Brecht. Die naam staat mij bij dankzij de boekenlijst op de Voorwaarts-website. Onder communisten, theaterliefhebbers en in de sociale beweging is hij uiteraard geen onbekende. Op de website vind je boven de inhoudelijke inleiding en de leeslijst zelf twee citaten: een van Lenin, en de volgende:
“Jij die honger lijdt: grijp een boek; het zal een wapen zijn. Jij moet klaar zijn om de macht te pakken.” Bertolt Brecht, De moeder (1931)
Brecht wordt vaker aangehaald en geniet zo nu en dan een verdiende, doch kleine schijnwerper in deze krant. Dit artikel heeft het te danken aan de interesse die ik heb door het citaat van de leeslijst en het bezoek dat ik heb gebracht aan de uitvoering van Het Nationale Theater in 2025.
Bertolt Brecht en het dialectisch theater
Eugen Berthold Friedrich Brecht werd op donderdag 10 februari 1898 geboren te Augsburg, Koninkrijk Beieren, deel van het Duitse Keizerrijk. Hij is 16 jaar oud ten tijde van de Eerste Imperialistische Wereldoorlog en maakt mee dat die oorlog veel van zijn klasgenootjes op brute wijze verslindt. Doordat Brecht medicijnen is gaan studeren op aanraden van zijn vader, ontspringt hij de dienstplicht in 1917. In 1918 wordt hij toch opgeroepen, maar wordt hij geplaatst als medisch ordonnans in een militaire kliniek voor geslachtsziekten in zijn woonplaats.
Naast de kleine opleiding medicijnen richtte hij zijn studies hoofdzakelijk op theaterwetenschappen. Brecht houdt zich zoals zovelen bezig met burgerlijke ongehoorzaamheid en nieuwe manieren van denken en maken. Zo raakt hij in de jaren ‘20 verwikkeld in film als medium en het gedachtegoed van het marxisme, uiteindelijk marxisme-leninisme. Brecht schrijft ook een aantal stukken met communistische lading, geïnspireerd door de Oktoberrevolutie: Een man is een man uit 1926, De maatregel uit 1930 en Bedek je sporen. Deze en andere stukken worden door de nazi’s al in de Weimar-periode gewarsboomd met onder andere stinkbommen en gejoel en gefluit.
“Toen ik Marx’ Het kapitaal las, begreep ik mijn toneelstukken ineens. Marx was de enige ware toeschouwer voor mijn stukken die ik ooit ben tegengekomen.”1
Dat zijn studie van het theater en van het marxisme tot een synthese kwamen, is geen verrassing, al zeker niet voor die tijd. In het interbellum ontwikkelt hij wat bekendstaat als het ‘episch theater,’ wat hij zelf later het dialectisch theater is gaan noemen. Door conflicten middels het gedachtegoed van personages voorop te stellen, dwingt hij de toeschouwer tot nadenken. Deze brechtiaanse theatervorm wordt gekenmerkt door een aantal zaken: het decor en het lichtplan zijn minimalistisch en trekken de aandacht naar de spelers, spelers staan vaak met borden in hand met ‘Scène 1’ en de naam van de scène, bijvoorbeeld ‘Direct erna’; de decors worden tussen scènes in het zicht gechangeerd om de veranderlijke en dus revolutionaire aard van onze omstandigheden aan te tonen, maar evengoed om de spelschouwer bewust te houden van diens rol; spelers spelen meerdere personages; personages staan eerder figuur dan dat ze als volwaardig, complex persoon gespeeld worden, zo worden ze bevrijd van persoonlijke motivaties en kunnen zo zichzelf beter tegenspreken; het stuk wordt in een andere historische context gegoten, zodat het publiek eenvoudiger begrijpt wat voor tegenspraak er op het toneel plaatsvindt. Brecht regisseerde zijn spelers ook door de reflectie van de belichaamde figuur in hun eigen ervaringen en herinneringen terug te vinden, wat lijkt op het moderne methodacting. Het idee is dat de speler zoveel mogelijk van het personage in zichzelf herkent en probeert te belichamen, te allen tijden. Als je hoort dat een Hollywood-ster ‘erg gek deed op en rond de set,’ is het vaak het resultaat daarvan. Als belangrijkste wordt de spelschouwer vervreemd van het schouwspel, verzakt hij niet in het relaas van de personages en is zo in staat na te denken over wat er op het toneel gebeurt en kan er beter lessen uit trekken.
