Toen internationalisme ertoe deed

i-010-019.jpg
Een van de comités tijdens het tweede congres van de Derde Internationale in 1920. Onder meer met Lenin. (Foto: Wikimedia Commons)
i-010-020.jpg
Het logo van de Comintern.

Greg Godels

Begin maart van dit jaar was het de honderdste verjaardag van de oprichting van de Derde Internationale, ofwel de Communistische Internationale of Komintern [1]. Voor de meeste mensen is dit jubileum onopgemerkt voorbijgegaan en er is weinig aandacht aan besteed. Een uitzondering vormde een artikel in 'Jacobin' [2] door Loren Balhorn, getiteld 'The World Revolution That Wasn't' [3]. Balhorn is een jonge redacteur bij Jacobin.

Nog niet zo lang geleden had de nalatenschap van de Komintern nog steeds de overhand, communistische partijen in vrijwel elk land vormden of domineerde de politieke linkerzijde van hun land of hadden op zijn minst een sterke invloed op links. Misschien moeten diegenen van ons die deze tijd hebben meegemaakt en/of die zich dat nog goed herinneren, dankbaar zijn voor deze herdenking door Balhorn. Maar omdat Balhorn de betekenis van de Communistische Internationale niet volledig begrijpt, is het slechts een kleine 'gunst', eigenlijk een zeer kleine gunst.

Voor Balhorn was de Komintern een mislukking. De geschiedenis ervan was volgens hem vrij eenvoudig: in de eerste vier jaren van haar bestaan was de Internationale getuige van meerdere opstanden en revoluties en een explosieve groei van socialistische en andere radicale organisaties, en het leek erop dat de wereld echt aan de vooravond stond van een socialistische transformatie. Toch hebben de communisten deze transformatie niet gerealiseerd. De Sovjet-Unie bleef geïsoleerd en werd steeds meer autoritair en stagneerde in haar ontwikkeling.

Toen de Sovjet-Unie tot een eind kwam in 1991, veroorzaakte die mislukking echt een totale globalisering van het neoliberale kapitalisme en de ineenstorting van de internationale linkerzijde als politieke kracht, niet meer in staat zich tegen het neoliberalisme te verzetten. Om de verloren kansen van de Komintern te illustreren, haalt Balhorn de geplande Duitse opstand van oktober 1923 aan, een gebeurtenis die hij spottend 'de Duitse Flopoktober' noemt. Zoals in zoveel liberale en sociaaldemocratische verslagen over de Weimar-periode, gaat Balhorn los over de mythen van communistische incompetentie, verraad en, tegenstrijdig, zowel valse bescheidenheid als ultra-linkse afscheiding en dominantie.

De realiteit was echter enigszins anders, gezien tegen de achtergrond van het sociaaldemocratische verraad. Net als de liberalen van vandaag, was de Sociaaldemocratische Partij van Duitsland (SPD) bereid om met de duivel samen te werken om politieke doelen te bereiken of te beschermen en om ten koste van alles een socialistische revolutie te vermijden. In het geval van de SPD werd haar oordeel over de communisten noodzakelijkerwijs mede gevormd door de samenwerking van de SPD met Duits extreemrechts, de proto-fascistische [voorlopers van fascisme] Freikorpsen en het Duitse leger [Reichswehr], in de slachting en het neerslaan van communistische opstanden in 1918 (Spartacusopstanden), 1919 (Beierse Sovjetrepubliek) en 1920 (in de nasleep van de Kapp-coup, rechtse poging tot staatsgreep).

De Kapp-coup [Kapp-putsch] is bijzonder leerzaam. Toen een contrarevolutionair complot van sommige elementen uit het Freikorps en het leger tegen de door de sociaaldemocratie gedomineerde regering van Weimar marcheerde, vluchtten president Ebert en het grootste deel van zijn SPD-regering uit Berlijn, waarbij hij behoedzaam opriep tot een algemene staking tegen de staatsgreep. De arbeiders reageerden en binnen enkele dagen brachten ze de rechtse oppositie op de knieën met de grootste, meest verlammende staking in de Duitse geschiedenis.

