Rosa Luxemburg[2] en Karl Liebknecht[3] vandaag meer nodig dan ooit

Zonder partij geen theorie noch daad

i-010-022.jpg
Spandoek tijdens de LLL-demonstratie (Lenin-Luxemburg-Liebknecht) in Berlijn in 2015. Elk jaar herdenken Duitse revolutionairen de moord op Liebknecht en Luxemburg. (Foto: Uwe Kitisch/Flickr/cc/by-nc-nd)
i-011-024.jpg
Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg (Bewerking Manifest)

Dietmar Dath [1]

Onlangs leerde ik in Berlijn een politiek geschoolde, linkse Amerikaan kennen, die mij een theorie toelichtte die hij zelf had bedacht: de door president Trump aangekondigde muur is niet alleen een voorziening om ongewenste immigratie tegen te gaan, maar ook een signaal aan de eigen bevolking in de VS. Een teken van de aanscherping van de klassenstrijd. In dat kader moeten we de semimilitair georganiseerde inzet met traangas tegen ongewenste personen aan de grens met Mexico zien als een voorteken van de toekomstige verharding van de binnenlandse politiek.

Ik antwoordde hem: extern en intern gericht militarisme, zo noemde Karl Liebknecht dat. Ik zei verder dat je de volgende vergelijking in overweging kunt nemen: enerzijds de samenhang tussen het in de VS bij wet vastgelegde verbod op inzet van het leger als ordehandhaver op het eigen grondgebied, met daarnaast de inzet van de nationale garde en de tot de tanden toe bewapende politiemacht ('klaar voor een burgeroorlog') tegen de achtergrond van de samenhang die Karl Liebknecht legde tussen het leger, de reservisten, Vrijkorpsen (bewapende burgers), politie en de klassenjustitie.

Voor mij was dit geen nieuwe bewering. Maar de Amerikaan vroeg aan mij: "Karl Liebknecht, was dat niet een vriend van Friedrich Engels?" Engels is, net als Marx, iemand die een links geschoolde Amerikaan wel kent. Op de universiteiten in de VS wordt Marx vaak geciteerd, Engels zelden maar toch ook af en toe. Mijn Amerikaanse gesprekspartner liet zich graag door mij nader informeren: de Liebknecht waar hij op doelde heette Willhelm, maar ik bedoelde zijn zoon, Karl, een van de oprichters van de KPD, samen met Rosa Luxemburg (waarvan de Amerikaan alleen de naam kende). Beiden werden vermoord door een Vrijkorps in Berlijn. Dergelijke vrijkorpsen bestaan in de VS nog steeds als de 'ongeorganiseerde militia' [nvdr: reservemilitie, mannen tussen 17 en 45 jaar die niet tot de formele georganiseerde strijd- en politiemacht behoren].

Deze Amerikaan, die dit alles nog niet wist, is geen onwetend persoon. Hij heeft publicaties geschreven over de sociale geschiedenis en vrijheidsstrijd en lezingen gegeven. Maar ondanks dat hij Duits verstaat en leest kende hij Karl Liebknecht niet, en wist hij ook niets van het document uit het jaar 1910, waar ik aan refereerde. [nvdr: 'Thesen over het militarisme', bijdrage voor de Conferentie van de Socialistische Jongereninternationale in Kopenhagen] Daarin gebruikt Liebknecht stevige woorden ter veroordeling van de gruwelen gepleegd door 'hoogmoedige landsknechten' [nvdr: hier wordt een parallel getrokken met de sterke rol van Duitse huurlingen in Europa in de 15e/16e eeuw], woorden die hem ongeveer 10 jaar later het leven zouden kosten.