Vorm en inhoud volgens Het Nationale Theater
Regisseur Liesbeth Coltof en Het Nationale Theater nemen wat vrijheden met het stuk Moeder Courage. Misschien ook logisch, het origineel komt uit 1939 en speelde voor het eerst in 1941. In elk geval komt Anne Fierling (echte naam van het personage Moeder Courage, gespeeld door Tamar van den Dop) minder over als archetype en meer als tragische, kleinburgerlijke girlboss die nu meer worstelt met de dimensionaliteit van haar vrouwelijkheid in tegenstelling tot wat haar titulaire kinderen gebeurt en wat zij tegen de oorlog zou kunnen doen. Vooral is ze ‘geen profiteur, maar iemand die controle en stabiliteit wil in haar situatie.’ Ook Brechts communist-zijn en de communistische ideologie worden kortzichtig van de hand gedaan in het stuk: “Bertolt Brecht schreef Moeder Courage in ballingschap tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij was communist en zijn stuk is een aanklacht tegen oorlog en kapitalisme.” Het is jammer dat zulke knappe toneelmakers die zo een mooi stuk kunnen opvoeren niet wat dieper onderzoek doen naar de geschiedenis, alvorens hun eigen draai eraan te geven, want dat mooie stuk is er wel oppervlakkiger door geworden.
Brechts Verfremdungseffekt overleeft de moderne interpretatie deels wel. Het lichtplan is sferischer en de costumage lijkt op iets uit Mad Max door de ogen van grote kledingontwerpers, maar het decor is spartaans en dynamisch en de kleine groep acteurs speelt meerdere rollen. In plaats van borden zijn er LCD-stijl lichtkranten die van boven uit de kap in- en uitgechangeerd worden. Grote doeken hangen rij voor rij voor elkaar met sterke, simpele boodschappen, voordat ze de tweekoppige band tonen die muziek en folie leveren. Uiteindelijk is er zelfs via de bespelers directe publieksparticipatie. Citaat programmaboek: “Muziek opent andere luiken dan tekst. Ze biedt reflectie(...) De muziek haalt de voorstelling weg uit de jaren dertig, de tijd waarin Brecht zijn stuk schreef. Het gaat niet over toen, het gaat over nu.”
Ook de klassenanalyse blijft overeind, in minder prominente vorm. In de eerste helft sluimert die net onder het oppervlak, maar in de opening van de tweede helft wordt in de tekst het beest bij de naam genoemd: welke klasse op welke manier oorlog voert over de rug van welke andere klasse. In deze vorm is dit de meeste directe aanklacht terug naar Moeder Courage en entourage, mits de kijker zelf van hun parasitaire middenlaag-positie bewust wordt. Brecht en HNT snijden iets aan wat op de bühne weinig meer te sprake komt, wat van lang weggeweest is. Daar valt wat voor te zeggen, ook al heeft het burgerlijke kruispuntdenken deze editie van het stuk beïnvloed tot het punt dat klassenmaatschappij, oorlog en man-vrouwverhoudingen tot gelijke en losgekoppelde fenomenen worden verheven.
Het hier en het nu, het toen en het daar
Dat er überhaupt iets van Brecht tourt door Nederland is best een zeldzaamheid, maar het past bij de tijd waarin we leven, die ontwrichting en oorlog kent. Per het programmaboek lijkt dat voor Coltof iets waar ze met het Belgisch leger voor naar belegerd Joegoslavië moet afreizen, toen ze nog niet met pensioen was. Dat heeft haar wakker geschud en naar eigen zeggen bewust gemaakt van het leed in de wereld. Regie van stukken rondom de thema’s socialisme en arbeidersmacht lijken haar te liggen—eerder, in 2023, regisseert ze een stuk genaamd De Vergeten Twentse Lente over de April-meistaking van 1943.
