Mahdi Darius Nazemroaya, 18 mei 2007.
De NAVO heeft na de ontbinding van het Warschau Pact en de ineenstorting van de Sovjet-Unie haar doelstelling niet wezenlijk veranderd. Vlak na de Koude Oorlog bleef de NAVO zich uitbreiden. Vóór de NAVO-oorlog tegen Joegoslavië in 1999 had de NAVO zich naar Oost-Europa uitgebreid. De NAVO is vastbesloten haar ledental uit te breiden en haar doelstelling te verruimen. Uiteindelijk is de NAVO eropuit om een wereldwijde militaire macht te worden. Bovendien is één van de doelen van de NAVO als wereldwijd militair bondgenootschap het veiligstellen van de energievoorziening voor haar lidstaten. (deel 1)
Dit uit zich in de militarisering van de "Slagaders van de wereld"; de strategische pijpleiding-trajecten, zeevaartroutes van olietankers en internationale wateren.
Senator Richard Lugar van de Verenigde Staten van Amerika heeft van de NAVO geëist om elke lidstaat van het militaire bondgenootschap te hulp te komen bij mogelijke bedreiging in zijn energievoorziening. De rechtvaardiging hiervoor zou de "Gemeenschappelijke Verdedigings Clausule" (artikel 5) van de NAVO zijn. Dit idee van senator Lugar werd ondersteund door de Oost-Europese NAVO-lidstaten en de Europese Unie, die voor hun energiebevoorrading afhankelijk zijn van de Russische Federatie.
Senator Lugar zei het als volgt: "De NAVO moet inzien dat er weinig verschil is tussen een lidstaat die onder druk wordt gezet door middel van een blokkade in zijn energievoorziening en een lidstaat die militair onder druk gezet wordt." [1]
Artikel 5 is de bestaansreden van de NAVO. Het beschouwt iedere aanval op een lidstaat als een aanval op alle NAVO-lidstaten. Artikel 5 van het handvest van de NAVO is de basis van de oprichting van de NAVO: "Gemeenschappelijke verdediging". Elke interpretatie van de Clausule, in geval van bedreiging in energievoorziening, zou betekenen dat elke NAVO-lidstaat waarvan de energieleveranties geblokkeerd worden op (militaire nvdr) hulp mag rekenen van de rest van het bondgenootschap. Artikel 5 kan zodanig geïnterpreteerd worden om te bereiken dat het blokkeren van energieleveranties naar ieder van de NAVO-lidstaten als een daad van agressie ofwel oorlogsdaad beschouwd zal worden. Hierbij moeten we in gedachten houden dat bijna alle NAVO-lidstaten een tekort aan eigen energiebronnen hebben.
Het zal geen verrassing zijn dat Rusland zich kwaad gemaakt heeft over deze aangescherpte opvatting over energieprotectie binnen de NAVO. Als deze doctrine aangenomen zou worden, zou het als een rechtvaardiging gebruikt kunnen worden om Rusland en andere energieproducerende landen economische en politieke sancties op te leggen. De Clausule zou ook een mandaat kunnen verschaffen om Rusland of welk ander energieproducerend land dan ook, inclusief Iran, Turkmenistan, Libië en Venezuela, aan te vallen om zeggenschap over de energiebronnen uit die landen uit te oefenen.
Commissaris van handel van de Europese Unie, Peter Mandelson, verklaarde het volgende: "Zowel Rusland als de Europese Unie geloven dat de ander het 'energiewapen' gebruikt als politiek instrument". Hij voegde eraan toe datde verhouding tussen de EU en Rusland op het laagste niveau van het tijdperk na de Koude Oorlog is beland en dat Europa verzekerd wil zijn van energieleveranties. [2]
Vanwege deze, en nog verscheidene andere redenen, beschouwen Rusland en zijn bondgenoten het wereldwijde rakettenschild van de VS en de NAVO als een middel om de Russische- en wereldwijde energievoorraden en natuurlijke energiebronnen te beheersen door middel van militaire macht. De militaire concentraties rondom Rusland (evenals rondom China en Iran) worden ook beschouwd als een deel van de pogingen van de NAVO om Rusland en haar bondgenoten te omsingelen.
