Deel 2, zie deel 1
Al sinds enige tijd is in Nederland een debat op gang gekomen over het slavernijverleden, dat recentelijk werd aangewakkerd door de oproep tot het aanbieden van excuses. Dus nazaten van slavenhouders zouden nazaten van slaven (*) excuses aan moeten bieden. (dl 2)
Tussen haakjes: waar moeten de nazaten van deze mensen hun excuses eigenlijk voor aanbieden, als dit namens de hele bevolking zou moeten geschieden? Iedereen was erbij betrokken, zo heet het, soldaten, zeelieden enz. Ja, betrokken, maar als wat? De arme, zelf ook uitgebuite sloebers soms, die op de VOC- en WIC-schepen uit nood aanmonsterden? De huurlingenlegers, die meegestuurd werden en in opdracht van hun welgestelde werkgevers en hun dienaren in de regeringen en besturen aangezet werden tot de gruwelijkste daden in verre landen, wat ze vaak niet eens van tevoren wisten. Laat staan dat slechts een zeer klein percentage de reis overleefde. Het moederlandproletariaat tegen slaven, erop afgestuurd om opstanden te onderdrukken, waar ze eigenlijk zelf in opstand zouden moeten komen. Wie gaat de nazaten van het metropoolproletariaat excuses aanbieden? Hun arbeidskracht verkochten zij voor een schijntje en veel ellende, net als de contractarbeiders, die na afschaffing van de slavernij naar de plantages gehaald werden. Was dit dus de 17de eeuwse geest, die zekere politici graag zouden terugzien?
Bloedhonden en vagebonden
Dat de koloniale mogendheden aan elkaar gewaagd waren kan met talloze voorbeelden duidelijk gemaakt worden, ook al zijn er genoeg voorbeelden aan te wijzen van (hypocriete) aantijgingen van de ene koloniale macht door de andere, waarbij men zichzelf in de regel als humaner voorstelt. Bijvoorbeeld toen Engeland drie jaar in Indonesië aan de macht was, een korte afwisseling van de Nederlandse overheersing, schafte het de slavernij daar af. Engeland was ook eerder met het afschaffen van de slavernij in de 19de eeuw.
Maar, kijk nou eens naar Engelands geschiedenis: de bloedwetgeving tegen onteigenden sinds het einde van de 15de eeuw, bij voorbeeld. In de late Middeleeuwen verloren mensen massaal werk vanwege de opkomende kapitalistische ontwikkeling, die de feodale structuren en maatschappijorganisatie ontbond en haar historisch noodzakelijke strijd voerde tegen lijfeigenschap en andere instellingen van de feodale adel. De werkende mensen moesten 'vrij' worden om hun arbeid en arbeidskracht te kunnen verkopen (uiteraard tegen hongerloontjes). De warenmarkt was immers basisvoorwaarde voor de kapitalistische productie en had behoefte aan polarisering op de arbeidsmarkt. Er werd toegewerkt naar deze polarisering tussen twee zeer uiteenlopende warenbezitters: aan de ene kant de eigenaren van geld en productiemiddelen en aan de andere kant de 'vrije' werkers, die alleen hun arbeidskracht bezaten om als 'waar' te verkopen. Het is logisch dat de eerste categorie (tot op heden) het liefst zo goedkoop mogelijk deze waar wil aanschaffen (dus uitknijpen van de tewerkgestelde mens) en de tweede categorie liefst voor zoveel mogelijk geld zijn lichaam en arbeidskracht probeert te verkopen. Dat is de basistegenstelling.
