In het kader van de studie van de NCPN naar de socialistische opbouw in de 20ste eeuw, publiceren we de vertaling van een artikel dat inzicht biedt in bepaalde vraagstukken omtrent de centrale planning. Het artikel is geschreven door A. Samarski en heeft als titel ‘De opvattingen van O.K. Antonov over de economie van het socialisme’. Het gaat in op bepaalde uitdagingen waar de centrale planning in de Sovjet Unie mee geconfronteerd werd en de discussies over mogelijke oplossingen. Om het stuk goed te plaatsen voorzien we het hier van een inleiding.
Op de foto: het voormalige hoofdkantoor van Gosplan, de Staatsplanningscommissie van de Sovjet-Unie.
Uitdagingen voor de centrale planning
Het artikel bevat een uitzetting van de ideeën die vliegtuigontwerper Oleg Konstantinovitsj Antonov (1906-1984) in de jaren 1960 uitte over de centrale planning. Indertijd kwamen bepaalde problemen van de centrale planning aan het licht. Bijvoorbeeld dat de toepassing van nieuwe technieken in de productie achterliep, met negatieve consequenties voor de kwaliteit van producten, moeite met het overwinnen van onproductieve werkwijzen of houdingen, en moeilijkheden met het verzamelen van informatie voor de centrale planning. Zulke uitdagingen bestonden al langer, maar kwamen in de naoorlogse periode sterker aan het licht. Allerlei innovaties brachten de maatschappelijke behoeften indertijd naar een nieuw niveau, en dat vereiste ook dat de productie van goederen en diensten naar een nieuw niveau werd getild.
Deze uitdagingen werden indertijd onderzocht en bediscussieerd in de Communistische Partij van de Sovjet-Unie (CPSU), onder economen en breder in de maatschappij. De problemen werden vaak ten onrechte geïnterpreteerd als inherente problemen van de centrale planning en de socialistische productieverhoudingen. Vaak werden oplossingen gezocht in de richting van oude, kapitalistische maatregelen, zoals het herintroduceren van marktelementen of versterken van materiële prikkels. Die opvattingen kregen ook de overhand binnen de CPSU, wat tot uitdrukking kwam in de besluiten van het 20ste Congres in 1956 en nog veel sterker met de Kosygin-hervormingen vanaf 1965.1
Het is in 1965 dat Antonov een boek publiceerde waarin hij een andere benadering uiteenzet over de uitdagingen waarmee de centrale planning werd geconfronteerd. Antonov was geen econoom, maar als hoofd van een ontwerpbureau had hij wel inzicht in de uitdagingen die bij productie kwamen kijken. Kenmerkend voor het socialisme is immers ook dat economische vraagstukken niet langer enkel een bezigheid zijn van specifieke groepen, zoals economen en aandeelhouders, maar dat ze veel breder de directe producenten (de werkers) bezighouden.
Indicatoren van de centrale planning
Antonov richtte zich in het bijzonder op de indicatoren die de centrale planning hanteert. Met andere worden, hij ging in op de criteria die worden gehanteerd om de economische activiteit onder het socialisme te sturen. Zijn kritiek is dat er indicatoren werden gehanteerd die eenzijdig gericht waren op de omvang van de productie. Met concrete en interessante voorbeelden –waarvan enkele ook worden gegeven door Samarski– toonde hij hoe deze indicatoren negatief uitpakken voor de kwaliteit en op lange termijn ook de kwantiteit van de productie.
Het is dus van belang dat de centrale planning indicatoren ontwikkelt die niet alleen kijken naar de productieomvang, maar ook rekening houden met de stijging van de arbeidsproductiviteit, het besparen van grondstoffen, het verbeteren van de productiemiddelen (machines, apparatuur, grondstoffen), het snel en breed toepassen van wetenschappelijke en technische innovaties, etc.
