M.K. Bhadrakumar
Het is veelzeggend dat de Sjanghai Samenwerkingsorganisatie (SCO) van 9 tot 17 augustus grootschalige legeroefeningen organiseerde. Het lijkt misschien onwaarschijnlijk dat een regionale samenwerkingsorganisatie haar jaarlijkse top begint tegen de achtergrond van militaire oefeningen. De Europese Unie, de Associatie van ZuidoostAziatische Naties, de Afrikaanse Unie, de Organisatie van Latijns-Amerikaanse Landen, geen van deze organisaties heeft dat ooit gedaan. Op 13 augustus publiceerde zelfs het Financieele Dagblad een lezenswaard artikel over deze ontwikkelingen. Manifest plaatst een analyse die vooraf werd gemaakt.
De SCO laat de internationale gemeenschap hiermee luid en duidelijk weten dat er in CentraalAzië geen machtsvacuüm is dat opgevuld moet worden door veiligheidsorganisaties van buiten de regio.
De SCO heeft nog nooit zulke grootschalige militaire oefeningen georganiseerd waarbij alle lidstaten betrokken waren. Naar schatting zullen er 6500 militairen aan deelnemen, waaronder 2000 Russische en 1600 Chinese. Het is de eerste keer dat China zijn luchtmacht inzet voor legeroefeningen in het buitenland. Rusland en China zullen respectievelijk 36 en 46 gevechtsvliegtuigen inzetten evenals zes transportvliegtuigen per land voor de simulatie van een luchtlandingsoffensief.
De People's Daily citeerde een Chinese militaire expert, Peng Guangqian van de Chinese Academie van Militaire Wetenschappen: "De oefening heeft vooral tot doel om de verbeterde samenwerking op veiligheidsgebied tussen de SCO-lidstaten onder de aandacht te brengen, evenals de grotere antiterroristische capaciteiten, de verbeterde Chinees-Russische betrekkingen en de modernisering van de strijdkrachten in de lidstaten."
De regeringskrant China Daily benadrukte dat de oefeningen aantonen dat de "SCO-samenwerking op veiligheidsgebied kwesties als regionale ontwapening en grensbewaking overstegen heeft. Ook het optreden tegen niet-traditionele bedreigingen zoals terroristen, afscheidingsbewegingen en extremistische religieuze groeperingen maakt nu deel uit van de samenwerking."
In een verklaring liet het Chinese ministerie van Defensie met klem weten dat "de oefeningen geen andere landen tot doelwit zullen hebben en geen betrekking hebben op landen van buiten de SCO." Ook de onderbevelhebber van de Russische landstrijdkrachten generaal Vladimir Moltenskoi maakte tegenover de pers duidelijk dat de oefeningen "niet gericht zijn tegen derde landen."
Ondanks deze understatements is het overduidelijk dat de strategische samenwerking tussen China en Rusland op een hoger niveau beland is. De belangrijkste aanwijzing hiervoor is dat er tijdens de top in Bisjkek waarschijnlijk een officieel samenwerkingsprotocol ondertekend wordt tussen de SCO en de Verdragsorganisatie voor Collectieve Veiligheid (CSTO). Men verwacht dat in dit document duidelijk uiteengezet wordt in hoeverre de twee regionale veiligheidsorganisaties in de komende periode gaan samenwerken.
Strategisch gezien is dit ongetwijfeld een belangrijke ontwikkeling in de Euraziatische regio. De voorgestelde officiële overeenkomst tussen de CSTO en de SCO komt in feite neer op een overeenkomst tussen de CSTO en China; alle andere SCO-landen zijn immers al lid van de CSTO (de CSTO-landen zijn Rusland, Wit-Rusland, Armenië, Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan en Tadzjikistan).