Eerstgenoemden hebben hiervoor ongelooflijk veel geweld toegepast en laatstgenoemden ongelooflijk veel geleden, zwarten en witten. De verbetering begon pas op gang te komen in de 19de eeuw via georganiseerde strijd. Het is geen toeval, dat in 1791 de Franse bourgeoisie dit zag aankomen en met een decreet het pas tijdens de Franse Revolutie (1789) verworven recht van de werkende mens zich te associëren en te organiseren verklaarde tot "een aanslag op de vrijheid en de verklaring van de rechten van de mens!" Daarmee toonde zij haar ware aard. In de late Middeleeuwen was er sprake van een gewelddadige onteigening van grond, bodem en kleine negotie, waardoor de plattelandsbevolking tot vagebond werd gemaakt en via, met de formulering van Marx "door groteske-terroristische wetten in een voor het systeem van loonarbeid noodzakelijke discipline binnengezweept, gebrandmerkt en gefolterd werd", [12] want "ze veranderden massaal in bedelaars, rovers, vagebonden, voor een deel uit geneigdheid, in de meeste gevallen door de dwang der omstandigheden." [13]
Logisch, want zo eenvoudig was het niet om van je normale levensloop in een nieuwe toestand geslingerd (of gezweept) te worden en dan meteen de discipline van een nieuwe toestand te moeten aanvaarden. In Engeland werden deze mensen ook wel 'roundsmen' genoemd en Frankrijk werd midden 17de eeuw wel een koninkrijk van vagebonden genoemd (royaume des truands). Eind 15de en begin 16de eeuw kwam er dan ook in geheel West-Europa een 'bloedwetgeving' tegen vagebonderij. In Engeland als eerste onder Henry VIII in 1530. Dan onder Edward VI in 1547. De verordeningen onder Elizabeth en Jacob I in 1572 enz. Men kan er uit leren hoe men in Engeland mensen tot slaaf maakte en wat men met hen mocht doen. Op details hoeft verder niet ingegaan te worden, maar de straffen variëerden van tot bloedens toe geselen, brandmerken met gloeiend ijzer, scalperen en andere martelingen, die op grond van de wet toegepast werden (alleen oude en arbeidsongeschikte bedelaars kregen een bedelvergunning!). Ook de jacht met bloedhonden op deze roundsmen mocht en het Engelse parlement (eind 18de eeuw) verklaarde bloedhonden en scalpeerders tot "middelen die door God en de natuur in de hand gegeven werden"...
Voor velen, die weten van de slavernij op de plantages in de koloniën, zal deze beschrijving een schok van herkenning teweegbrengen. In de marrondorpen in het binnenland van Suriname is geen hond te vinden, aangezien deze viervoeters allerminst aangename historische herinneringen oproepen bij de bevolking aldaar... Tijdens de dageraad van het kapitalisme oefenden de latere kolonisatoren zich op de eigen bevolking in methodes, die uittentreure op de slaven in de kolonieën toegepast zouden worden. Marx constateert dan ook: "In het algemeen had de verhulde slavernij van de loonarbeiders in Europa de onverhulde slavernij in de nieuwe wereld nodig als basis." [14]
Het lijdt geen twijfel dat slaven- en loonslavenwerk (dat leger van 'vrije' werkenden, het product van de moderne tijd) door de eeuwen heen van doorslaggevend belang is geweest voor de opbouw van de 'westerse' (lees: kapitalistische) economie. Het leger van 'vrije werkers' is ongetwijfeld het product van de moderne tijd. Slavernij allerminst. Alle op klassenscheidslijnen gebaseerde samenlevingen tot aan de moderne tijd, kenden slavernij en wel in de meeste gevallen als hoofdvorm van de productie van goederen, die nodig waren om te bestaan als samenleving en om handel in te drijven.
In tijden, waarin de technologie veel minder ontwikkeld was, kon slavernij zelf hoofdvorm zijn voor de productie en werd later ook weer ingevoerd in de kolonieën, wanneer dit om diverse redenen winstgevender was dan andere vormen van uitbuiting, bijvoorbeeld contractarbeid. Eric Williams toont in zijn boek Capitalism and Slavery [15] aan onder welke omstandigheden slavernij voordeliger was dan gehuurde werkkrachten of omgekeerd. Tevens bewijst hij dat de onmiddellijke opvolgers van de oorspronkelijke indiaanse bewoners, als werkkracht in de Nieuwe Wereld, niet zwarte slaven waren,maar witte contractarbeiders. Daarna veranderde dat (zie hoofdstuk I, 'The origin of Negro Slavery'.)
Een interessante opmerking, die de rol van huidskleur relativeert, werd gemaakt door de 19de eeuwse Cubaanse vrijheidsstrijder José Martí in zijn werk 'Mi raza' ('Mijn ras'). Hij schrijft dat een individu geen speciale rechten heeft, omdat hij tot een bepaald ras behoort. Als je over menselijke wezens spreekt, heb je het over alle rechten: "Als beweerd wordt dat de conditie van slavernij geen enkele inferioriteit suggereert van het tot slaaf gemaakte ras, aangezien witte Galliërs met blauwe ogen en gouden haar op de Romeinse markten als slaaf verkocht werden met ijzeren ringen om hun nek, dan is dat goed racisme, omdat het pure rechtvaardigheid is en erbij helpt de vooroordelen van de witte man uit de wereld te helpen. Maar dáár houdt het rechtschapen racisme dan ook op." [16]
Door dit soort opmerkingen wordt de absolute tegenstelling wit onderdrukt zwart, zoals die in het brandpunt van raciale discussies in de nieuwe tijd is komen te staan, zonder ook maar enigszins rekening te houden met sociale gelaagdheid, van haar historische algemeenheid beroofd. Dat neemt niet weg, dat de afgelopen eeuwen met de Bijbel in de hand (vervloeking Cham, zie noot 8) een donkere huid als inferieur beschouwd werd en dat dit tot in den treure in alle toonaarden is gecultiveerd, waarvan enorme complexen tot op heden het gevolg zijn.