Gesterkt door deze overweldigende demonstratie van arbeidersmacht, hielden de arbeiders dit offensief vol en ging er een revolutionaire golf door heel Duitsland. In het industriële hart van Duitsland vormden arbeiders het Rode Ruhr Leger van 50.000 tot 80.000 gewapende arbeiders, ondersteund door 300.000 mijnwerkers. De communistische en linkse socialistische arbeiders versloegen de Freikorpsen en reguliere legereenheden en namen uiteindelijk het hele Ruhrgebied over.

Zeer verraderlijk liet de SPD-regering de krachten die sympathiseerden met de coup - het Freikorps en de Reichswehr - los op de linkse opstandelingen, resulterend in de slachting van honderden, zo niet duizenden communistische en socialistische arbeiders. Veel stakers werden gestraft terwijl de meeste extreemrechtse coupdeelnemers amnestie kregen. Velen van hen werden, veel later, lid van de nazi's.

Is het een verrassing dat communisten in de daaropvolgende jaren vaak verwezen naar sociaaldemocraten als 'sociaalfascisten'? In het geval van Duitsland werkte het verraad van het enerzijds links onderdrukken en anderzijds samenwerken met extreemrechts als aanmoediging en zo werd de weg geëffend voor het fascisme. En zeker, de al te frequente samenwerking van de sociaaldemocratie met de reactionaire krachten om revolutionaire veranderingen te voorkomen, verdiende de vijandschap van revolutionairen.

Door de historische context van het sociaaldemocratisch verraad weg te laten, hebben liberale historici en de anticommunistische linkerzijde binnen de arbeidersbeweging de wijdverspreide mythe weten te construeren van het communistische onverzettelijke, ultralinkse sektarisme in de arbeidersbeweging.

Balhorn onderschrijft met enthousiasme deze valse voorstelling van zaken. De mislukte Duitse Revolutie zou rampzalige langetermijneffecten hebben, die de scheidslijn tussen communisten en sociaaldemocraten zouden versterken en zo het verzet tegen Hitlers opkomst aanzienlijk verzwakken, wat uiteindelijk uitmondde in de vernietiging van de Duitse arbeidersbeweging - een van de grote tragedies van de twintigste eeuw.

Gezien de vastberadenheid van de sociaaldemocraten en liberalen in die periode om het kapitalisme ten koste van alles te verdedigen tegen revolutionaire veranderingen, hadden de communisten geen andere keuze dan alleen verder te gaan.

Bovendien maakte 'het vertroetelen' van het Freikorps, de Reichswehr en de coupgerichte nazi's door de SPD en zijn Weimar-bondgenoten een tactisch antifascistisch verbond bijna onmogelijk in Duitsland. Niettemin zochten de communisten in vele gevallen naar eenheid van de arbeidersklasse, in tegenstelling tot de liberale mythologie, die het communistisch sektarisme de schuld geeft van de opkomst van het nazisme.

In sommige plaatsen, zoals Saksen, rebelleerden SPD-arbeiders tegen het anticommunisme van de leiding en dwongen een eenheidsfrontregering af voor Saksen, waarin ook communisten deelnamen (1923), waarmee zij de nationale SPD tartten. In reactie daarop stond SPD-leider en rijkspresident Ebert het leger toe om die eenheidsfrontregering af te zetten en de Communistische Partij te onderdrukken.

Na de overwinning van de nazi's in het voorjaar van 1932 bij de Landtag-verkiezingen in Pruisen [parlementsverkiezingen deelstaat], waren het de communisten die opriepen tot eenheid van actie van SPD- en KPD-arbeiders samen, zoals benadrukt door de Duitse journalist en Nobelprijswinnaar Carl von Ossietzky, die later door de nazi's werd gedood. Een oproep die werd genegeerd.