Het kan niemand ontgaan zijn dat de formalisering van het partnerschap tussen de CSTO en de SCO plaatsvindt nauwelijks een maand nadat Moskou op 14 juli besloot om zich terug te trekken uit het Verdrag inzake de Conventionele Strijdkrachten (CFE). Het CFE was het eerste verdrag tussen Oost en West over de beperking van de conventionele wapens van na de Tweede Wereldoorlog.
De invloedrijke Russische strategisch analist Gleb Pavlovski waarschuwde op 14 juli: "Het besluit van vandaag is geen propaganda. Het is de vertaling van een nieuwe serieuze fase in Rusland's opbouw van een nieuw veiligheidskader tegen de achtergrond van de versterkte bewapening van andere landen aan onze grenzen."
Verwijzend naar de niet-aflatende omsingeling van Rusland door de VS voegde hij eraan toe: "Praktisch alle landen rond Rusland's zuid- en westgrens worden volgestouwd met raketten. In de Kaukasus en in de regio's van de Kaspische en Zwarte Zee vindt een dolle wapenwedloop plaats die in stand gehouden wordt door Europese en niet-Europese landen die geen van allen beperkingen opgelegd krijgen door het CFE."
In deze context zal Moskou volgens Pavlovski opteren voor "een evenwicht dat door nieuwe contracten in stand gehouden wordt. Als de Europese en Aziatische landen eraan toe zijn is Rusland het eerste land dat bereid is tot onderhandelingen die daaraan kunnen bijdragen."
In de formele verbinding tussen de CSTO en de SCO kunnen we het eerste bewijs van dit "nieuwe contactuele evenwicht" dat Pavlovski noemde ontdekken. Al enkele maanden is het duidelijk dat Rusland serieus werk maakt van een versterking van de CSTO als tegenwicht tegen de NAVO.
Vorig jaar, tijdens een ontmoeting met de pers uit het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) en de Baltische landen zei de toenmalige Russische minister van Defensie (tegenwoordig vicepremier) Sergei Ivanov: "De volgende logische stap in de versterking van de internationale veiligheid zou kunnen bestaan uit het ontwikkelen van een samenwerkingsmechanisme tussen de NAVO en de CSTO dat een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Deze aanpak biedt het vooruitzicht om op een geloofwaardig en effectieve wijze politieke druk uit te oefenen en gezamenlijk actie te ondernemen tijdens crisissituaties in verschillende delen van de wereld."
Ivanov was zich heel goed bewust van het feit dat de NAVO niet in het minst geïnteresseerd is in onderhandelingen met de CSTO, die ongeveer 70 procent van het territorium van de vroegere SovjetUnie omvat. De afgelopen drie jaar heeft Rusland al vaker de wenselijkheid van beperkte samenwerking tussen de CSTO en de NAVO voorgesteld tegen de drugssmokkel vanuit Afghanistan. Op bevel van Washington wordt dit echter geblokkeerd. De NAVO en Washington houden vast aan een beleid waarbij de status van de CSTO als regionale veiligheidsorganisatie niet erkend wordt en doen alleen op bilaterale basis zaken met CSTO-lidstaten.
Wat Ivanov benadrukte was dat Moskou zich zeer vastberaden zal opstellen tegen elke inbreuk van de NAVO op het grondgebied van de vroegere Sovjetrepublieken. Dit komt voort uit Moskou's inschatting dat de NAVO niet afkerig is van een nog verdere uitbreiding, door het aanbieden van het lidmaatschap aan enkele CISlanden. Rusland verzet zich tegen een dergelijke uitbreiding, maar Moskou's diplomatieke inspanningen hebben geen effect. De militaire optie is noodzakelijk geworden. In zijn toespraak legde Ivanov niet alleen een resolute verklaring af over de rol van de CSTO in Europa; ook liet hij doorschemeren dat Rusland de Centraal-Aziatische landen in de SCO en met name China ziet als potentiële bondgenoten.
(wordt vervolgd)
Bron: Asia Times, 4 augustus 2007, vertaling Frans Willems.