Prof. Jules Dufour
Het Amerikaanse bedrijfsleven en de Amerikaanse strijdkrachten streven ernaar de wereldwijde controle te verwerven over alle economische, maatschappelijke en politieke activiteiten van de mensheid. Aan dit proces ligt een variatie aan directe en indirecte militaire interventies ten grondslag. Uiteindelijk komt de strategie van de VS neer op een proces van wereldwijde onderwerping. (deel 2 van 3)
In het 'Global Report' uit 2000 werd de 'Toestand van de Wereld' uiteengezet. De nadruk werd gelegd op verschillende zogenaamde 'dreigingsniveaus' die de Amerikaanse belangen negatief konden beïnvloeden of ondermijnen. Twintig jaar later hebben de Amerikaanse strategen in een poging om hun militaire interventies in verschillende werelddelen te rechtvaardigen een nieuw concept uitgedacht. De 'wereldwijde oorlog tegen het terrorisme', het grootste bedrog in de Amerikaanse geschiedenis. Deze 'oorlog' dient als voorwendsel om wereldwijd gewapend op te treden tegen iedereen die zich verzet tegen de Amerikaanse hegemonie. Er ontwikkelt zich een nieuwe vorm van slavernij, aan de hand van militarisering en de 'vrije markt'
In de Verenigde Staten zijn 6000 militaire bases of militaire opslagplaatsen (Wikipedia, februari 2007). Het totale aantal Amerikaanse militairen bedraagt ongeveer 1,4 miljoen waarvan er 1.168.195 in de VS of op Amerikaans grondgebied overzee gestationeerd zijn. Volgens cijfers uit dezelfde bron zijn er 325.000 VS-militairen in het buitenland gelegerd: 800 in Afrika, 97.000 in Azië (buiten het Midden-Oosten en Centraal-Azië), 40.258 in Zuid-Korea, 40.045 in Japan, 491 op de basis Diego Garcia in de Indische Oceaan, 100 op de Filippijnen, 196 in Singapore, 113 in Thailand, 200 in Australië, 16.601 militairen bevinden zich op zee. In Europa bevinden zich 116.000 Amerikaanse militairen waarvan er 75.603 in Duitsland gestationeerd zijn. In Centraal-Azië zijn ongeveer 1000 Amerikanen gelegerd op de Ganci Manas luchtmachtbasis in Kirgizië en 38 in het Georgische Kritanisi, waar zij trainingen verzorgen voor het Georgische leger. In het Midden-Oosten (met uitzondering van het Iraakse oorlogstoneel) zijn 6000 Amerikaanse militairen actief waarvan 3432 in Qatar en 1496 in Bahrein. Op het westelijk halfrond bevinden zich buiten Amerikaans grondgebied 6000 militairen, 700 in Guantánamo, 413 in Honduras en 147 in Canada.
De Amerikaanse defensie-uitgaven zijn volgens het Amerikaanse 'Center for Arms Control and Non-Proliferation gestegen van 404 miljard dollar in 2001 tot 626 miljard in 2007, waarbij de kosten van de Irak-oorlog niet inbegrepen zijn. Naar verwachting bereiken de defensie-uitgaven in 2008 640 miljard dollar. De uitgaven in 2006 zijn 3,7 procent van het Amerikaanse bruto binnenlands product en staan gelijk aan 935,64 dollar per inwoner.
Het defensiebudget ter hoogte van 396 miljard dollar dat in 2003 werd voorgesteld bedroeg in feite 417,4 miljard, hetgeen een groei betekent van 73 procent ten opzichte van 2000 (289 miljard). Deze uitgaven vormden meer dan de helft van het totale budget dat door het Congres goedgekeurd werd. Na 2003 komen de kosten van de Irak-oorlog en de bezetting daar nog bij. Deze kosten bereikten volgens het 'National Priorities Project' in maart 2007 een totaal van 413 miljard dollar. Schattingen van het ministerie vanDefensie voor 2007 komen neer op een bedrag van 440 miljard dollar.
Er zijn 1.332.300 mensen, militairen en overig personeel die betaald moeten worden. Bij deze uitgaven komen ook nog eens de extra kosten voor de 'wereldwijde oorlog tegen het terrorisme'. Deze kosten slokken een groot deel van het defensiebudget op. Amy Goldstein van de 'Washington Post' schreef in het artikel '2007 Budget Favors Defense' het volgende: "Het algemene beeld is dat de regering in 2007 doorgaat met wat ze de afgelopen vijf jaar gedaan heeft: er wordt meer geld uitgegeven aan het uitbouwen van de militaire capaciteit en aan het tegengaan van terroristische aanslagen op Amerikaanse bodem. Intussen wordt er bezuinigd op binnenlandse uitgaven variërend van onderwijsprogramma's tot het spoorwegtransport."