In diezelfde tekst uit 1910 staan tekstdelen die beangstigend actueel zijn en met iedere update van relevante nieuwssites op internet actueler worden, of men ze nu betrekt op het 'Nabije Oosten' of op de Zwarte Zee, op de Bundeswehr [nvdr: leger van de Bondsrepubliek Duitsland] of om het even op het leger van de VS: "Het extern en het intern gerichte militarisme is een werktuig in handen van de heersende klasse voor de [verdediging van de] belangen van die heersende klasse. Het is de meest solide verdediging en het effectiefste middel van de heersende klasse voor repressie en uitbuiting. Het geeft de heersende klasse de mogelijkheid om, ook tegen de wil van de grote meerderheid van het volk in, op zijn minst geruime tijd haar heerschappij te kunnen handhaven en vormt een enorme belemmering om de maatschappij op een vreedzame en organische manier te kunnen ontwikkelen.

Het militarisme vormt een voortdurende ondraaglijke economische, politieke en morele last voor de grote meerderheid van de bevolking en een gevaar voor de volksvrede. Als het militarisme zich ontwikkelt in de richting van de opbouw van een terroristische alleenheerschappij (autocratie), dan is dat geen doel op zichzelf, maar alleen de militaristische verschijningsvorm van 'bescherming en verzet' (Schutz-und-Trutz) van alle uitbuitende en onderdrukkende machten, de politieke reactie en het kapitalisme die zich bewapenen. Zo'n autocratie is een vat vol tegenstellingen.

Zijn belangen en behoeften staan in vele opzichten haaks op de onmiddellijke winstbelangen van het kapitalisme, die het uiteindelijk toch moet beschermen en dienen. Belangrijke ontwikkelingstendensen van het kapitalisme zelf ondermijnen zo zijn eigen randvoorwaarden. Dit specifieke dialectische afbraakproces gaat hand in hand met het algemene dialectische afbraakproces van het kapitalisme, en de algemene strijd tegen het kapitalisme en tegen alle reactionaire krachten treft ook het militarisme. Niettemin maakt de extra gevaarlijke aard van het militarisme een gespecialiseerde en bijzonder krachtige bestrijding door het proletariaat tot een noodzakelijkheid", aldus het citaat uit de genoemde tekst van Liebknecht.

Mijn nieuwe bekende uit Amerika beklaagde zich over de politieke zwakte van Amerikaans links in de VS. Terneergeslagen liet hij me weten: "De grootste ironie is dat we uitgerekend op Trump moesten wachten voor het terugtrekken van onze troepen uit Syrië, ook al is dat een tegenstrijdig proces en geeft het Turkije meer manoeuvreerruimte voor misdaden. Barack Obama, waar veel progressieven hun hoop op hadden gevestigd, heeft de oorlogsvoering met drones aangescherpt als geen enkele president voor hem.

"Over de oorzaak van de zwakte van Amerikaans links had de klager interessante vermoedens: corruptie van delen van de niet heersende klassen door directe en indirecte deelname aan slavernij, landroof, onderdrukking en vernietiging van inheemse volkeren; de succesvolle inzet van de strategie van 'verdeel en heers!' door de machtigen tegenover verschillende etnische groepen, niet alleen tegenover het industrieproletariaat; politieke fouten van de Democratische Partij.

Ik vroeg hem naar de positie van de Democratische Partij ten opzichte van het socialisme, omdat binnen haar gelederen de laatste tijd meer prosocialistische geluiden te horen zijn. Hij antwoordde dat hij in zijn vaderland alleen linkse mensen kent die het socialisme, als basis voor de vereniging van staten of als partijbasis, zien als een dwaalspoor, of in het beste geval als een omweg die terugleidt naar een hooguit enigszins sociaaldemocratisch gekleurd links-liberalisme. Dit links-liberalisme wordt door veel van zijn landgenoten 'democratisch socialisme' genoemd, om zich te onderscheiden van de oudere, westerse 'sociaaldemocratie'. Hij wees mij op een recent verschenen boek waar in de VS veel over wordt gediscussieerd, als voorbeeld van deze afrekening met de oudere, westerse sociaaldemocratie: 'Leftism reivented' [nvdr: mei 2018], wat in het Nederlands zoiets betekent als 'links opnieuw uitgevonden', waarbij 'leftism' taalkundig eigenlijk niet vertaald kan worden als 'links' maar met een vreselijk woord als 'linksisme'.

