar hoe zal de waardering en herwaardering voor communisten de toekomst en ook de geschiedenis ingaan? Als de laatsten der Mohikanen? Communisten, prima dat ze er toen waren. Toen het nodig was. Communisten en socialisme slechts geschiedenis? Zijn er in het huidige verpestende neoliberale klimaat, dat ook door steeds meer wetenschappers - zij het nog voorzichtig - bekritiseerd wordt, dan geen verzetsstrijders nodig? Alleen wel als het oorlog is?
Juist nu is er verzet nodig! Het wordt elke dag duidelijker dat de grote problemen van de groter wordende kloof tussen arm en rijk en van de verpesting van de aarde niet via de kapitalistische, de weg van de marktwerking opgelost kunnen worden. En..., de volgende grote oorlog niet voorkomen kan worden! Laat het niet gebeuren dat de jongeren van nu over twintig, dertig jaar of nog eerder moeten zeggen: waar zijn de communisten nu we ze nodig hebben?