Vakbondsmacht en nieuw offensief nodig voor redden pensioenstelsel

i-004-012.jpg
Actie van de FNV tegen ingrepen in het pensioenstelsel. (Foto: Manifest)

Cor Minnaard

Direct na de totstandkoming van het pensioenakkoord in juni 2019 was al duidelijk dat dit akkoord volstrekt niet voldeed aan de eisen waarvoor een paar jaar actie werd gevoerd. Want ondanks de acties tegen een verdere stijging van de AOW-leeftijd, voor het mogelijk maken van vervroegd stoppen met werken door afschaffing van de RVU-boete (Regeling Vervroegd Uittreden), voor indexering van de pensioenen en voor pensioenopbouw voor alle werkenden, ook flexwerkers en zzp-ers, kwam het FNV-bestuur met een onderhandelingsakkoord waarin nauwelijks enig resultaat uit dat eisenpakket is terug te vinden!

Want wat is er nu eigenlijk bereikt? Niet het bevriezen van de AOW-leeftijd op 66 jaar. Inmiddels is die AOW-leeftijd immers gestegen naar 66 jaar en 4 maanden en stijgt vanaf 2022 in stappen naar 67 jaar in 2024. De RVU-boete wordt slechts gedeeltelijk en tijdelijk geschrapt. Vervroegd uittreden moet via cao-onderhandelingen worden geregeld en betrokken werknemers moeten zelf voor een aanvulling op hun vergoeding zorgen door verlofsparen of pensioen naar voren halen.

Met betrekking tot het indexeren van de pensioenen is er nog niks geregeld maar alleen een vage formulering opgenomen in het akkoord nl. dat een nieuw stelsel "eerder perspectief biedt op een geïndexeerd pensioen voor werknemers en pensioengerechtigden".

Pensioenakkoord leidt tot verslechtering in plaats van verbetering van de pensioenen

Omdat daarnaast is vastgelegd dat de risicovrije marktrente basis blijft voor de berekening van de dekkingsgraad van de fondsen en de Commissie Dijsselbloem de regels heeft aangescherpt is de kans op kortingen eerder toegenomen dan de kans op indexeren. Overgestapt wordt van de uitkeringsregeling (die een bepaalde pensioenuitkering toezegt) naar een premieregeling (die duidelijkheid biedt over de af te dragen premie maar in het onzekere laat tot welk pensioen dit gaat leiden).

De doorsneesystematiek (de belangrijkste grondslag voor collectiviteit en solidariteit in het stelsel) wordt afgeschaft. Behalve een individueler pensioen wordt ook de mogelijkheid geboden om een deel van het opgebouwde pensioenkapitaal (max 10%) bij pensionering in één keer op te nemen voor andere doeleinden dan het pensioen; ook dit gaat uiteraard ten koste van de pensioenuitkering gedurende de rest van het leven.

En tot slot: ook voor de geëiste pensioenopbouw voor flexwerkers en zzp-ers is er niks afgesproken; daarvoor in de plaats lijkt afgesproken dat zzp-ers een arbeidsongeschiktheidsverzekering krijgen.

FNV-bestuur gezwicht voor druk van de politiek

Ondanks voornoemde verslechteringen kwam de FNV-top met een positief verhaal over het pensioenakkoord om daarmee een bepaalde kracht uit te stralen: "Tienduizenden mensen kwamen in actie voor een goed pensioen. En een heel groot deel van Nederland steunde die acties. Het resultaat: het kabinet zwichtte onder de enorme druk. En nu ligt er een pensioenakkoord dat veel beter is dan waar ze eerder zo koppig aan vasthielden."

Bovendien werden de critici binnen de bond zoveel mogelijk de mond gesnoerd o.a. door kritische publicaties van Lokale FNV-sites te verwijderen. En na afloop van die campagne stemde driekwart van de leden in met het akkoord.

Maar dat het kabinet gezwicht zou zijn is uiteraard een lachwekkende redenering, want ook het kabinet is zeer tevreden over het behaalde resultaat, juist omdat zowat alle punten uit het regeerakkoord zijn binnengehaald volgens minister Koolmees: "Met het overstappen op een neutrale vorm van pensioenopbouw, het loslaten van het sturen op nominale zekerheid, de overstap op premieregelingen en de introductie van meer keuzemogelijkheden wordt het pensioenstelsel robuuster en persoonlijker. Dit zijn ook de doelen die ten grondslag lagen aan het regeerakkoord."