Volgens de auteur Stephanie L. Mudge, docente sociologie aan de Universiteit van Californië in Davis, moet dit 'links' opnieuw worden uitgevonden, omdat de sociaaldemocratie in het Westen, in de jaren '90 van de vorige eeuw, plotseling is begonnen met luisteren naar de verkeerde experts en is overgelopen naar het neoliberalisme.

Mevrouw Mudge heeft het met haar uiteenzetting over de Zweedse en Duitse sociaaldemocratie, de Amerikaanse Democratische Partij en de Britse Labour Partij niet helemaal bij het verkeerde eind. Maar verbazingwekkend in haar in totaal 500 pagina's tellende onderzoeksijver zijn de blinde vlekken en dode hoeken, die juist niet het 'linksisme' betreffen maar inzicht zouden kunnen geven in de werkelijke geschiedenis van de dragers en vormers van socialistische ideeën, bewegingen en partijen, links van de Keynesiaanse sociaaldemocratie. In het namenregister van Mudge's boek, waarmee gesuggereerd wordt dat er wordt teruggegaan naar de voorgeschiedenis, tot begin 20e eeuw, komt zowaar Wilhelm Liebknecht voor (die in het boek wordt gewaardeerd als deelnemer aan de ontstaansfase van de sociaaldemocratie), maar zowel zijn zoon Karl als Rosa Luxemburg ontbreken echter in dit register.

Zeer merkwaardig: hier hebben we dus een sociaalhistoricus voor ons, die er duidelijk eerlijk van overtuigd is dat het in de linkse kritiek en politiek vandaag de dag onder andere gaat om het ter verantwoording roepen van de jonge sociaaldemocratie, voor haar sociale afbraak en haar op zijn best dubbelzinnige houding met betrekking tot oorlogsvraagstukken. Maar diezelfde sociaalhistoricus negeert in de personen van Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg juist die twee mensen die meer dan wie ook er alles aan gedaan hebben om te voorkomen dat de SPD zich zo weerzinwekkend ontwikkelde.

Hoe komt dat? Het kan ermee te maken hebben dat Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht het niet hebben gelaten bij het aan de kaak stellen van de morele en politieke ineenstorting van de SPD. In plaats daarvan hebben zij in de vorm van de Gruppe Internationale en later de Spartakusbond [nvdr: vereniging van marxistisch socialisten in Duitsland, opgericht in 1915] allereerst een organisatiecentrum opgericht voor antimilitaristisch en antirevisonistisch verzet tegen het verraad van de SPD. Vervolgens hebben zij samengewerkt met een afsplitsing van de gecompromitteerde SPD, de 'Onafhankelijke Sociaaldemocratische Partij van Duitsland'(USPD). En tenslotte namen zij deel aan de oprichting van de Communistische Partij van Duitsland (KPD). [nvdr: 1918/1919]

De linkervleugel van het anticommunisme, voor zover zoiets bestaat, citeert zoals bekend tot op heden van Rosa Luxemburg vooral teksten met kritiek op Lenin en 'zijn' partijconcept, waarin zij pleitte voor een stevigere, vrijere strijd binnen het socialisme dan op dat moment mogelijk was in de jonge, zowel van binnenuit als van buitenaf 'met de dood bedreigde', Sovjet-Unie. De teksten van haar die men echter liever niet citeert, hebben betrekking op het glasheldere idee "dat het Duitse proletariaat vandaag de dag in zijn voorhoede een socialistische partij nodig heeft die is opgewassen tegen de lange strijd."

Deze zin komt uit een tekst gepubliceerd op 3 december 1918 in de 'Roten Fahne', met als titel 'De 'onrijpe' massa'. De aanhalingstekens in de titel zijn bedoeld als waarschuwing dat een leiding die vooral tactisch opereert, marchandeert en het af laat weten, zich vaak beroept op het gebrek aan volwassenheid van de door hen slecht geleide massa's - een waarschuwing die nog niets van haar waarde verloren heeft. Diegenen die hebben geprobeerd om, achteraf, van Rosa Luxemburg een burgerlijke liberaal in een rood kostuum te maken, kunnen het bijna niet verdragen om eraan herinnerd te worden waar zij werkelijk stond, zoals te lezen is in een fragment uit een discussiestuk van haar over de Russische Revolutie: "Waar het op aan komt is het eigenlijke vraagstuk in deze periode te begrijpen. Dit vraagstuk heet dictatuur van het proletariaat, verwerkelijking van het socialisme."

