Wij heten jullie welkom op de 20ste bijeenkomst van communistische en arbeiderspartijen, hier in Athene, de stad waar 20 jaar geleden op initiatief van onze partij de Internationale Bijeenkomsten begonnen.
Ideologisch werk en voorlichting moeten niet alleen gedaan worden naar aanleiding van de actualiteit, in de vorm van zich herhalende algemene leuzes en standpunten de revolutionaire strategie betreffende, zonder levendigheid, strijdvaardigheid en zonder die te verrijken op grond van de ontwikkelingen. Onze stellingen uiteenzetten in de vorm van axioma's of algemene kritiek op andere partijen als een les vanaf de leerstoel, is niet aantrekkelijk, want het komt op een bodem terecht waarop alle andere partijen zich in één richting bewegen, terwijl wij een totaal andere weg bewandelen waarvoor vrijwillige aansluiting en opofferingen een vereiste is en wel in een tijd van overwinning van de contrarevolutie in de socialistische landen.
Het lijkt erop of alles tegen ons is, terwijl de loop van het kapitalisme vandaag de dag veel meer bewijzen levert voor de noodzaak van wat de KKE strategisch nastreeft: het socialisme. De geschiedenis heeft op haar beurt aangetoond hoe nodig het was de fouten van het verleden te herstellen, niet alleen in de strategie van de KKE, maar ook internationaal.
De uitwerking van strategie vereist een eenheid van theorie en praktijk, maar het is niet makkelijk om dit tot een zaak van de communistische voorhoede te maken, tot leidraad om te handelen en om de strijd van brede arbeiders- en volksmassa's te ontwikkelen. We hebben het voor elkaar gekregen beide dreigingen te ontlopen - die van de verburgerlijking en die van het reformisme/opportunisme - de partij overeind te houden met voortdurende activiteiten, met dagelijks aanwezig te zijn in de strijd en de politieke ontwikkelingen. Maar daarom gaan we niet op onze lauweren rusten, want vandaag de dag zijn de omstandigheden voor handelen en de eisen bijzonder ingewikkeld en veel complexer.
De uitwerking van ons programma en vooral onze politieke houding heeft een systematische aanval op de partij teweeggebracht niet alleen van de kant van de klassenvijand, maar ook door het opportunisme. Het gaat om een gemene aanval waaraan gewerkt is, want de daders kunnen niet meer gebruikmaken van de ruwe, provocerende argumenten uit de periode 90-91, toen zij dachten dat de overwinning van de contrarevolutie de gelegenheid was voor de communistische beweging om zich van het marxisme-leninisme 'te ontdoen', of om er nog een paar marxistische ideeën op na te houden, maar dan wel ontdaan van hun revolutionaire socialistische karakter.
Vooral vanaf 2012 koos het opportunisme als voornaamste wapen tegen ons de bezorgdheid en verontrusting over de negatieve verkiezingsuitslag van 2012 en de plotselinge stijging toen van SYRIZA, waardoor deze partij in 2015 aan de macht kwam. Door de schijnhoop te kweken dat vooral Syriza de aanval op het volk kon remmen, probeerden zij de KKE mee te slepen in een beleid van politieke regeringssamenwerking, van hervormingen en een zogenaamde uittreding uit de eurozone met een regering van zogenaamd 'linkse' politieke krachten. Het programma en het statuut van de partij zou - zo zeiden zij - de schuld zijn van een gebrek aan verschuivingen en krachtenbundeling in een periode waarin de partij inderdaad electorale verliezen had geleden die zeker een politiek-ideologisch karakter hadden en hebben.
Het opportunisme vond toen dat een dergelijke keus verplicht was vanwege de negatieve machtsverhouding en dat dit het startpunt zou worden voor de verandering van de KKE, waarbij men de partij beschuldigde van gebrek aan tactiek. Toen waren echter de nauwe banden nog niet volledig onthuld, die Syriza had met imperialistische centra en de 'echte' burgerlijke staat van een corrupte en verrotte kapitalistische macht.