Het waren, natuurlijk, de Duitse communisten die het verzoek om een algemene staking uitriepen na Hitlers benoeming tot kanselier, een oproep die werd afgewezen door de sociaaldemocraten.

De realiteit van de Duitse geschiedenis van Weimar in de aanloop naar Hitlers consolidatie van macht staat haaks op de fabels die worden gepropageerd door liberale en sociaaldemocratische historici. De feiten wijzen op een ineenstorting van de sociaaldemocratie, geconfronteerd met een economische crisis en politieke reactionaire krachten, in plaats van een mislukking van het communisme of de Komintern, zoals Balhorn ons wil doen geloven.

Om van het falen van de Europese revoluties in de vroege jaren 1920 in een keer de stap te maken naar de val van de Sovjet-Unie in 1991 en daarom de Communistische Internationale te bestempelen als een mislukking en irrelevant, wijst absoluut op een oordeel gebaseerd op gebrekkige informatie [of onwil, nvdr]. Er is geen manier om de twintigste-eeuwse strijd tegen (en de nederlaag van) het fascisme uit te leggen zonder de centrale rol van het communisme en de Komintern te erkennen. De basis voor die strijd werd gelegd in de door de Komintern georganiseerde internationalistische verdediging van de Spaanse Republiek in de jaren 1930, een heldhaftige poging die zelfs dienst deed als hoofdthema van een iconische Hollywood film, Casablanca, en tal van andere beroemde culturele artefacten uit die tijd. Het door de Komintern georganiseerde internationale antwoord op de aanval van het fascisme op Spanje blijft tot op de dag van vandaag het meest inspirerende voorbeeld van onbaatzuchtige solidariteit met de zaak voor sociale rechtvaardigheid.

Hoewel de Komintern in 1943 is beëindigd, was de erfenis van de communistische eenheid nog tot lang na de oorlog waarneembaar, via succesvolle revoluties in Europa, Azië en elders in de wereld en door de bevrijding van bijna alle koloniën. Terwijl de eenheid van de communistische beweging werd verbroken door de Chinese Communistische Partij en haar bondgenoten, werd op een bepaald moment ruim tweederde van de wereldbevolking geregeerd door politieke organisaties die aanspraak maakten op de naleving van het marxisme-leninisme. En op datzelfde moment waren er in de kapitalistische staten belangrijke communistische organisaties actief.

Voor alle duidelijkheid: de Sovjet-Unie kwam ten val omdat ze de Koude Oorlog verloor. Waarom het de Koude Oorlog verloor is zeer belangrijk, maar ter bespreking voor een andere keer. Echter het is in ieder geval een onjuiste conclusie om een staat als onwaardig, foutief of mislukt te beoordelen, simpelweg omdat deze ten onder is gegaan in oorlog. Veel rechtvaardige doelen en emancipatiebewegingen hebben nederlagen gekend en zullen die, helaas, nog vaker beleven. En de oorlogen door middel van sancties, geleid door de hedendaagse imperialistische bullebakken, tonen zeker aan dat oorlog niet alleen betekent dat legers elkaar ontmoeten op het slagveld. Maar het succes of falen van de Sovjet-Unie en de communistische beweging moet worden beoordeeld door op een zorgvuldige en grondige wijze de balans op te maken, rekening houdend met de eenheid van krachten, het niveau van de materiële ontwikkeling, de verwezenlijkte plannen, de bereikte verworvenheden en de gewonnen sociale vooruitgang. Ongeveer dertig jaar na de ondergang van het Europese socialisme, tonen opiniepeilingen nog steeds een wijdverspreide nostalgie naar het systeem in de voormalige socialistische staten.

