Skip navigation

Citaat van de Maand

"

De eis van de besliste wending van de revolutionaire sociaal-democratie naar het burgerlijke sociaal-reformisme werd derhalve begeleid door de niet minder besliste wending naar de burgerlijke kritiek op alle fundamentele ideeën van het marxisme. En omdat deze laatste kritiek op het marxisme reeds sinds lang én van de politieke tribune én van de universiteitskatheder én in een talloze menigte van brochures én in een reeks van geleerde verhandelingen werd uitgeoefend, omdat geheel de opgroeiende jeugd van de beschaafde klassen in de loop van tientallen jaren systematisch in deze kritiek werd opgevoed, - was het niet verwonderlijk dat de ‘nieuwe kritische’ richting in de sociaal-democratie plotseling kant-en-klaar tevoorschijn sprong als Minerva uit het hoofd van Jupiter. Naar haar inhoud behoefde deze richting zich niet te ontwikkelen en te vormen: zij werd rechtstreeks van de burgerlijke literatuur in de socialistische overgeplant. (…) Wie niet opzettelijk de ogen sluit die moet wel zien dat de nieuwe ‘kritische’ richting in het socialisme niets anders is dan een nieuwe variëteit van het opportunisme. En wanneer men de mensen niet naar de schitterende uniform die ze zichzelf hebben aangetrokken, niet naar de indrukwekkende naam die zijzelf hebben aangenomen, maar naar hun daden en naar hetgeen zij in werkelijkheid propageren beoordeelt, - dan wordt het duidelijk dat de ‘vrijheid van kritiek’ de vrijheid voor de opportunistische richting in de sociaal-democratie is, - de vrijheid om de sociaal-democratie tot een democratische hervormingspartij te doen worden, - de vrijheid het socialisme van burgerlijke ideeën en burgerlijke elementen te doordringen.

Lenin, 1901/1902
Wat te doen?