Het belang van terugkoppeling ‘van onderop’
Op basis van Antonovs opvattingen over de indicatoren van de centrale planning, bespreekt het artikel van Samarski ook Antonovs opvattingen over de wisselwerking tussen het centraal plan dat ‘van boven’ wordt vastgesteld (op het niveau van de maatschappij als geheel en niet het individuele bedrijf), en de terugkoppeling ‘van onderop’, vanaf de werkvloer. Dit is niet alleen van belang om een goed plan op te stellen, maar ook om de centrale planning flexibel te maken zodat zij kan inspelen op de steeds veranderende werkelijkheid.
Op dit punt uit Samarski kritiek op Antonovs standpunten. Antonov stelde namelijk onder andere voor dat bedrijven die consumptiegoederen produceren of diensten leveren, hun producten direct zouden verkopen aan consumenten. Het wel of niet kunnen verkopen van producten of diensten zou daarmee dienen als ‘terugkoppeling’. Daarmee stelde hij op dit vlak in wezen maatregelen voor die neigen in de richting van de introductie van marktelementen in de sfeer van de circulatie. Antonov kaartte dus weliswaar een reëel vraagstuk aan, namelijk het belang van de terugkoppeling ‘van onderop’, maar stelde maatregelen voor gebaseerd op oude, kapitalistische oplossingen voor dit probleem.
Samarski bekritiseert dit, maar maakt niet heel expliciet in welke richting de oplossing gezocht moet worden. Wij denken dat de arbeiderscontrole in ieder geval van fundamenteel belang is voor de terugkoppeling van onderop. Dat vereist het goed functioneren van de organen van de arbeidsmacht op alle niveaus, niet alleen formeel maar ook inhoudelijk in wat er besproken en besloten wordt, en op welke manier. Op die basis kunnen brede volksmassa’s worden betrokken in de vorming van het economisch plan, zich de richting en doelen van het plan actief en strijdbaar eigen maken, deze concretiseren voor hun eigen bedrijf en afdeling, en de nodige aanpassingen terugkoppelen. De dictatuur van proletariaat kan haar rol immers alleen vervullen als ze steunt op de brede mobilisatie van de werkende klasse.
De positie die Antonov innam heeft te maken met een onderliggend vraagstuk. Namelijk het karakter van de producten en diensten in de socialistische economie. In sommige delen van de economie worden nog waren geproduceerd (producten die bestemd zijn voor verkoop), bijvoorbeeld de coöperatieve landbouw. In andere sectoren is er geen sprake meer van warenproductie. Bijvoorbeeld de productiemiddelen die worden geproduceerd door de socialistische bedrijven. Die bedrijven zijn maatschappelijk eigendom en vallen onder de centrale planning. De productiemiddelen die zij produceren worden via de centrale planning verdeeld over de sectoren en bedrijven in de economie. Een complexer vraagstuk is het karakter van consumptiegoederen. In het stuk spreekt Samarski van ‘waren’. Ook Antonov veronderstelde dat consumptiegoederen in de USSR het karakter van waren hadden. Dit uitgangspunt houdt verband met zijn standpunt waarin hij terugkoppeling zocht in de verkoop. We hebben eerder kritiek geuit op deze benadering van consumptiegoederen en diensten die binnen de sfeer van de socialistische productieverhoudingen worden geproduceerd als warenproductie.2
Motieven van de arbeid
De tekst raakt vervolgens aan het vraagstuk van de motieven van de arbeid onder het socialisme. Al in de vooroorlogse periode werden in de USSR discussies gevoerd over de rol van materiële prikkels onder het socialisme. Zonder deze volledig uit te sluiten, zeker in de eerste periode van de socialistische opbouw, is het wel belangrijk de gevaren die hierin schuilen helder voor ogen te hebben. De materiële prikkels versterken het voortbestaan van inkomensverschillen en mogelijk ook de tegenstelling tussen bestuurlijk en uitvoerend werk. Ze kunnen de ontwikkeling van een communistische houding ten aanzien van arbeid in de weg zitten.3
Ook Antonov wees op deze gevaren. Hij sloot het gebruik van materiële prikkels in de socialistische opbouw niet uit, maar vond dat deze wel afgestemd moesten worden op de juiste doelstellingen. Vanuit dat punt legde hij ook het verband tussen de indicatoren van de centrale planning en de motieven van de arbeid. Verkeerde indicatoren, die onproductief werk ‘belonen’, ondermijnen op termijn niet alleen de doeltreffendheid van de productie, maar ook de ontwikkeling van een communistisch arbeidsmotief.