De bewering, zoals Balhorn die formuleert, dat de "Sovjet-mislukking de echte totale globalisering van het neoliberale kapitalisme teweegbracht evenals de ineenstorting van internationaal links als een krachtige macht, die in staat zou zijn geweest zich daartegen te verzetten ..." is betreurenswaardig. De logica van het kapitalisme, geconfronteerd met de ineffectiviteit van het Keynesiaanse model, veroorzaakte de terugkeer naar het marktfundamentalisme, het zogenaamde 'neoliberale kapitalisme'. De 'overheveling' van miljoenen goed opgeleide arbeiders van de voormalige socialistische landen naar de kapitalistische arbeidsmarkt heeft feitelijk de arbeidskosten wereldwijd dramatisch verlaagd, wat de groei van de winst en de expansie van de wereldhandel heeft bevorderd.

Maar nogmaals, het was de sociaaldemocratie, inclusief haar liberale en Labour-vertegenwoordiging, die toegaf aan de aanvallen van het triomferend kapitaal op openbare instellingen, welzijn, wetgeving, levensstandaard, lonen en sociale bescherming, een aanval die geleerden 'neoliberalisme' hebben genoemd. Met het falen van het beheersen van het systeem door Keynesiaanse maatregelen, gaf de sociaaldemocratie zich snel over aan de krachten van wreed, ongebreideld, reactionair kapitalisme.

Net zoals voorzichtige 'socialisten' zich in de jaren twintig liever tevredenstelden met de samenwerking met rechts dan zich aan te sluiten bij de krachten van revolutionaire verandering, zoeken de sociaaldemocraten van vandaag naar punten van overeenstemming met de belangen van multinationals en vurige aanhangers van de 'markt', waarmee de weg wordt geëffend voor de groei van rechts populisme.

Balhorn concludeert: "Het politieke landschap van vandaag lijkt niet op dat in 1919 ... We staan nog steeds aan het begin van een potentiële socialistische massabeweging - een onbetaalbare kans die we niet verloren mogen laten gaan". "Vandaag de dag lijkt het onderscheid tussen revolutie en reformisme minder direct relevant. Met het algemene niveau van klassenstrijd en organisatie nog steeds op een historisch dieptepunt, en opstandige politici zoals Alexandria Ocasio-Cortez [nvdr: Amerikaanse Democratische activiste en politicus] en Jeremy Corbyn [nvdr: Brits politicus Labour Party], die het socialisme populariseren op een manier die we gedurende tientallen jaren niet meer hebben gezien, lijkt het duidelijk waar de actie is ... Het probleem is dat er geen revolutionair links van enige betekenis bestaat. Je afwenden van de adembenemende ontwikkelingen in de electorale politiek zal er alleen voor zorgen dat niemand het opmerkt dat socialisten proberen de ontwikkelingen naar links af te buigen."

Ja, het 'probleem' is dat de revolutionaire linkerzijde erg zwak is - nog steeds gekweld door het verlies van de Sovjet-Unie en de sociale democratisering van veel communistische partijen in het naoorlogse - en perestrojka tijdperk. Maar de arbeidersbeweging is ook erg zwak. De vredesbeweging is in moeilijke tijden terechtgekomen. In feite zijn bijna alle sociale rechtvaardigheidsbewegingen de afgelopen jaren ingestort. Dat is alleen maar een reden temeer om onze inspanningen om ze weer op te bouwen te verdubbelen.

Ja, het 'politieke landschap' is niet dat van 1919, het lijkt meer op 1914! Met de rivaliteiten tussen imperialisten die bijna dagelijks verder toenemen is er een dringende behoefte aan actie. Actie tegen oorlog, actie dieniet zal voortkomen uit bestaande politieke krachten. Oorlogsgevaar op de grens tussen India en Pakistan, drone-aanvallen in Somalië en Afghanistan, invasiedreiging in Venezuela, complotten voor 'regimewijziging', gevechten in Syrië en Jemen, de opheffing van verdragen, agressieve oorlogsspelletjes, moordende sancties en nucleair wapengekletter zijn slechts enkele van de dagelijkse bedreigingen van de vrede die elk moment kunnen ontploffen, net zoals ze de schijnbare vrede aan het begin van de vorige eeuw wreed verstoorden...