Het opportunisme heeft uiteraard een sociale basis, zoals b.v. een uitgebreide arbeidersaristocratie en een breed scala aan gesalarieerde wetenschappers, kunstenaars, docenten, werknemers bij de massamedia, enz, vanwege de uitbreiding van de overheidsbedrijven. Deze sociale basis creëert ook de neiging tot compromissen sluiten met de klassentegenstander, tot het zoeken naar directe politieke oplossingen binnen het burgerlijke systeem, tot opportunisme binnen de arbeidersbeweging zelf, maar ook binnen de partij van de werkende klasse. Daarom is de strijd tegen het opportunisme - dat ongetwijfeld een synoniem is van politiek avonturisme - voorwaarde voor het behoud van het revolutionaire arbeiderskarakter van de partij in elke periode en in elk stadium van de klassenstrijd in het politieke krachtenveld. Van deze strijd, van ideologisch-politiek consequent zijn en van haar capaciteit, van organisatorisch consequent zijn ook, hangt het af of je de mutatie van communistische partijen kunt afstoten.
We hebben in Griekenland een negatieve ervaring met kortstondige deelname van onze partij aan diverse burgerlijke regeringen: in 1944 en 1989. De ervaring in kapitalistisch Europa en in Latijns-Amerika heeft laten zien dat wanneer een communistische partij besluit deel te nemen aan zo'n regering als overgangsoptie, zij haar handen al in de boeien geslagen heeft, zelfs als er een officiële afspraak is dat dat niet zo is of als zij heeft aangekondigd haar zelfstandigheid te behouden.
Al of niet schriftelijke verplichtingen geven geen enkele garantie. De wetten van de kapitalistische markt hangen niet af van politieke akkoorden. Als we niet hebben leren denken en de relatie tussen economie en politiek hebben leren beoordelen bij elk sociaal probleem, bij elk economisch en politiek verschijnsel, zoals, bijvoorbeeld, als zich een schandaal voordoet of ook een nieuwe politieke partij e.d., dan wordt er onderscheid gemaakt tussen het concrete probleem en de noodzaak te strijden tegen het kapitalisme in het algemeen. Dat wordt op dit moment niet begrepen - en dat is te verklaren - door een groot deel van de arbeidersklasse.
Basismaatstaf voor de positie van de elkaar bestrijdende sociale krachten is de verscherping van de basistegenstelling van het kapitalisme: aan de ene kant is er de socialisering van de productie, van het werk, de mens als de belangrijkste productiekracht en aan de andere kant de individuele eigenmaking van het product op basis van het privébezit van de productiemiddelen. Deze tegenstelling is de moeder van alle tegenspraken en tegenstellingen van het systeem en dus moet het programma van de communistische partij centraal gesteld worden. Deze tegenspraak binnen het kapitalistische systeem is niet iets waarvan de werkende klasse zich in haar geheel bewust is. Integendeel, tot op heden neemt zij nog steeds de burgerlijke ideologie aan. Dus dat de kapitalistische productiewijze en organisatie van de hele samenleving historisch de hoogste en dus ook onvervangbaar is.
Het is een kant van de kapitalistische machtsuitoefening, die niet alleen met werkgevers- en staatsgeweld wordt opgelegd, maar ook via ideologisch-politieke manipulatie (onderwijs, massamedia, kerk en nog andere mechanismen van de burgerlijke partijen, overheidsmechanismen die in verbinding staan met de massa, zoals het gemeentebestuur, diverse semistaatsorganisaties, zoals de ngo's en zelfs ook via de in het systeem ingelijfde vakbondsorganisaties, zoals in ons land de GSEE-ADEDY (Algemene confederatie van Griekse Arbeiders-Hoge Bestuur van de Unies van Overheidsambtenaren, noot vd vertaler).
De ideologische manipulatie van de werkende klasse weerspiegelt zich in haar verkeerde politieke bewustzijn, in haar politiek vasthouden aan burgerlijke partijen of partijen die uit haar gelederen voortkomen - arbeiderspartijen, linkse partijen en groeperingen - maar die na verloop van tijd verburgerlijken. Op deze manier weerspiegelen de politieke machtsverhoudingen altijd de overheersing van de bourgeoisie in haar machtsorganen - o.a. ook in het parlement -, zij bepalen procedures, zoals die van de verkiezingen en de keuze van organen.