Na 11 september 2001 begon Washington aan zijn 'wereldwijde oorlog tegen het terrorisme', eerst in Afghanistan en later in Irak. Andere landen die de Amerikaanse richtlijnen niet gehoorzaam opvolgden zoals Iran, Noord-Ko-rea, Syrië en Venezuela, staan op de nominatie voor een mogelijke militaire interventie. Washington houdt landen die zich verzetten tegen de controle van Amerikaanse bedrijven over hun natuurlijke rijkdommen nauwlettend in het oog. Ook landen waarin verzet vanuit het volk plaatsvindt, waardoor de Amerikaanse belangen in het gedrang kunnen komen, hebben de bijzondere aandacht van de VS, vooral de Zuid-Amerikaanse landen. Vandaar dat president Bush een korte rondreis maakte naar Brazilië, Uruguay, Colombia, Guatemala en Mexico. Om de 'democratie en de handel te bevorderen', maar ook om de anti-Amerikaanse gevoelens bij de bevolking tegen te gaan.
In Centraal-Azië gebruiken de VS dezelfde benadering. Volgens Iraklis Tsavdaridis, secretaris van de 'World Peace Council': "Het oprichten van Amerikaanse militaire bases moet natuurlijk niet alleen gezien worden in het licht van directe militaire doeleinden. Ze worden altijd gebruikt om de economische en politieke doelen van het Amerikaanse kapitalisme te bevorderen. Zo zijn Amerikaanse bedrijven en de Amerikaanse regering er al lange tijd op uit om over een veilige leiding te beschikken van de Kaspische Zee in Centraal-Azië door Afghanistan en Pakistan naar de Arabische Zee voor de doorvoer van olie en gas. In deze regio is meer dan zes procent van de bekende oliereserves te vinden en bijna 40 procent van de gasvoorraden. De oorlog in Afghanistan en het opzetten van militaire bases in Centraal-Azië worden gezien als sleutelfactoren om een dergelijke pijpleiding te realiseren."
De Verenigde Staten zijn in oorlog in Afghanistan en in Irak. Deze militaire operaties zullen voortgezet worden tot de VS hun doel, dat zij 'VICTORY' gedoopt hebben, zullen bereiken. Volgens Wikipedia vechten er 190.000 Amerikaanse soldaten in deze landen. Alleen al bij operatie 'Enduring Freedom' in Irak zijn 200.000 militairen betrokken, waarvan 26.000 uit andere landen die de 'missie' van de VS ondersteunen. De komende maanden zouden nog eens 20.000 militairen aan andere contingenten kunnen worden toegevoegd. In Afghanistan nemen in totaal 25.000 soldaten aan de operaties deel.
De Amerikaanse bases in het buitenland zijn voornamelijk gelegen in West-Europa: 26 in Duitsland, acht in Groot-Brittannië en acht in Italië. In Japan zijn er negen militaire locaties. De afgelopen paar jaar hebben de VSin het kader van de 'oorlog tegen het terrorisme' 14 nieuwe bases opgezet in en rond de Perzische Golf. Ook zijn er in Irak twintig nieuwe bases opgezet en versterkt, hetgeen om en nabij 1,1 miljard dollar gekost heeft. Het gebruik van tien bases in Centraal-Azië is geïntensiveerd. De VS onderhandelen met verschillende landen over het opzetten, aankopen, vergroten of huren van militaire bases. Dit geldt onder meer voor Marokko, Algerije, Mali, Ghana, Brazilië, Australië, Polen, Tsjechië, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië, Italië en Frankrijk. Washington heeft eveneens een overeenkomst ondertekend voor de bouw van een militaire basis in Djibouti. Al deze initiatieven maken deel uit van een allesomvattend plan voor het opzetten van een hele reeks militaire bases die een corridor van west naar oost moeten vormen, van Colombia in Zuid-Amerika naar Noord-Afrika, het NabijeOosten, Centraal-Azië tot aan de Filippijnen toe. De Amerikaanse bases in Zuid-Amerika hebben als doel toegang tot en controle over de uitgebreide voorraden aan duurzame energiebronnen, de minerale en de watervoorraden in het Amazonebekken. (wordt vervolgd)
Bron: Global Research, 1 juli 2007, vertaling Frans Willems.