300 procent winst
De slavernij in de koloniën werd niet uit menselijke overwegingen opgeheven, niet als resultaat van een activisme (hoe belangrijk ook), dat de publieke opinie en daarna steeds meer parlementariërs voor zich won - de goedbedoelde en zeker niet mis te verstane strijd van de abolitionisten ten spijt - maar omdat veranderingen in productiemiddelen en concurrentie op de wereldmarkt verschuivingen teweegbrachten, die die vorm van slavernij niet meer rendabel maakte, zoals zij eerder tot stand kwam in tijden dat het wél rendabel was. Voor het geval men zich met de beste bedoelingen af mocht vragen, waarom toch al die wreedheid, is de uitspraak van de Engelse vakbondsman Thomas Joseph Dunning onthullend. Deze schreef in zijn in 1860 verschenen boek 'Trades' Unions and Strikes': Their Philosophy and Intention':
"Het kapitaal gaat tumult en strijd uit de weg en is van nature angstig. Dat is waar, maar het is niet de hele waarheid. Het kapitaal verafschuwt de afwezigheid van winst of zeer geringe winst, zoals de natuur het vacuüm. Met passende winst wordt het kapitaal vermetel; met 10 procent voelt het zich zeker en kan men het overal toepassen; met 20 procent wordt het levendig; met 50 procent positief waaghalzig; met 100 procent vertrapt het alle menselijke wetten; met 300 procent is er geen misdaad die het niet riskeert, zelfs op gevaar af dat zijn eigenaar aan de galg komt. Als tumult en strijd winst opleveren, zal het beiden bemoedigen. Het bewijs: smokkel en slavenhandel" [17]
Misschien dat deze uitspraak een bondig antwoord is op de nogal naïeve vaak gestelde vraag, hoe het toch mogelijk was dat mensen dit systeem, waarin mensenlevens niet telden, konden accepteren. Tevens zou het niet zo gek zijn, als onderzoekers naar wat winst eigenlijk is, eens het grootste standaardwerk hierover bestudeerden: Karl Marx' Das Kapital. Kritisch bekijken, lezen als wetenschappelijk instrument voor onderzoek in onze tijd en niet afdoen als 'verouderd 19de eeuws'. Weliswaar is er de afgelopen jaren wel onderzoek verricht, dat Nederland vanaf de 17de eeuw in een wereldwijd verband onder de loep neemt tegen de achtergrond van het opkomende kapitalisme en niet als uitzonderingsgeval, maar de afwezigheid van deze basiskennis en het onvermogen (of onwil?) deelonderzoeken naar schandvlekken te testen en te belichten tegen dat beeld van een wijdere historische achtergrond en zo belangrijke verbanden te ontdekken, springt de kritische toehoorder op bijna alle panels, dialogen en lezingen over het 'nieuwe oude' onderzoek, in het oog.
Op die manier kunnen de verantwoordelijken van toen en nu nooit effectief aan de kaak worden gesteld. In plaats van te spreken van 'witte geschiedenisfaculteiten', 'witte geschiedschrijving' e.d. zou het beter zijn hier een klassengeoriënteerde nuance aan te brengen en de geschiedenis opnieuw recht in de ogen te kijken. Zeker, historie wordt geschreven door de overwinnaar, want die heeft alle mogelijkheden daartoe. Maar dat zijn niet overal en altijd 'witten' geweest. Toegegeven, de laatste 500 jaar geschiedenis met haar 'witte' Europese dominantie en inferioriteitscultivering van 'zwart' en 'gekleurd' geeft alle aanleiding tot foute richtingen en desoriëntatie van het wetenschappelijk onderzoek. Er zijn er die - figuurlijk - munt weten te slaan uit gestuurd denken van de publieke opinie. Elke dialoog, die zich om een drogtegenstelling afspeelt, is gedoemd op niets uit te lopen, tenzij op het negatieve resultaat van een nog grotere verwijdering tussen gesprekspartners.
Noten:
- 12 Ibidem, p. 765.
- 13 Ibidem, p. 762.
- 14 Ibidem, p. 787.
- 15 Eric Williams, Capitalism and Slavery, The University of North Carolina Press, Chapel Hill, 1944.
- 16 José Martí, 'Mi raza'. Obras Completas (Verzamelde werken), 2: 298-300.
- 17 Door Marx geciteerd uit de 'Quarterly Reviewer' in: Das Kapital, dl. 1, p. 788, noot 250.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!