Joke van den Boogert
De landelijke verkiezingen in Griekenland van 7 juli jl. brachten de centrumrechtse Nea Dimokratía weer aan het roer. Met de bonus van 50 zetels voor de winnende partij heeft deze partij met 158 zetels - in het 300 zetels tellende parlement - zich net als haar voorgangers een (nep)meerderheid toegeëigend. Met bijna 40 procent van het aantal uitgebrachte stemmen stak zij Syriza de loef af, die 31,53 procent behaalde. Dat was toch nog bijna 10 procent meer dan Syriza op 26 mei incasseerde.
Velen waren geschrokken van Syriza's nederlaag toen en probeerden dat op 7 juli bij te stellen, opdat... rechts niet aan de macht zou komen. Een oud syndroom, dat in de tijd van Andreas Papandreou in hoge mate was uitgebuit in de jaren 80 van de vorige eeuw misbruik makend van de 'rechtse pijn' die de Griekse bevolking vooral in de na-oorlogse decennia had geleden. Het bleek nog altijd te functioneren, ook al was de Syriza-regering het rechtse neoliberale pad opgegaan. Zoals te doen gebruikelijk wel verpakt in linkse terminologie.
Griekenlands communistische partij (KKE) hield stand en werd de vierde partij in het parlement met behoud van haar 15 afgevaardigden. Derde partij werd het overblijfsel van de oude Pasok van Andreas Papandreou. Ondanks de eentonige, decennialange herhaling van het twee-partijen systeem (dus om de beurt telkens één van de grootste twee partijen aan de macht, zoals in de VS de Democraten en de Republikeinen), dat na een paar scheurtjes weer op z'n pootjes terechtkwam (Syriza heeft bijvoorbeeld vier jaar samen geregeerd met de ultrarechtse en nu opgeheven Onafhankelijke Grieken, ANEL), zijn er toch een paar interessante verschuivingen geweest. Zo haalde de nazistische Gouden Dageraad het parlement niet. Met net wat minder dan 3 procent bleven zij onder de drempel.
Yanis Varoufakis (weet je nog) - die vanaf januari tot juli 2015 minister van economie was in de pas verkozen Syriza-Anel regering, haalde met zijn pas opgerichte partij net het Europees Parlement niet, maar kwam met 9 afgevaardigden in het nationale Parlement (3,4 procent). Net iets meer kreeg de 'Griekse Oplossing', de opvolger van de Gouden Dageraad, maar dan zonder misdadigersprofiel en knokploegen.
De KKE boekte winst in grote delen van Attica en van Athene, waar de levensstandaard van steeds meer mensen uitgehold werd, maar ging in de provincie wat achteruit. De grootste overwinning werd bij de regionale en gemeenteraadsverkiezingen van 26 mei behaald door de communistische burgemeester van de derde stad van Griekenland, Patras, die in de tweede ronde met 71 procent herkozen werd. De partij kwam enorm onder druk te staan van 'oud' anticommunisme en de 'nieuwe verscheidenheid' in de vorm van een reeks pas opgerichte en ook oudere politieke 'hervormsels', volgens haar eigen terminologie.
Aan de Europese verkiezingen deden maar liefst zo'n 40 partijen mee, aan de landelijke 'maar' zo'n twintig. Syriza opende aanvallen op de KKE van oude snit. De teneur van deze aanvallen was, dat de communisten er altijd de schuld van zijn, als rechts aan de macht komt. Zo begon de Syriza-minister van economie, Efklídis Tsakalótos, al gauw na Syriza's forse nederlaag van 26 mei met dreigingen in het parlement: "als in juli de Nea Dimokratía zou winnen, dan zou dat de schuld van de KKE zijn."
Dit was slechts een greep uit de vele uitingen, waarmee de KKE's zogenaamde heilloze alliantie met rechts wordt geïnsinueerd.
Iedereen, die oplettend het politieke landschap volgt, kan echter tot een andere conclusie komen: in 2011 kwam de eerste coalitieregering Pasok-Nea Dimokratía-Volks Réveil (LAOS, ideologisch nauw verwant aan de latere Gouden Dageraad, bestaat niet meer). In 2012 (deze regeringen was geen lang leven beschoren) kwam de regering Nea Dimokratía-Pasok-DIMAR (Democratisch Links, bestaat niet meer). Vanaf januari 2015 Syriza met de rechtse Anel (bestaat ook niet meer). Het krakende burgerlijke politieke systeem weerspiegelt een krakende kapitalistische economie en heeft zo zijn gedogers en/of plakmiddelen nodig, zij het ook met eendagsvliegen-oftewel 'wegwerppartijen', - aldus de KKE- om koste wat het kost aan systeemvriendelijke regeerders te komen ter meerdere ellende van de bevolking, die hardnekkig in de val blijft trappen op grond van de minimalistische logica van het minste kwaad.
Ook Yanis Varoufakis verklaarde van meet af aan, net als diverse andere kleinere partijen, dat hij - als het land hier behoefte aan heeft - bereid is met Nea Dimokratía en met Syriza samen te werken. Zijn partij heet MERA 25. Dat staat voor Front van Europese Realistische Ongehoorzaamheid en is onderdeel van de pan-europese politieke beweging DIEM 25 (Democracy in Europe Movement 2025), waar Varoufakis mede-oprichter van is, 25 betekent dat hun programma tot 2025 toegepast moet zijn. De Europese Unie moet óf gedemocratiseerd óf opgeheven worden, luidt het devies. Mera 25 zou 'antisystemisch' zijn, 'onbezoedeld links' en hij - Varoufakis - zou voor geen enkel memorandum gestemd hebben. Niets is minder waar.
Twee weken voor de verkiezingen van juli zei hij in een interview: "Ze zeiden tegen me (de Syriza regering, JvdB), "Je moet elk vod ondertekenen dat Dijsselbloem (toen voorzitter van de Eurogroup, JvdB) je voorschotelt", maar ik heb niets ondertekend". Even verderop in hetzelfde interview zegt hij dan, dat het enige wat hij ondertekend had, de verlenging van het akkoord met twee maanden was... Maar wat hij verlenging noemde van het akkoord, was een verlenging van het tweede memorandum, een noodzakelijke voorwaarde voor het derde memorandum. Verder verklaarde hij nog, dat het "verscheuren van de memoranda", waar Syriza mee te koop liep in de verkiezingscampagne van begin 2015, iets was, wat hij nooit zou doen. Toen echter op 10 juli 2015 het nieuwe memorandum in de vorm van een wetsvoorstel met een reeks volksvijandige maatregelen ter ratificatie aan het Griekse parlement werd voorgelegd, kon Varoufakis niet aanwezig zijn. Hij stuurde een brief, waarin hij verklaarde, dat hij 'ja' zou stemmen, als hij aanwezig was geweest...
Tot slot nog een paar karakteristieke standpunten van een van Varoufakis topkandidaten op de verkiezingslijst, Tákis Míchas. Deze man:
En nog iets leuks tot besluit: Yanis Varoufakis zou op de KKE stemmen, als hij zelf niet een partij had, zei hij ook. Hij mag ze wel, die communisten!