Aleka Papariga (*)
Ons 18e congres besteedde, naast het vereiste overzicht van onze werkzaamheden, speciale aandacht aan onze conclusies en bevindingen over de socialistische opbouw. Toen wij dat onderwerp bekendmaakten vroegen meerdere van onze vrienden zich af of het wel raadzaam was om je, onder de huidige condities, terwijl de tekenen van de nieuwe economische kapitalistische crisis al zichtbaar werden op internationaal niveau, te richten op zo'n belangrijk onderwerp. In hun ogen stond dat niet bovenaan de agenda.
Het is natuurlijk overbodig om jullie te herinneren aan de reacties die de bekendmaking opriepen in de burgerlijke pers: ironische en bittere commentaren van bekende journalisten, die zich ergerden aan ons besluit om met dit onderwerp aan de slag te gaan, omdat ze op voorhand al wisten waarom we die beslissing hadden genomen. Vanuit hun standpunt gezien is hun reactie begrijpelijk, ze hebben een goed instinct, zij pikken alles op dat kracht en dynamiek kan geven aan de revolutionaire beweging.
Vanaf het allereerste begin dat we ons realiseerden dat het beruchte verloop van de Perestrojka niets anders was dan het begin van de contrarevolutie en de tijdelijke nederlaag van het socialistisch systeem, begrepen we dat we de last moesten dragen van het geven van antwoorden aan alle progressieve mensen, inclusief onszelf, die zich redelijkerwijs afvroegen wat er gebeurd was.
Des te meer omdat nu was bewezen dat we op geen enkele manier waren voorbereid op zo'n tragische ontwikkeling, we hadden het niet voorzien. En, helaas, hadden we niet de juiste reflexen om erop te reageren, zelfs niet vlak voor het naar beneden halen van de rode vlag van het Kremlin. Natuurlijk was onze partij niet aan de macht en had daardoor geen enkele directe verantwoordelijkheid voor de socialistische opbouw. Niettemin was ons standpunt, dat wij onze partij beschouwden als een onderdeel van het probleem, volkomen juist. De contrarevolutionaire storm had overigens effect op alle communistische partijen en veroorzaakte interne crises, afsplitsingen, complete transformaties van verschillende partijen, verwarring en zelfs existentiële vragen bij sommige anderen.
Tijdens de eerste periode die het lot van het socialisme in de USSR bepaalde, namelijk van 1989 tot 1991, kwam de KKE in een diepe ideologische, politieke en organisatorische crisis terecht, die leidde tot een splitsing, waarbij een aanzienlijk aantal leden van het Centraal Comité, aangevoerd door de [toenmalige, nvdr] secretaris-generaal van het CC, de partij verliet. Wat het feitelijk ondersteunde was de historische veroordeling van de revolutionaire beweging en het verloop van de socialistische opbouw. En het steunde de transformatie van de partij in een links opportunistische partij, verspreid binnen een linkse alliantie, die zichzelf zou beperken tot slechts bepaalde hervormingen, de besturing van het systeem. [een deel van deze mensen zien we nu terug in Syriza en de nieuwe afsplitsing van de 'Volkspartij', nvdr]
De crisis bracht aan het licht dat er binnen de leiding van de partij een sterke opportunistische stroming was ontstaan, die de goedkeuring had van het burgerlijke politieke systeem. De crisis die de KKE doormaakte was niet alleen een geïmporteerde crisis, van buiten naar binnen. We hebben die crisis nooit alleen maar toegeschreven aan de overwinning van de contrarevolutie en de impact daarvan op de partij. De internationale ontwikkelingen versnelden zeker het ontstaan van de crisis, maar bepaalden bovenal de omvang van de verliezen die daaruit volgden, in de zin dat de verbittering die veroorzaakt werd door het plotselinge ontstaan van de enorme terugval het voor duizenden communisten moeilijk maakte om vanaf het eerste moment de aard van de crisis in de partij onder ogen te zien, wat leidde tot hun demobilisatie.
De leden van het Centraal Comité die een actieve rol speelden in het overwinnen van de crisis, of zich in de loop van de crisis, soms pas op het nippertje, realiseerden dat zij een nog actievere rol moesten gaan spelen, moeten nooit vergeten dat wij de verplichting hadden om het probleem duidelijk te schetsen voor de leden van de partij, en om debat en strijd te stimuleren binnen de partij, waaraan alle leden van de partij zouden deelnemen en zo een ware meerderheid zouden vormen. Dit werd ingegeven door de statuten van onze partij, die uitgaan van democratisch-centralisme en de voorwaarden garanderen voor democratie binnen de partij.
Als de scheuring in de leiding van de partij voortkomt uit problemen met betrekking tot strategie, zaken die letterlijk gaan over het voortbestaan van de partij, dan kan het vraagstuk niet worden opgelost door het leidende partijorgaan zelf. De leiding kan zich terugtrekken, schuilhouden, ook al bestaat zij wel, en kan letterlijk de partij opblazen. Onder zulke omstandigheden zijn scheuringen en afsplitsingen onvermijdelijk.
In algemene en abstracte zin is een scheuring of splitsing geen tragische ontwikkeling. Uiteindelijk leidt het tot de verdrijving uit de partij van al die krachten, in het bijzonder binnen de kaders, die hebben gekozen voor de weg van compromissen, die ervoor hebben gekozen mee te spelen met de spelregels van het politieke bourgeois-systeem. In zulke gevallen leiden afsplitsingen tot de noodzakelijke zuivering, waarbij wel eerst alle mogelijkheden moeten zijn geprobeerd en er geen andere optie meer over is.