Het is duidelijk dat het kabinet absoluut niet is gezwicht maar dat het akkoord er vooral kwam omdat de FNV-onderhandelaars zijn gezwicht omdat zij van mening waren 'dat er meer niet in zat'. Mede door de steun die het kabinet kreeg van de PvdA en GroenLinks. En gezwicht ook omdat ze twijfelden aan de actiebereidheid van de (kader)leden, terwijl de omvang van de acties juist aan het groeien was in de campagne!

Vakbondsmacht opbouwen

De druk op de FNV-top zal daarom moeten worden opgevoerd. Het inzicht dat het pensioenakkoord niet tot verbeteringen, maar tot verslechteringen leidt zal breed moeten worden uitgedragen. Daarvoor is een nieuw, een echt offensief nodig. En daaraan moet serieus werk worden gemaakt van het opbouwen van vakbondsmacht door vanaf de basis in de vakbeweging te gaan werken aan bewustwording. Dat vraagt dat de vakbondstop weer gaat geloven in de kracht van de leden en dat die leden weer de bepalende factor worden in de bond in plaats van het bestuur en de werkorganisatie.

In dat nieuwe offensief van de FNV kan de pensioenstrijd nog steeds een belangrijk speerpunt zijn. Zo kan meer inzicht worden ontwikkeld in het eigendom van het vele miljarden gespaarde pensioenvermogen. Dat pensioenvermogen van alle pensioenfondsen samen bedraagt inmiddels bijna 1600 miljard euro! En dat vermogen is bijeengebracht door het uitgestelde loon van werknemers en het rendement daarop. De zeggenschap daarover zou dus ook volledig bij de werknemers en gepensioneerden moeten liggen.

Daarnaast kan in het bewustwordingsproces aandacht worden besteed aan de geweldige koopkrachtdaling van zowel werkenden als gepensioneerden, als gevolg van het jarenlang niet-indexeren van de pensioenen. Bij sommige pensioenfondsen bedraagt de indexatieachterstand voor deelnemers inmiddels ongeveer 16 procent, dat betekent dat de koopkracht van die mensen met ongeveer 2 maanden pensioen per jaar is verminderd! Een onzinnig schandalig beleid natuurlijk als je weet dat de rendementen van de fondsen al tientallen jaren ca 7 procent per jaar bedragen en de vermogens steeds blijven toenemen. Dat de pensioenfondsen er slecht voor zouden staan zijn klinkklare leugens! Ook op dit punt zal de politieke stellingname en de berichtgeving via de media moeten worden ontmaskerd.

Werken dus vanaf de basis aan bewustwording, dat moet de belangrijkste taak worden van kaderleden binnen de bond. Voor het voeren van de economische strijd in bedrijven en instellingen. Bij cao-onderhandelingen werkgevers dwingen om aan hun pensioenverplichtingen te blijven voldoen: zorgen voor een goed geïndexeerd pensioen door voldoende premie af te dragen. En voor het voeren van de ideologische en politieke strijd: via de media de aandacht vestigen op de echte beweegredenen van politiek en werkgevers in deze strijd nl. het drukken van de loonkosten door het inzetten van flexwerkers en zzp-ers zonder daarvoor premies af te dragen.

Aan de basis van de vakbeweging, dat wil zeggen in de lokale afdelingen en in bedrijven en instellingen, met leden in gesprek gaan en weer gaan knokken voor een meer activistische vakbond. Alleen dat kan 'het polderen' stoppen. Het polderen dat immers al tientallen jaren tot verslechteringen leidt en tot zware nederlagen zoals het pensioenakkoord.

Dus niet voor de losse eindjes van het pensioenakkoord maar voor het weer op de kaart zetten van zo'n nieuwe activistische vakbond, zullen de leden de handen uit de mouwen moeten steken! En daaraan zal het bestuur van de vakbond ondersteuning moeten bieden wil de vakbond op termijn overleven en weer een factor van betekenis worden!