De Cubaanse Vrijheid en Democratische Solidariteitswet is een wraakgierig Amerikaans misbaksel dat gericht is op het breken van de ruggengraat van Cuba, gebruikmakend van alle mogelijke schadelijke middelen die immense schokken veroorzaken en ons voor altijd zouden moeten verslaan. Het einddoel is het laten verdwijnen van een natie.
Laten we ons twee hypothetische scenario's voorstellen, beide onmogelijk voor hen die vertrouwen op onze vaardigheid om weerstand te bieden en de moed van ons volk.
Het eerste scenario: De imperialistische vijand en haar bondgenoten slagen erin om, door gebruik van hun militaire macht, de meerderheid van het land te bezetten en een provisorische regering in te stellen na de afkondiging van het einde van de Revolutie.
Het tweede scenario: De scheuring veroorzaakt door bedrog en ontmoediging gezaaid door de vijand. Dit verraad dwingt ons om 'het zwaard te laten vallen', zoals in 1878. Een Baragua kan niet worden uitgesloten. Een provisorische regering wordt gevestigd en troepen van de VS bezetten het land om de komst van 'humanitaire hulp' te garanderen.
Zouden wij dan 'vrije en democratische' verkiezingen krijgen? Nee, de provisorische regering, persoonlijk aangesteld door de bezettingsmacht, kan geen verkiezingen uitroepen tot het Congres in de VS dat akkoord acht.
Dus, na wie weet hoeveel jaar worden verkiezingen uiteindelijk goedgekeurd door het Amerikaanse Congres. Wat gebeurt er met de economische, commerciële en financiële blokkade? Wordt die opgeheven nadat het einde van de Revolutie is aangekondigd? Nee, dat is niet het plan. Die blijven intact tijdens de overgangsperiode om druk te kunnen blijven uitoefenen. Om dit scenario te vervolgen, stel dat de overgangsperiode voorbij is en een acceptabele, Yankee-stijl president en regering geïnstalleerd, wordt de blokkade dan opgeheven? Je zou denken van wel, maar nee, dat is niet wat de Helms-Burton Wet voorschrijft.
De president van de VS of zijn zaakgelastigde moet het Congres verzekeren dat alle eigendommen die genationaliseerd of in beslag genomen zijn op basis van de revolutionaire en internationale wetten weer overhandigd zijn aan hun voormalige eigenaren in de VS, inclusief degenen die na 1959 Cubaans-Amerikanen werden.
De waarde van deze 'vergoeding' of 'compensatie werd in 1997 door Amerikaanse deskundigen geschat op ongeveer 100 miljard dollar.
De heronderhandeling m.b.t. het akkoord over de marinebasis op de Guantanamobaai wordt ook overwogen zonder garantie op teruggave.
Om deze compensatie te betalen zouden Cubaanse regeringen leningen moeten afsluiten, wellicht bij het IMF. Dit zou tot rentebetalingen en een eindeloze spiraal van plundering leiden.
Wij zouden in handen vallen van schuldeisers die zich specialiseren in risicodragende obligaties, ook wel bekend als aasgierenfondsen. Cuba zou een onbetaalbare schuld opgelegd krijgen. Hoe zou een geruïneerd, uitgeput land, door oorlog en bezetting in armoede vervallen, een land dat een groot deel van haar kinderen in de arbeidsgeschikte en vruchtbare leeftijd kwijt is, zulke schulden kunnen terugbetalen? Wij zouden in handen vallen van bandieten die bereid zijn onze nationale rijkdommen tot de laatste druppel op te slokken.
Wij zullen helder Cubaans spreken, zoals Fidel zei: "Het gedachtegoed en het werk van de Cubaanse Communisten en Cuba zullen standhouden. Wij Cubanen zijn gemaakt van staal en kunnen de moeilijkste uitdagingen doorstaan." Wij zullen opstaan, keer op keer, generatie na generatie, om onze vrijheid te verdedigen.
[1] Op basis van het artikel geschreven door Raúl Antonio Capote, gepubliceerd in de Granma op 17 april, 2019.
Informatie van Katia Aruca Chaple, derde secretaris ambassade van Cuba.
Vertaling Alex van Eyk.