Een van de personages die in de originele versies van het stuk een kapelaan is, is in dit stuk een dokter. De dokter deserteert het ene leger om met de caravaan van Moeder Courage een ander leven te kunnen leiden. Hij droomt over liefde en lijkt zedelijk idealistisch ingesteld te zijn en, in tegenstelling tot zijn metgezellen, die hun zinnen op het bier en de prostituees zetten, met meer dan de waan van de dag bezig te zijn. Zodra er een vredesbestand is, is hij de eerste die het bejubelt, terwijl de andere personages nog stomgeslagen zijn. Ook is hij overtuigd van de blijvendheid van de vrede. Daarmee komt zijn droom om weer les te geven en “de massa’s toe te spreken” naar voren. Het lijkt mij alsof Brecht zo zelf in het stuk verwerkt wordt, bijna een ondermijnde reflectie van een ‘rode hulppastoor.’ Misschien is het wat verregaand om HNT te betichten dat ze van de auteur in zijn personage een soort zendeling van de socialistische heilstaat maken, maar de overeenkomsten zijn er, ook al zijn levende communisten toch wel diepzinniger dan dat.
De Dertigjarige Oorlog en de Tweede Imperialistische Wereldoorlog
Even terug naar dat historisch besef. Het voelt ergens als een gemiste kans om het stuk niet toch in historiciteit te binden, helemaal gezien de brechtiaanse inslag. Gezien het tachtigjarig jubileum van de bevrijding was de Tweede Imperialistische Wereldoorlog misschien wel een prima decor geweest. Immers is het naar aanleiding daarvan geschreven. In plaats daarvan speelt het in een jaren ‘90 versie van een abstracte donkere toekomst af (het Starship Troopers-gehalte is hoog), waar de wereld totaal is verdeeld in grids en er om elke druppel olie en water gestreden moet worden, zonder grondstoffen of fatsoenlijke wapens en vooral met soldaten die dapperder en slimmer zijn dan hun generaals, maar wel geronseld moeten worden uit de weinige vrije jongens die er nog rondlopen.
Origineel speelt het stuk zich af in de Dertigjarige Oorlog. Dit conflict wordt in de burgerlijke geschiedschrijving door zijn grootte vaak gezien als een ‘wereldoorlog nul,’ al zij het dan niet imperialistisch en niet veralgemeniseerd. Dankzij de godsdienstoorlogen en de Godsdienstvrede van Augsburg (daar is de geboorteplaats van Brecht weer) van 1555, ligt het Heilige Roomse Rijk en zijn omgeving in woelige tijden. Het protestantisme, dat een ideologische weerspiegeling is van de eigendoms- en productieverhoudingen die de opkomende burgerij nodig heeft om de dominante klasse te worden, ligt in de knel met het katholicisme, dat door de reactie wordt gesteund, of, beter gezegd: de burgerij en de feodale machten zijn in conflict voor de macht. Moeder Courage en kinderen gaan met de huifkar achter het Zweedse leger en de protestantse troepen aan om relatieve veiligheid en een relatief stabiel inkomen te genieten. Zodra de oorlog verandert, veranderen zij wanneer nodig van kamp, met de oorlog mee.
De HNT-versie brengt ons naar een ‘nabije toekomst,’ waar er geen protestantse en katholieke liga’s zijn, maar alleen een leger in het zwart gekleed en een leger in het wit gekleed, beide even moe, even doelloos op zoek naar soldaten, munitie en eten, even goed op hun laatste poten en evenveel toegewijd aan de oorlog tot een voor hen gunstig einde brengen.
Bertolt Brecht ontvlucht nazi-Duitsland kort nadat Hitler benoemd wordt tot rijkskanselier. Nadat in 1939 nazi-Duitsland Polen binnenvalt, weet Brecht precies hoe laat het is. Hij schrijft Moeder Courage in iets meer dan een maand als reactie op wat hij ziet: dat tussen twee kampen van kapitalistische grootmachten Europa aan de oorlog verkocht wordt voor wat de hoogste bieder ervoor wil geven, ook al kost de massa’s dat hun huizen, graanvelden, boerderijen, winkels en kinderen. Zijn oudste zoon, Frank, stierf aan de kritiek der wapenen in 1943, als deel van de Wehrmacht op het Oostfront. Moeder Courage zelf eindigt het stuk kindloos.