Centrale planning als maatschappelijke verhouding
Dit zijn in grote lijnen de vraagstukken waarmee de tekst van Samarski zich bezighoudt. Deze vraagstukken en de posities die Antonov innam, moeten we lezen tegen de achtergrond van de ideologische strijd in de CPSU die plaatsvond in het kader van een maatschappij waarin het socialisme nog werd opgebouwd. Er bestonden nog verschillende maatschappelijke krachten met verschillende materiële belangen. Het private eigendom was nog niet volledig afgeschaft, bijvoorbeeld door het voortbestaan van groepseigendom in de landbouw. Er bestonden inkomensverschillen en allerlei tegenstellingen die waren geërfd van het kapitalisme, zoals tussen bestuurlijk en uitvoerend werk.
Met deze achtergrond in gedachten, denken we dat de tekst van Samarski een bijdrage kan leveren aan het beter begrijpen van de centrale planning. Belangrijk is dat centrale planning niet simplistisch wordt begrepen als een economisch plan (vijfjarenplan) of economisch beleid dat een staat uitvoert. Ook kapitalistische staten voeren economisch beleid en maken meerjarenplannen.
De belangrijkste les is misschien wel dat de centrale planning een maatschappelijke verhouding is. Het is een radicaal andere manier waarop de vereniging van de arbeidskracht met de productiemiddelen wordt georganiseerd, zonder tussenkomst van de markt. Het is een productieverhouding die uitdrukking geeft aan de direct maatschappelijke arbeid en deze ook mogelijk maakt. Dat wil zeggen de arbeid die vanaf het begin, op directe wijze, onderdeel is van de maatschappelijke arbeid, gericht op maatschappelijke behoeften, en niet via een omweg en achteraf, oftewel via de markt.4
De centrale planning is dus een communistische productieverhouding, die uitdrukking geeft aan het opheffen van de tegenstelling tussen maatschappelijke en de particuliere arbeid die ten grondslag ligt aan de warenproductie. Het is een productieverhouding die enkel kan ontstaan op basis van de vermaatschappelijking van het eigendom van de productiemiddelen en de opheffing van de basistegenstelling van het kapitalisme, namelijk tussen de vermaatschappelijking van de productie en de private toe-eigening van de resultaten van de productie.
De inhoud van de centrale planning wordt bepaald door het doel van de communistische productie, namelijk de bevrediging van de steeds groeiende maatschappelijke behoeften. Die inhoud moet ook tot uitdrukking komen in de indicatoren en criteria die worden gehanteerd in het plan.
Via de arbeiderscontrole wordt niet enkel toegezien op de uitvoering van het plan, maar wordt vooral ook de terugkoppeling vormgegeven. Daarmee wordt het plan continu geconcretiseerd voor elke sector, bedrijf en afdeling, maar ook aangepast om overeen te komen met de veranderende werkelijkheid. Het plan, de gehanteerde indicatoren en eventuele materiële prikkels moeten overeenstemmen met het doel van de productie onder het socialisme en niet de ontwikkeling van een communistische houding tegenover de arbeid in de weg zitten.
Studie socialistische opbouw belangrijk voor perspectief arbeidersbeweging
De tekst van Samarski over Antonovs opvattingen over de politieke economie biedt zeker niet alle antwoorden, maar met de bovenstaande gedachten en kanttekeningen in het achterhoofd, denken we dat deze tekst een waardevolle bijdrage kan leveren aan het versterken van het inzicht in de centrale planning, en de lessen die we kunnen trekken uit de ervaringen met de centrale planning in de Sovjet Unie, met de uitdagingen van dien.