Een werkelijke verandering in de machtsverhouding betekent dat een belangrijk deel van de werkende klasse de boeien, de ketenen van de burgerlijke ideologische manipulatie doorbreekt, ook dankzij een onvermogen van de burgerlijke macht. De kwestie van de machtsverhouding wordt ook beslist door de rijping van het politieke bewustzijn van de werkende klasse in niet- revolutionaire omstandigheden tenminste voor de communistische partij, maar ook door een bundeling van arbeid en volk rond de partij die onophoudelijk onthullingen doet en in botsing is met het kapitaal, de monopolies, het burgerlijke politieke systeem, de wetgeving, de repressieve justitionele structuren, de overheersende onderwijs-, religieuze en morele opvattingen en de imperialistische unies tussen staten, zoals EU en NAVO.
Een veeleisend kritisch en zelfkritisch onderzoek naar de prestaties en de effectiviteit van de subjectieve factor, onze partij, kan niet plaatsvinden los van de internationale verhoudingen in de klassenstrijd, die met de overwinning van de contrarevolutie in landen van socialistische opbouw een dramatisch negatieve wending nam. Zeker, scheuren in de overheersing van het kapitalisme met crises, oorlogen en concurrentie stapelen zich op en openen het perspectief voor nieuwe omstandigheden, nieuwe kansen die van de communistische beweging paraatheid eist.
Vooruitgang van de klassenstrijd, de motor voor positieve ontwikkelingen, hangt niet af van trucjes, noch van tactische zetten, noch van het zogenaamde fatalistische realisme, noch van de stress van electorale percentages of surrogaten van de beweging in de vorm van zogenaamde revolutionaire 'momenta' en 'happenings'. Deze hangt af van georganiseerd en georiënteerd ingrijpen in de organisatie van die arbeiders- en volkskrachten, die de voorhoede vormen. Doel is de gelederen van de partij te versterken met die werkers die het meest vooroplopen, met steeds jongere mensen en steeds meer georganiseerde vrouwen. Voorts moeten daarbij de beste strijders betrokken worden uit de lagere boerenstand, de zzp-ers, de gesalarieerde wetenschappers en kunstenaars. Systematisch en specifiek gericht werk is vereist of we nu in een tijd van strijd zitten of in een tijd van pas-op-de-plaats.
De versterking van onze gelederen brengt niet automatisch versterking van de strijd. Er is sprake van wederzijdse beïnvloeding, maar deze wordt systematisch en door een beperkte groep bevorderd, met gecombineerde taken en maatstaven en niet spontaan en vanzelf. Een echte omwenteling in de verhouding tussen beide elkaar bestrijdende klassen kan alleen maar plaatsvinden door een massaal zich aansluiten bij de partij van de werkende klasse in botsing met de burgerlijke mechanismen en instellingen en hun regeringen, wanneer die duidelijk verzwakt functioneren. De internationale machtsverhoudingen zullen een klap te verduren krijgen in de mate waarin de klassenstrijd zich op nationaal niveau ontwikkelt, een antikapitalistische, antimonopolistische richting ingaat en verticaal in botsing komt met de politieke uitweg uit de crisis en de strategische keuzes van EU en NAVO.
Het is ook onze verantwoordelijkheid - voorzover dit van ons afhangt - de reserves van het kapitalisme te beperken, de schaar te zetten in zijn kansen, klappen uit te delen en krachten te verzamelen voor de tegenaanval en de omverwerping van het systeem. De krachtsontwikkeling van de partij wordt door een combinatie van maatstaven bepaald, waarvan sommige een beslissender rol spelen dan andere. Ze hebben te maken met de noodzaak tot reorganisatie van de arbeidersbeweging, tot bevordering van het antimonopolistische, antikapitalistische sociale bondgenootschap en de strijd voor het socialisme-communisme.
De werkende klasse heeft als eerste de verantwoordelijkheid voor de gemeenschappelijke richting en actie met haar bondgenoten. Het niveau en de reikwijdte van het bondgenootschap worden in elke fase opnieuw beoordeeld door het vermogen van de arbeidersbeweging bestand te zijn tegen de druk uitgeoefend door kleinburgerlijke bevolkingslagen met al hun schommelingen. Maatstaf is ook het uithoudingsvermogen in omstandigheden van werkgevers- en staatsterrorisme, van geweld, van kapitalistische economische crisis en imperialistische oorlogen. Een bestendige strijdvaardigheid in de strijd van alle dag, die bepaald wordt door de partijstrategie, kan goed zaaigoed zijn dat vroeg of laat vruchten afwerpt.