Balhorns tegenstelling tussen 'reformisme en revolutie' is niet zinvol. Er zijn geen revolutionaire vertegenwoordigers die niet het vertrouwen van de massa hebben gewonnen door te vechten voor onmiddellijke hervormingen, verzet tegen het kapitaal en het verlichten van het lijden van de werkende klasse. Omgekeerd heeft het reformisme nooit duurzame concessies van het kapitaal afgedwongen, tenzij de kapitalisten de hete adem van opstandelingen of revolutionairen in hun nek voelden - dat is de dialectiek van de politieke strijd.

We moeten ons bewust zijn van het feit dat het succes van Sanders, Ocasio-Cortez, Corbyn en anderen eerder een kwestie is van massale ontevredenheid die op een bepaalde manier tot uiting moet komen (zoals tot op zekere hoogte het geval is met de verkiezing van Trump), dan dat het gaat om een engagement met een bepaalde ideologie. De Democratische Partij (en in mindere mate de Labour Party) is nooit een 'vriendelijk thuis' geweest voor het socialisme. Sinds de tijd van Woodrow Wilson is de gedachte dat de Democratische Partij kan worden ingeroepen om het bedrijfskapitalisme te temmen verdreven door leiders van de partij die werden bestuurd door het bedrijfsleven. Om te denken dat een nieuwe generatie jonge, dynamische en capabele progressieven de Democratische Partij kan transformeren, is ofwel vertroebeld denken of 'wishful thinking'. Op dit moment mag dan, met de woorden van Balhorn, de Democratische Partij en een uitbarsting van de sociaaldemocratie worden opgevat als daar 'waar de actie is', maar de geschiedenis leert dat die actie daar niet voor lang zal zijn. Ofwel er worden veel concessies gedaan, de actie wordt getemperd, ofwel de actie moet langs een andere route verder groeien en militanter worden.

Net als in 1919 is de taak om revolutionair links nieuw leven in te blazen zeer urgent. Tientallen jaren van sociaaldemocratische degeneratie tot cheerleader voor "een opkomend tij tilt alle boten op", sponsor van marktoplossingen en fervent verdediger van obscene ongelijkheid, onderstreept de noodzaak van een authentieke antikapitalistische beweging.

Tegelijkertijd duidt de opkomst van linkse trends in de VS en het Verenigd Koninkrijk op een behoefte onder de bevolking naar een nieuwe politiek en dat legitimeert een discussie over socialisme. Dat gesprek kan niet, mag niet worden belemmerd door verkiezingsfetisjisme of worden herleid tot oude, gecompromitteerde instellingen. Hoe deze trend zich evolueert zal natuurlijk mede bepalend zijn voor de vorming van links in de toekomst. Wij moeten helpen het vorm te geven.

De revitalisering van een onafhankelijk links, een marxistisch-leninistisch links, zal de noodzakelijke stap zijn naar een echte antikapitalistische en revolutionair linkse beweging en onze grootste bijdrage. Dat is de echte les van de Communistische Internationale.

Voetnoten

[1] De Communistische Internationale of Derde Internationale, in het Russisch afgekort tot Komintern, 1919 - 1943, was een wereldwijd samenwerkingsverband van communistische partijen onder aanvoering van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie.
[2] Jacobin bestaat uit een Amerikaans driemaandelijks tijdschrift en een website over politiek en cultuur, die een uitgesproken links en socialistisch perspectief bieden, geschreven door vertegenwoordigers van een jongere generatie radicale linkse denkers. De naam is een verwijzing naar de Jakobijnen tijdens de Franse Revolutie. (Bron: Wikipedia)
[3] Het artikel 'The World Revolution That Wasn't' van Loren Balhorn is te vinden op: https://jacobinmag.com/2019/03/comintern-lenin-german-revolution-ussr-revolution

Bron: ZZ's Blog, 14 maart 2019, vertaling J. Bernaven.