In de naoorlogse periode lukte het in de USSR onvoldoende om collectief de juiste antwoorden te vinden op de uitdagingen die zich voordeden en stappen vooruit te zetten. Men is oplossingen gaan zoeken in oude, bekende, kapitalistische maatregelen, en die opvattingen hebben geleidelijk ook de overhand kunnen krijgen. Zoals Antonov waarschuwde, kunnen zulke maatregelen soms op korte termijn wel de productie verhogen, maar op langere termijn ondermijnen ze juist de socialistische productieverhoudingen en de ontwikkeling van de productie.
De geschiedenis toont daarmee dat het belangrijk is dat de communistische partij het vermogen heeft om op basis van een klassenanalyse en een wetenschappelijke, dialectisch-materialistische benadering de theorie van de politieke economie van het socialisme verder te ontwikkelen in de loop van de socialistische opbouw. Het toont het belang van de dialectiek tussen theorie en praktijk.
Dat vermogen moet de partij ook al in de voorrevolutionaire periode opbouwen. Er kan geen ‘blauwdruk’ zijn voor de socialistische toekomst. Maar de partij kan wel de historische ervaring bestuderen, daar lessen uit trekken, en zich op die basis de theorie eigen maken en verrijken. Dat is een belangrijke voorwaarde zodat de partij voorbereid is om haar rol als voorhoede te vervullen wanneer de arbeidersklasse het heft in eigen hand neemt en de nieuwe maatschappij opbouwt. Bovendien biedt de studie naar socialistische opbouw voor de arbeidersbeweging op een perspectief op een alternatief voor de huidige kapitalistische verhoudingen. De inspanningen die onze partij nu levert in de studie van de socialistische opbouw zijn dan ook van groot belang.
Tegen het schrikbeeld van centrale planning
De studie van de historische ervaringen met de centrale planning zijn ook van belang omdat de centrale planning een belangrijk punt is waarop het socialisme wordt aangevallen. Voorstanders van de kapitalistische markteconomie associëren centrale planning met economische stagnatie en verstikkende bureaucratie om het communisme in diskrediet te brengen.
Zo’n benadering, die we in burgerlijke maar ook veel opportunistische kringen tegenkomen, doet ernstig tekort aan de enorme successen en verworvenheden die mede dankzij de centrale planning zijn behaald in de Sovjet Unie en andere socialistische landen – waaronder talrijke publieke voorzieningen en sociale rechten waar we vandaag niet eens van durven te dromen.
Bovendien kunnen we aan de hand van Samarski’s tekst zien dat als we de reële uitdagingen van de centrale planning beter onder de loep nemen, de problemen die zich voordeden niet lagen in de aard van de centrale planning of de communistische productiewijze. Ze lagen juist in de kapitalistische overblijfselen die voortbestonden in de socialistische maatschappij. Het probleem was niet het gebrek aan de markt of het kapitalisme, maar dat de centrale planning in de loop van de socialistische opbouw verder ontwikkeld moest worden en zich moest ontdoen van kapitalistische indicatoren en criteria. Juist het herintroduceren van marktelementen leidde tot stagnatie, iets waar Antonov voor had gewaarschuwd.
- De Kosygin-hervormingen waren een reeks hervormingen vanaf 1965, gericht op vergroting van de zelfstandigheid van de bedrijven en hun besturen, die meer op basis van winstgevendheid moesten opereren. Binnenkort publiceren we hier meer over.
- Commissie Ideologie van het PB van de NCPN, ‘Warenproductie en socialisme’. Manifest, 22 december 2022. leesmanifest.nl/artikelen/warenproductie-en-socialisme/
- Commissie Bedrijven- en Vakbondswerk van het PB van de NCPN, De ontwikkeling van de werkende mens onder het socialisme: het voorbeeld van de Stachanov-beweging in de USSR, Manifest, 3 december 2024. leesmanifest.nl/manifest-edities/manifest-10-2024/
- Commissie Ideologie van het PB van de NCPN, ‘Warenproductie en socialisme’. Manifest, 22 december 2022. leesmanifest.nl/artikelen/warenproductie-en-socialisme/
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!