Voor de komende en daarop volgende verkiezingen is de leuze voor onze aanval de noodzaak tot versterking van de KKE, zodat de oppositie van werkers en de bevolking tegen de volksonvriendelijke burgerlijke politiek, het euro-eenrichtingsverkeer versterkt wordt, zij het in omstandigheden van een kapitalistische economische crisis, zij het in omstandigheden van een zeker herstel van het Griekse kapitalisme, zij het in omstandigheden van meerdere of mindere cohesie van de EU.
Om de vakbondsbeweging te reorganiseren moet de klassengeoriënteerde beweging versterkt worden, het PAME, de grootste verworvenheid van de werkende klasse en onze beweging in de laatste tientallen jaren, die vooroploopt in de strijd en de bevordering van het sociale bondgenootschap. Deze reorganisatie betreft ook de verandering in machtsverhoudingen bij verkiezingen en de organisatie van de strijd over de groeiende problemen, zodat de consequente klassenkrachten de meerderheid krijgen.
Tegelijkertijd echter, is het ook een kwestie van begrip van de noodzaak tot massale organisatie en deelname aan de vakverenigingen, de beweging en tevens een kwestie van welke lijn overheerst in de vakbeweging. Het is onze vaste overtuiging dat het standpunt dat de arbeidersbeweging, de volksbeweging geen positie moet kiezen in de kwestie regeringsbeleid of macht, omdat het een massabeweging is en dus een neutrale lijn moet aanhouden, fout is en ingegeven door burgerlijkheid en opportunisme. 'Klassensamenwerking', 'sociaal partnerschap', de erkenning dat het kapitaal voorrang heeft op de arbeidskracht, de logica van een EU-eenrichtingsverkeer: dat bedoelen bourgeoisie, reformisten en opportunisten met neutraliteit. Kapitalisten en hun politieke en technocratische vertegenwoordigers uiten de beschuldiging dat de strijd politiek wordt opgestookt en gevaarlijk is, tweespalt zaait, omdat er geen rekening mee wordt gehouden dat werknemers alle mogelijke partijen steunen. Maar de inhoud van het begrip 'politisering' heeft te maken met het doel van de politisering, waarvan de kern is dat de macht van het kapitaal ten val gebracht moet worden.
De vraag of werknemers moeten kiezen zich te verenigen om hun directe problemen op te lossen of zich in te zetten voor de macht van werkers en volk, is een misleidend dilemma. De strijd wordt opzettelijk opgesplitst om haar te ondermijnen en ongedaan te maken. Hoe hoger het politieke bewustzijn bij het grootste deel van de werkende klasse, des te meer heeft de strijd om de directe problemen op te lossen kans om erger te voorkomen of iets beters te bereiken. Het is een kwestie van strategie en tactiek die niet van elkaar gescheiden kunnen worden, terwijl de laatste door de eerste wordt bepaald wat haar flexibiliteit aangaat. Vandaag kunnen we met zekerheid het volgende zeggen: de zin in verzet en tegenaanval is niet helemaal weggevaagd. Die zin is er. Die is niet weggemaaid ondanks de systematische pogingen daartoe en die zal ook niet verdwijnen dankzij de KKE en de radicale krachten die zich aangesloten hebben bij de beweging. Ook al blijven de machtsverhoudingen ongunstig, de dynamiek van de KKE is gebleven en die is verbonden met haar jarenlange ervaring, met de lessen die zij daaruit getrokken heeft, maar ook met het uithoudingsvermogen ten opzichte van de valstrik van inlijving in het systeem en van mutatie.
Ook dat is een eed van trouw aan ons volk, aan de volkeren van de hele wereld, aan de werkende klasse wereldwijd, die in elk land, in elk werelddeel dezelfde strijd voert opdat de mogelijkheid van een hogere socialistische en daarna communistische samenleving tenslotte werkelijkheid wordt in onze eeuw, dit keer definitief en onherroepelijk.
Vertaling uit Grieks A.I.