Deel 1, Deel 2, Deel 3, Deel 4.
Zoltan Zigedy
Wat vooral teleurstelt in een boek dat het aandurft om veel prangende vragen opnieuw te stellen zijn Piketty's politieke recepten ter bestrijding van de schokkende ongelijkheid. Een boek dat de zelfgenoegzaamheid in het academische wereldje verstoort en het onvermogen van de politieke betweters aanklaagt verdient een spetterender slot.
Terwijl het kapitalisme te maken krijgt met een obscene intensivering van de ongelijkheid komt Piketty op de proppen met een zachtaardige en utopische oplossing als 'een wereldwijde belasting op het kapitaal'. Net zoals progressieven terugverlangen naar de idyllische periode van de 'trente glorieuses' of de New Deal hoopt Piketty op een terugkeer van de politieke wil die nodig is om een vergaand progressief belastingstelsel in te voeren. Echter, gezien de beperktheid van eerdere koerswijzigingen naar meer gelijkheid die hij zo goed beschrijft kan een betere vermogens- en inkomensverdeling niet bereikt worden door slechts te hopen. Dit vergt meer inspanningen.
Alhoewel hij weinig geduld opbrengt voor regeringen die op de liberale rechten gebaseerd zijn ("In een democratie is gelijkheid een burgerrecht, wat niet te rijmen valt met de ongelijke levensomstandigheden van de bevolking" (p.500), blijft hij erop vertrouwen dat de bourgeoisiedemocratie capabel is om op te treden tegen de macht van het geconcentreerde vermogen. Het baart hem blijkbaar geen zorgen dat de ongelijkheden die hij aantoont nu juist de democratische werkzaamheid van de liberale instellingen vernietigt waardoor elke poging om te komen tot iets als een wereldwijde progressieve belasting op kapitaal tot mislukken gedoemd is.
Dit is de tegenstelling die het failliet van de sociaaldemocratie, van 'respectabel' links aantoont. Net zoals Piketty geloven sociaaldemocraten dat een kapitalistisch systeem dat een enorme economische macht voortdurend naar een kleine groep doorsluist in de hand gehouden kan worden door het ontzeggen van politieke macht aan diezelfde kleine groep (en dat een enorme politieke macht geneutraliseerd kan worden met een aanpassing van de economische verhoudingen). Piketty geeft duidelijk blijk van deze illusie: "Progressieve belastingen vormen altijd een relatief liberale manier om ongelijkheid te verkleinen, in de zin dat dit instrument vrije concurrentie en privébezit respecteert, terwijl de stimulansen op het niveau van het individu wel veranderen, soms radicaal, dat wel, maar wel op een voorspelbare manier, binnen het kader van de rechtsstaat en volgens regels die van tevoren democratisch werden vastgesteld. In zekere zin is het progressieve belastingstelsel het ideale compromis tussen sociale rechtvaardigheid en individuele vrijheid." (p.505).
Gelooft Piketty echt dat de directeuren van Goldman Sachs en Citibank dankzij een 'democratisch debat' zullen instemmen met zijn agenda? Zouden ze dan ophouden met het uitgeven van miljoenen om politieke leiders te beïnvloeden uitgerekend tegen een dergelijke agenda? Deze macht hebben zij meer dan eens aangetoond.
Al eeuwenlang zoeken denkers naar een 'compromis tussen sociale rechtvaardigheid en individuele vrijheid'. Ze faalden allemaal, zolang het privébezit niet ter discussie werd gesteld. Ze zullen ook blijven falen, tot de onschendbaarheid van het privébezit als wezenlijk aan individuele vrijheid aangevochten wordt. Geen enkel zinnig persoon zal het particulier familiebezit van Walmart als hoeksteen van de individuele vrijheid beschouwen. Toch komt een dergelijke visie juist voort uit het dogma van de onschendbaarheid van het privébezit. In werkelijkheid kan individuele vrijheid slechts gegarandeerd worden ten koste van excessief privébezit. De juiste verhouding is het tegenovergestelde van Piketty's voorstelling van zaken.
Waarom beschermen Piketty en andere goedbedoelende wetenschappers de heiligheid van het privébezit en ontwijken ze de tegenstelling tussen economische concentratie en een geloofwaardige democratie? Waarom volharden ze in het afwijzen van de socialistische optie?
"Ik behoor tot een generatie die achttien jaar was in 1989, het jaar waarin de tweehonderdste geboortedag van de Franse Revolutie werd gevierd, maar vooral ook het jaar waarin de Berlijnse Muur viel. Ik behoor tot de generatie die is opgegroeid terwijl ze op het nieuws hoorde hoe de ene na de andere communistische dictatuur ineenstortte en die nooit ook maar de geringste sympathie of nostalgie heeft gevoeld voor deze regimes of voor de Sovjet-Unie. Ik ben voor het leven gevaccineerd tegen de stereotiepe en luie antikapitalistische retoriek die dit belangwekkende historisch echec simpelweg lijkt te negeren en zich vaak niet de intellectuele moeite getroost om daarbovenuit te stijgen" (p.45).
Ik respecteer Piketty's openhartigheid maar het is jammer dat hij niet gevaccineerd werd tegen het virus van het anticommunisme. Net zoals tijdens de Franse Revolutie hebben zich betreurenswaardige gebeurtenissen voorgedaan in de geschiedenis van het reëel bestaand socialisme gedurende de twintigste eeuw. De overgang naar het socialisme was evenals die naar het kapitalisme een nooit eerder voorgekomen fenomeen dat gepaard ging met een aanzienlijk verlies aan mensenlevens. We hoeven dit feit niet te bagatelliseren om ook de progressie te bestuderen, de vooruitgang die geboekt werd tijdens deze spectaculaire, unieke transitie. Helaas is Piketty door zijn anticommunisme blind voor het belang van dit grootse sociale experiment, een ervaring die gold als de eerste poging om het kwaad van de inkomens- en vermogensongelijkheid aan te pakken en te beëindigen.
Bron: Piketty, Thomas. Kapitaal in de 21e eeuw, vertaald door Lidewij van den Berg e.a., 5e dr. Amsterdam: De Bezige Bij, 2014.
Zoltan Zigedy is het pseudoniem van een in de VS woonachtige activist in de communistische beweging die lang geleden afscheid nam van de academische wereld met een niet-voltooide doctoraalscriptie in de wijsbegeerte. Hij schrijft regelmatig op zijn ZZ's blog en in Marxist-Leninism Today. Zijn werk werd gepubliceerd op Cuba en in Griekenland, Italië, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Argentinië en Oekraïne.
Vertaling Frans Willems.