Gedicht: Wie wind zaait...
Henricus Azewijn
Wie wind zaait...
Draaiende met alle winden mee
je betaalt toch steeds de tol
bent nooit echt helemaal tevree:
wat gevergd wordt maakt je hoorndol.
Naar de mond alles goed te praten
hebbende nooit wat te zeggen
gerakende in alle mogelijke staten
je onzin onhandig niet kunnende weerleggen.
Van de hak op de tak springende
als een vlo die niet anders kan
naar de pijpen dansende, vals liedjes zingende
door gehakt in je hersenpan.
Op de stem des volks klinken
boordevol onrust in je buik
door stront aan de knikker, 't kan stínken:
in een kapitaalstroom verwachtende een duik...
In weelde toch óóit baden
in het zweet door noeste arbeid
met op je toastjes snot, dril of maden
vier je in je droom een verloren strijd.
De tijd raakt er overrijp voor:
met aangenaaide dovenmansoren
begeleid door het Groot Wolvenkoor
om straks weer hoop de grond in te boren.
Een boortoren op een schiereiland
de bevolking ligt er aan 't gas:
de politiek vindt 't wat gênant
maar de economie zit wat krap bij kas.