Wiebe Eekman
Donderdag 14 november was ik er bij in 's Hertogenbosch op het congres ter viering van '10 jaar Vlaams-Nederlandse samenwerking rond waterstof: ervaringen en perspectieven'. WaterstofNet verzamelde 350 deelnemers in het Noord-Brabantse provinciehuis. De helft uit België, de andere helft uit Nederland. Driekwart ervan waren mensen uit de industriële wereld, de andere kwart mensen uit kennisinstellingen en uit de overheid.
In de wereld van de waterstofeconomie gaat het met sprongen vooruit. Tien jaar geleden zakte de belangstelling voor waterstof nog tot een dieptepunt. Studieopdrachten werden geschrapt. Maar hoe kunnen we naar 100 percent hernieuwbare energie van zon en wind evolueren? Opslag van energie uit zon en wind voor later gebruik is cruciaal. Alle weddenschappen gingen daarvoor eerst naar elektrische batterijen. Maar die hebben ook hun beperkingen in volume en tijdsduur. Combinatie met omzetting van stroom naar de energiedrager waterstofgas is de oplossing voor opslag van grote volumes energie over lange periodes.
Gelukkig investeerde de Europese Unie wel in waterstof als sleutelelement in de transitie naar klimaatneutrale economie. Met haar subsidies werd het samenwerkingsverband WaterstofNeti gestart. Zoals hun directeur Adwin Martens zegt: niet blijven steken in studies. Wel projecten verwezenlijken. Dat deden zij. Je kunt het zien in hun animatiefilmpje. Een elektriciteitscentrale op waterstof in de Antwerpse haven. Een tankstation in Helmond, waar de waterstof ter plaatse gemaakt wordt. Vorkliften, personenwagens en zelfs een toeristisch bootje op waterstof. En dan ook vuilniswagens en autobussen op waterstof.
Vandaag wordt de sprong gemaakt naar opschaling. Van Hool en VDL bouwen nu tientallen waterstofbussen. E-trucks bewijzen dat vuilniswagens op waterstof een betere oplossing zijn dan op batterijen. Colruyt, PitPoint en Waterstofnet gaan bijkomende waterstoftankstations bouwen in Gent, Antwerpen, Breda, Leuven, Luik, Luxemburg en Rotterdam. Zij bouwden ook al een demonstratiemodel van een mobiel tankstation, dat in een gewone transport container past.
Waterstof blijkt ook de geschikte energiedrager om de fossiele energiedrager diesel te vervangen in vele toepassingen: zwaar vrachtvervoer, locomotieven en scheepvaart. Diverse pilootprojecten lopen en kunnen over enkele jaren commercieel beschikbaar zijn.
Groene Octopus is de naam gegeven aan het grootse project dat dit jaar 2019 gestart werd. Drie doelstellingen:
Eén: De bestaande aardgasinfrastructuur omschakelen en uitbouwen naar een waterstofgasinfrastructuur. Een pijpleiding bouwen van Eemshaven en Delfzijl in het noorden van Nederland naar Rotterdam en Antwerpen en verder door naar Zeebrugge en Duinkerken, als ruggengraat voor de waterstofeconomie. Met ondergrondse opslagcapaciteit in de provincie Groningen. Met invoerfaciliteiten in de havens. Met vertakkingen van het netwerk naar de zware industrie in België en in Duitsland.
Twee: massaal groene waterstof maken met de windmolenparken op zee. Vervoer van waterstofgas over de bestaande pijpleidingen voor aardgas zou stukken voordeliger uitkomen dan nieuwe stroomkabels over zee aan te leggen. Verder zou er ook groene waterstof per schip kunnen worden aangevoerd uit zuidelijke gebieden.
Drie: Decarboniseren van onze zware industrie, petrochemie en staal... Nu al wordt er massaal veel waterstof in de industriële zones van de havens verwerkt. Maar dat is 'grijze' waterstof, gemaakt van aardgas. Voor elke kg waterstof komt er 11 kg CO2 vrij. Die 'grijze' waterstof vervangen door 'groene' waterstof is al een ongelooflijke klimaatwinst.
Veel petroleum en aardgas wordt ook gebruikt als grondstof voor de petrochemie. Die moet circulair worden. Met groene waterstof kan CO2 uit rookgassen, uit biogas en biomassa of uit de lucht omgezet worden tot basisgrondstoffen en tussenproducten van de petrochemie.
Verder is het ook mogelijk om het smelten van ijzererts tot staal te vergroenen, door de steenkoolcokes in het proces te vervangen door groene waterstof. De verschillende havens stelden op het congres elk hun pilootprojecten voor. De havens zijn de gebiedsbeheerders voor de aanwezige industrie en kunnen die in de juiste richting sturen.
De motivatie vanuit Europese overheid om waterstofeconomie te ondersteunen is eerst de concurrentie van de Europese bedrijven veiligstellen tegenover de buitenwereld. Verder waarborg op voldoende energietoevoer, minder afhankelijk zijn van ingevoerde petroleum. Pas op de derde plaats komt het klimaatargument.
Voor ons moet dit omgekeerd zijn. Het klimaatargument vereist dat de hele economie gedecarboniseerd wordt in zo kort mogelijke tijd. Ook al zou de inspanning op korte termijn wat meer kosten. Op langere termijn winnen we dat dik terug in besparing van heel wat ellende. Dat was ook het antwoord van de manager van het waterstofproject van de Nederlandse Gasunie. Het moet gewoon.
Al bij al een reden om te pleiten voor overheidsinitiatief in de investeringen. Voor planning van de resultaten en dit niet over te laten aan de grillen van de markt.
In het Vlaams gewestelijk regeerakkoord 2019-2024 zou staan dat Vlaanderen de ambitie heeft om Europese koploper te worden voor waterstof. Uitwerking daarvan missen we. Nederland loopt vooruit met zijn algemeen plan om de energiedrager aardgas te vervangen door de energiedrager waterstof. Zie zijn Routekaart Waterstof, gepubliceerd in maart 2018. Door de bredere uitwisseling daarover wordt dit concept veel breder gedragen dan in België.
Zoals een spreker van busbouwer VDL zei: Waterstof evolueert van hobby over hype naar hoop.
Artikel Manifest, 23 november 2019