In hetzelfde citaat benoemt zij de erfenis van de politiek van de Bolsjewieken: hun overtuiging en bereidheid om niet af te wijken van de revolutionaire taak, in tegenstelling tot het westerse 'linksisme' van de heer Karl Kautsky en consorten. "In dit opzicht", schreef ze, "behoort de toekomst overal aan het 'Bolsjewisme'."

De tekst, waarin deze citaten staan, heeft zij niet afgemaakt, maar om hetgeen deze woorden betekenen voor Duitsland niet verloren te laten gaan, heeft zij deelgenomen aan de nationale conferentie van de Spartakusbond eind december 1918, wat uiteindelijk de oprichtingsdatum werd van de KPD. Op die dag sprak Karl Liebknecht over de helaas treurige, toen recente geschiedenis van de USPD, om de basis voor de oprichting van de KPD helder te maken. Rosa Luxemburg legde het programma voor de nieuwe partijorganisatie aan de conferentie voor.

En daarmee voltrok zich bij deze beide buitengewone mensen - op een historisch kantelpunt in de ideeëngeschiedenis van het socialisme, als geschiedenis van een beweging, en bovendien de geschiedenis van een beweging als partijgeschiedenis - precies de soort 'praktijk op basis van theorie' en 'theorie op basis van praktijk' die het marxisme onderscheidt van alle andere benaderingen die gericht zijn op het verbeteren van de samenleving. Zo ontstond er een nieuwe schat aan historische mogelijkheden en informatie om mee te vergelijken en te onderscheiden.

Zo kunnen we sindsdien vragen stellen als: wat onderscheidt de 'Wahlalternative Arbeit & Soziale Gerechtigkeit' (WASG) [nvdr: in 2005 opgerichte Duitse politieke partij, in 2007 gefuseerd met Die Linkspartei tot Die Linke] van de USPD? Wat onderscheidt de DKP van de KPD? En wat de 'Gele Hesjes-beweging' in Frankrijk van de Tea Party in de VS? Zulke vragen zijn noodzakelijk om de situatie te leren begrijpen. Daartegenover lijkt de poging om de koers van een omgekochte, gedemoraliseerde en onsamenhangende sociaaldemocratie bij te buigen op basis van de therapeutische voorstellen van John Maynard Keynes, zeer verouderd.

Men kan er zeker rouwig om zijn dat de KPD in november 1918 nog niet als concrete partij bestond, wat het voor de sociaaldemocratische verraders Ebert, Scheidemann en Noske makkelijker maakte om de Duitse revolutie in de kiem te smoren. Maar terugkijkend is het, zelfs voor partijloze intelligentsia, daardoor ook duidelijker om het perspectief te zien van de correcte analyse, vooral in het licht van daadwerkelijk handelen, die Luxemburg en Liebknecht hebben gemaakt over de randvoorwaarden van een socialistische partij: een partij die niet alleen klaar is voor de grote, maar ook voor de kleine daden, niet alleen strijd voor de korte termijn en in revolutionaire tijden, maar ook is opgewassen tegen langdurige en moeizame tijden.

Noten

[1] Dietmar Dath, 1970, Duitse auteur, journalist en vertaler.
[2] Rosa Luxemburg, 1871 - 1919
[3] Karl Liebknecht, 1871 - 1919
Zie voor een snel historisch overzicht: https://nl.wikipedia.org/wiki/Karl_Liebknecht

Bron: Unsere Zeit, 11 januari 2019, bijlage bij 'Rot Fuchs', april 2019, vertaling J.Bernaven.