Als we op tijd op die manier hadden gehandeld, zonder de onterechte angst voor een afsplitsing (onder de specifieke omstandigheden op zowel nationaal als internationaal niveau), dan zouden veel leden en een aantal kaders niet van de juiste weg zijn afgeraakt, zij zouden niet gedemobiliseerd zijn tijdens zo'n kritieke periode voor de volksbeweging in het algemeen.
Onder de condities van socialisme bewijst rechts-opportunisme opnieuw een contrarevolutionaire kracht te zijn, een kracht die de revolutionaire communistische beweging uiteendrijft. Als die kracht niet op tijd wordt aangepakt, als het wordt onderschat, dan kan het een vernietigende slag slaan en de communistische beweging tientallen jaren terug in de tijd duwen.
De periode 1989-1991 was een van de zwaarste periodes voor onze partij, zelfs in vergelijking met de periode van illegaliteit of de nederlaag in de burgeroorlog 1946-1949. De reden daarvoor is dat deze twee laatst genoemde periodes gekenmerkt werden door de opkomst van de communistische beweging, de opbouw van het socialistische systeem in Europa en de verbetering van de internationale machtsverhoudingen. Daardoor konden de problemen en nederlaag in één land niet zo'n diepe commotie en teleurstelling teweegbrengen.
Het lukte de KKE uiteindelijk om relatief op tijd haar weg weer te vinden, mutatis mutandis uiteraard [nvdr: na de nodige veranderingen uiteraard]. De KKE kreeg het voor elkaar om de crisis te overwinnen, om op eigen benen te staan en een goede reputatie en invloed onder de bevolking te verkrijgen, zelfs tijdens die periode dat alle tekenen tegen ons waren.
De klassenvijand omarmde de kaders die de partij hadden verlaten met al hun middelen en op alle mogelijke manieren, waarbij zij hen systematisch hielpen en tegelijkertijd een openlijke anticommunistische campagne startten tegen de KKE, gebruikmakend van alle ideologische en politieke middelen en tevens de meest verachtelijke laster.
De ontwikkeling van sommige verwante communistische partijen, waar de interne crisis niet aan de oppervlakte kwam, laat zien dat zij uiteindelijk avonturen niet wisten te vermijden. Sommige van hen kozen ervoor het probleem van de overwinning van de contrarevolutie te negeren, uit angst voor een mogelijke of zekere splitsing in hun partij, en stortten zich in de dagelijkse strijd voor het oplossen van actuele, primaire problemen, zonder echter hun programma te vernieuwen na de enorme negatieve veranderingen in de wereld.
Ongeacht hun wensen en verlangens, ongeacht hun bedoelingen (die natuurlijk, in sommige gevallen, niet allemaal onschuldig waren) kregen zij in de loop van de tijd problemen die nog voortduren, omdat ze zijn blootgesteld aan grote en onoverbrugbare tegenstellingen. Een communistische partij kan zich niet bezighouden met de directe, dagelijkse problemen, laat staan problemen op middellange termijn, als zij niet ook een duidelijke lijn uitzet in de richting van het socialisme.
Als die lijn er niet is dan wordt het een reis zonder vooruitzicht, die uiteindelijk leidt tot assimilatie, de aanpassing van de partij aan het overkomen van de moeilijkheden die je tegenkomt bij de strijd voor de acute problemen van vandaag de dag.
Tegenwoordig, twintig jaar na de scheuring die ontstond onder de condities van een wereldwijde nederlaag van de revolutionaire beweging (tijdelijk, maar diep en met consequenties op lange termijn), heeft de KKE zich organisatorisch, ideologisch en politiek gehergroepeerd. De partij heeft een groeiende politieke invloed, speelt een belangrijke rol in de klassenstrijd in ons land en levert inspanningen voor de hergroepering van de internationale communistische beweging.
Aan de andere kant is het de politieke organisatie van het opportunisme, ondanks de steun die ze krijgen, niet gelukt om hun politieke invloed te vergroten. Het georganiseerde opportunisme heeft te lijden onder interne geschillen over zijn tactieken, het is steeds op zoek naar 'vernieuwing' en heeft voornamelijk aantrekkingskracht op een aantal goed betaalde segmenten onder de ambtenaren en hooggeplaatste intellectuelen.
We onderschatten de opportunisten niet. Onze strijd omvat ook een stevig ideologisch en politiek front tegen opportunistische opvattingen die, onder de omstandigheden van het imperialisme, sterker kunnen worden en het opkomende radicalisme kunnen vergiftigen, radicalisme dat aan daadkracht wint onder de omstandigheden van de kapitalistische economische crisis.
Zelfs indien niet stevig georganiseerd, is opportunisme gevaarlijk en destructief, dat is het altijd, als gevolg van zijn relatie met de sociaaldemocratie, als een speciale tak van de ideologie van de bourgeoisie. Het opportunisme is altijd gevaarlijk, zowel in periodes van verval van de beweging als tijdens de tegenaanval. Daarom worden opportunistische ideeën ook altijd geaccepteerd in liberale en sociaaldemocratische partijen, zelfs als zij [die partijen] de politieke vertegenwoordigers van die opportunistische ideeën bekritiseren, in het bijzonder als ze openlijk, niet geheime bondgenoten zoeken.
Als liberalen en sociaaldemocraten het hoofd moeten bieden aan revolutionaire communistische partijen dan hebben zij ideeën nodig of aanhangers van partijen die dienst kunnen doen als obstakel voor de massabeweging. Opportunisten zijn altijd nuttig voor het systeem. Zowel het verleden als de recente geschiedenis van de beweging in Griekenland biedt vele voorbeelden daarvan. (deel 1 van 3)
(*) voormalig secretaris-generaal van het Centraal Comité van de Communistische Partij van Griekenland (KKE). KKE, 7-1-2014, vertaling J. Bernaven.