Uiteindelijk schrijft Brecht vanuit de VS, onder toeziend oog van de FBI. In de cultuursector komt hij op de zwarte lijst, omdat hij communist is. Ook in de politiek raakt hij in opspraak en het welbekende House Committee on Un-American Activities (HUAC) viert zijn anticommunistische heksenjacht bot op hem. Hij verscheen openlijk en kritisch voor het comité en verhuisde eerst naar Zwitserland, om uiteindelijk door te verhuizen naar de DDR, naar Oost-Berlijn. Daar richt hij het Berliner Ensemble op, een speelhuis met vaste bespelers, wat bestaat tot deze dag.Op dinsdag 14 augustus, 1956 komt hij daar te overlijden.
De huidige wereld vol brandhaarden en zij die stoken met buskruit
De Tweede Imperialistische Wereldoorlog leidde tot een verder uitgebreide socialistische wereld. Uiteindelijk, met tussenkomst van de communisten en klassebewuste arbeiders, zal dat in onze wereld ook weer zo gebeuren. Toch zijn er grotere protesten en heftigere slachtvelden dan ooit tevoren. Palestina, Jemen, Soedan, Syrië, Oekraïne; India, Pakistan en Kashmir… Overal is er brand, op nog meer plekken is rook, en we weten wie de pyromanen zijn en waar het ze om te doen is. Ze stoken de brandhaarden met buskruit, raketten, drones en kernwapens. Dat maakt het stuk ook zo actueel.
Palestina, Oekraïne en Het Grid
Die hedendaagse pyromanen verschillen in kern niet te veel van die van vroeger. HNT legt de verbinding in het bijzonder met Palestina en Oekraïne. De oude muziek van Brecht wordt vervangen met Palestijnse muziek en poëzie, zoals 58 seconden, een vertolking van Running Orders van Lena Khalaf Tuffaha. Het oude (“Eerst het brood, dan het moraal!”) wordt vermengd met het nieuwe. In de Dertigjarige Oorlog-versie trekt het stuk door Polen, nu door een gridsector die alleen als graanschuur benoemd wordt, wat aan Oekraïne doet denken. Ook hun brandhout, dat wil zeggen, diegenen die zich laten overtuigen of uitkopen om in het leger te dienen, kennen verbinding met het nu. Een soldaat uit het stuk die niets anders kende dan oorlog en uitbuiting, maakt zich schuldig aan bedreiging en moord voor voedsel in de oorlog en hij wordt gehuldigd als held die de honger verdrijft. In vredestijd herhaalt hij zijn daad en bekoopt hij dat met bestraffing door een militair tribunaal. Niemand houdt hem tegen, oorlog of vrede, totdat hij het met de doodstraf moet bekopen en dus niet verder of anders bestraft kan worden.
De ‘Moeder Courages’ van nu
Coltof is vooral geïnspireerd door de moeders in de brandhaarden van vandaag. Zoals Moeder Courage kennen ze veel lef en zijn ze hard. Hun kinderen kennen, net als haar kinderen, geen warme moeder, geen makkelijke maaltijd, geen vrede en geen stabiliteit. Het wordt aan de toeschouwer gelaten om te bedenken dat het anders moet en dat zij daar een rol in hebben te spelen. “Jij die honger lijdt: grijp een boek; het zal een wapen zijn. Jij moet klaar zijn om de macht te pakken.”
Moeder Courage en haar kinderen speelt door Nederland tot en met 13 juni. De lezer interesseert zich misschien voor een bezoek aan het theater, ondanks de torpedering van subsidies en fondsen, opkomst van privé-fondsen en alsmaar stijgende kaartprijzen, die het theater steeds minder toegankelijk maken.
Dit stuk is tot stand gekomen met de bijzondere hulp van Bram Bosman en Luna de Vries. Bram schrijft voor de Kunst & Cultuur-rubriek van Manifest. Luna is lid van de CJB.
- Brecht, B. (1964). Brecht on Theatre: The Development of an Aesthetic (J. Willett, Ed.; J. Willett, Trans.). Hill and Wang, pg. 23-24. Vrij vertaald.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!