"De NAVO is getransformeerd van haar Koude Oorlogs- en regionale gedaante uit de jaren '90, naar een transatlantisch instituut met wereldwijde doelstellingen, wereldwijde invloedssfeer en partners wereldwijd. Deze transformatie is het duidelijkst waarneembaar in Afghanistan, waar de NAVO aan het werk is. De discussie over 'binnen eigen grondgebied of daarbuiten' vergden in de jaren '90 veel tijd. Die lijn is inmiddels overschreden. Nu is alles potentieel 'eigen grondgebied' geworden. Dat betekent niet dat de NAVO een wereldwijde organisatie is. Het is een transatlantische organisatie, maar artikel 5 heeft nu wereldwijde strekking. De NAVO is bezig haar militaire en politieke macht uit te breiden om wereldwijd te kunnen ingrijpen bij problemen. Dat is een reusachtige verandering." Citaat van Daniël Fried, onderminister van Buitenlandse Zaken voor Europese en Euro-Aziatische Zaken van de VS. (17 april 2007)
De NAVO beoogt ook een verschuiving naar "wereldwijde invloedssfeer" die haar omvormt tot een wereldwijde militaire macht met lidstaten buiten Noord-Amerika en Europa. Hoewel nog niet officieel, is de NAVO al ingeslagen op de weg naar globalisering van haar militaire macht. De NAVO is volledig betrokken in Afghanistan en actief in Centraal-Azië. Er bestaan NAVO-bases in Afghanistan grenzend aan China en Iran. De NAVO heeft haar aanwezigheid op de Balkan bestendigd. (Dit kwam naar voren door haar betrokkenheid in het vroegere Joegoslavië.). De NAVO heeft ook grote militaire operaties in Soedan en elders in Afrika overwogen onder de noemer van wat haar tegenstanders noemen: "Het mom van vredeshandhaving". De NAVO is ook betrokken in Libanon, zij het informeel. [3] Ook heeft de NAVO een vloot marineschepen opgebouwd in de wateren voor Oost-Afrika, de Rode Zee en de Arabische Zee. NAVO-landen als Duitsland en Denemarken zijn met hun oorlogsschepen ook aanwezig in het oostelijk deel van de Middellandse Zee en kunnen in geval van oorlog Syrië aanvallen.
De NAVO is formeel de Perzische Golf binnengegaan, in werkelijkheid waren daar al sinds de Koude Oorlog verschillende NAVO-lidstaten actief.[4] Sjeik Thamer Ali Sabah Al-Salem Al-Sabah, het plaatsvervangend Hoofd Nationale Veiligheidszaken van Koeweit, verklaarde dat Koeweit een veiligheidsovereenkomst met de NAVO heeft gesloten op de conferentie van de NAVO met de "Gulf Cooperation Council (GCC)" die plaatsvond op 11 en 12 december 2006. De GCC bestaat uit Saoedi-Arabië, Koeweit, de Verenigde Arabische Emiraten, Quatar, Bahrein en Oman. De GCC had al een militaire overeenkomst tussen zijn lidstaten en individuele bilaterale veiligheidsovereenkomsten met de VS en Groot Brittannië. De NAVO streeft een blijvende aanwezigheid in de Perzische Golf na. Ze wil komen tot een nieuwe veiligheidsovereenkomst tegen Iran.
Daartoe is ze besprekingen begonnen met de lidstaten van de GCC. Deze nieuwe regionale afstemming in de Perzische Golf is een deel van een bredere coalitie in het Midden-Oosten dat aan de NAVO gekoppeld is. Saoedi-Arabië, Jordanië, Egypte, Israël, de VS, Groot-Brittannië, de NAVO en de landen van de GCC zijn allemaal onderdeel van deze coalitie in het Midden-Oosten. [5] Deze coalitie is in wezen een oostelijke uitbreiding van de "Middellandse Zee Dialoog" van de NAVO.
De leden van deze coalitie uit het Midden-Oosten, inclusief Israël en Saoedi-Arabië, worden de "Coalitie van de Gematigden" genoemd, terwijl van Iran en Syrië gezegd wordt dat ze de "Coalitie van Extremisten" leiden.
Afgezien van de verwikkelingen rond een confrontatie met Iran, bevestigt deze samenwerking tussen de GCC en de NAVO dat de NAVO bezig is een wereldwijd instituut en wereldwijde militaire macht te worden. Het Midden-Oosten is een belangrijk geografisch-strategisch en energierijk gebied voor de NAVO. Turkije en Israël vormen voor de NAVO de voorhoede in dit gebied.
De VS hebben ook rakettenfaciliteiten opgebouwd aan de Perzische Golf en brengen er veel militair materieel en radarsystemen heen. De oorspronkelijke rechtvaardiging hiervoor was de "wereldwijde strijd tegen het terrorisme", daarna de invasie in Irak in 2003. Nu wordt het gerechtvaardigd als bescherming van de Amerikaanse bondgenoten aan de Perzische Golf, inclusief de Verenigde Arabische Emiraten, Koeweit en Saoedi-Arabië tegen de dreiging van Iraanse raketten. De conferentie van de GCC en de NAVO is voortgekomen uit het Samenwerkings-Initiatief van Istanboel, waarbij Iran als doelwit van hun militaire samenwerking benoemd werd. [6] (wordt vervolgd)
Vertaling: Ardengo Persijn.