Rinze Visser
Wat is dat toch met die communisten? In het openbaar doen zij niet mee met de hoofdstroom van meningen en standpunten. Zij blijven maar hameren op de noodzaak van socialisme, terwijl overal socialisme verafschuwd wordt of met meewarigheid bejegend, zo van: misschien ooit goed bedoeld, maar onwerkbaar gebleken en dus niet te realiseren. En dan zijn er ook nog gekozen communistische volksvertegenwoordigers, zoals gemeenteraadsleden in de gemeente De Fryske Marren, die zaken aan de orde stellen waarvan de openbaarheid geschuwd wordt.
Zo konden de fractievoorzitters in die gemeenteraad begin juli algemene beschouwingen houden. Acht minuten, niet langer. Het horloge van de raadsvoorzitter is streng.
Als woordvoerder van de NCPN-fractie had ik het daarbij ook over de respectloosheid waarmee soms inwoners, die financieel of qua zorg van de gemeente afhankelijk zijn, worden bejegend. De NCPN-fractie diende daarover een motie in, waarin de gemeenteraad B en W verzoekt de betreffende mensen met meer respect te behandelen. De reactie van B en W hierop was dat het een raadslid niet past om in het openbaar ambtenaren te beschadigen. Een wel zeer zwakke reactie, want niet de NCPN beschadigt ambtenaren, maar het is het College van B&W, dat als verantwoordelijke, inwoners beschadigt. Wat tot een felle discussie tussen de NCPN-woordvoerder en de voorzitter van de raad - de burgemeester - leidde. Toen door mij het jaartal 2016 werd genoemd, werd ik afgekapt en werd mij te verstaan gegeven dan maar een motie van wantrouwen in te dienen. Waarop de NCPN reageerde met te zeggen dat de bedoelde inwoners er niets mee opschieten als er voor de vorm geprobeerd wordt een college of een wethouder naar huis te sturen.
Het jaar 2016. De vorige raadsperiode. De NCPN-fractie bestond nog uit één persoon en hield toen een interpellatie over hetzelfde onderwerp, uitmondend in dezelfde vraag: mensen met meer respect te behandelen. Toen konden er wel, zoals nu niet, een aantal voorbeelden en argumenten worden genoemd. Maar de reactie van B en W was toen een andere. Niks beschadigen van ambtenaren, maar dat schrijver dezes die interpellatie alleen maar hield "ter meerdere glorie van hemzelf en zijn partij de NCPN". Wat in feite ook een persoonlijke belediging was. In 2019 niet voor herhaling vatbaar, maar nu beschadiging van ambtenaren, de uitnodiging tot het indienen van een motie van wantrouwen en... het ontnemen van het woord. Argumenten wil men niet horen. Kritiek op en het controleren van sociaal beleid is taboe. Waarmee het wettelijk recht van gekozen raadsleden wordt geloochend. Gelukkig zijn er nog andere middelen om het aan de kaak te stellen. Maar ook: een motie van wantrouwen zou toch voorafgegaan moeten worden met argumenten en voorbeelden uit de praktijk? Hoe zou dat moeten als je het zwijgen wordt opgelegd?
Maar het gaat om meer. Al te veel wordt in politieke kringen gedacht dat een volksvertegenwoordiger - in dit geval een raadslid - alleen maar bezig is met zelfpromotie. Dat wat aan de orde gesteld wordt niet echt gemeend is. Dat het alleen maar gaat om kritiek om de kritiek en naamsbekendheid. Dat er geen echte betrokkenheid kan zijn en zo ja, dat die dan gespeeld is. Dat men slechts voor eigen glorie bezig is. Dat ergens boos of verontwaardigd over zijn en empathie hebben onderdelen van een politiek spel zijn. Dat niets echt is en dat we dat ook van elkaar weten. Dat alles wat gezegd of gedaan wordt op politiek voordeel gericht is en gevoelens uitgeschakeld zijn.
Een mens is mens. Ook als gekozene. Zij die dat anders willen zien, dat is hun zaak. Communisten zijn geen komedianten. Als zij opkomen voor de verdrukten dan doen zij dat niet voor persoonlijk aanzien. En als dat optreden ook enige sympathie voor hun partij oplevert, mag dat dan in een wereld waarin communisten en hun partij door de hoofdstroom van opiniemakers verguisd worden?
Er is de laatste tijd sprake van een toenemende kritiek op het kapitalisme en dan met name op het systeem zoals zich dat nu heeft ontwikkeld. Die kritiek beperkt zich veelal tot 'doorgeschoten marktwerking' en doorgeschoten individualisme, grotere ongelijkheid enzovoort. Bij al die kritiek gaat men er vanuit dat het kapitalisme voor eeuwig zal blijven bestaan; geen socialisme alsjeblieft. Over het hoofd wordt gezien - uit onwetendheid of uit angst - dat kapitalisme altijd in ontwikkeling moet worden gezien.
Er is geen sprake van dat het met het kapitalisme de verkeerde kant op zou gaan en dat met het afremmen van die zogenaamde uitwassen blijvende resultaten kunnen worden bereikt. Terug naar een menselijker kapitalisme, waarvan een zeer groot deel van de mensheid nooit heeft kunnen proeven, is niet mogelijk. Zoals eens het opkomend kapitalisme niet te stuiten viel door allerlei romantische terugverlangens naar feodale verhoudingen, is zonder revolutionaire strijd, de huidige ontwikkeling van het kapitalisme niet tegen te houden door het terugverlangen naar de tijden van sociale vooruitgang.
Geleerden die momenteel met hun kritiek op het huidige ontwikkelde kapitalisme de illusie wekken dat het te verbeteren is, hoeven daarmee - vanuit onze optiek - niet altijd kwalijke bedoelingen mee te hebben. Ook zij zijn opgevoed met angst voor en haat tegen socialisme en communisme. Het denken is daardoor begrensd. Genoemde kritische beschouwingen over het kapitalisme in zijn huidige ontwikkelingsfase kan ook als iets positiefs opgevat worden. Wat onder de mensen als kritiek op het systeem begint te leven, krijgt zijn vertalingen in intellectuele verhandelingen. Ook de toenemende kritiek onder de bevolking is fragmentarisch en vaak verre van het zien van socialisme als alternatief.
Het is aan de communisten om tegelijkertijd zulke onvoldragen kritiek op het kapitalisme van commentaar te voorzien, te bestrijden zelfs als het in eigen gelederen verwarring dreigt te veroorzaken én zulke kritiek in de dagelijkse praktijk en in het aanzetten tot strijd positief te benaderen. Het betekent in elk geval dat er een onderstroom aan het ontstaan is waar de discussie over socialisme gevoerd kan worden. De strijd voor socialisme is ook ooit begonnen met kritiek op het kapitalisme en dat zal ook de basis zijn voor de huidige noodzakelijke strijd voor een socialistische samenleving. Gemakkelijk zal dat niet zijn. Zoals te merken is in een eenvoudige gemeenteraad op het platteland van een land dat ook maar een stipje op de wereldkaart inneemt. Niet erg mooi, maar zwijgen is minder mooi.