Skip navigation

Citaat van de Maand

"

Hoe waren deze klassen echter ontstaan? Kon men de oorsprong van het grote, vroeger feodale grondbezit op het eerste gezicht nog toeschrijven - in het begin althans - aan politieke oorzaken, aan een gewelddadige inbezitneming, dan was dit niet meer mogelijk bij de bourgeoisie en het proletariaat. Hier trad de oorsprong en de ontwikkeling van twee grote klassen uit zuiver economische oorzaken duidelijk en tastbaar aan het licht. En het was even duidelijk, dat het in de strijd tussen grondbezit en bourgeoisie, niet minder dan in de strijd tussen bourgeoisie en proletariaat, in de eerste plaats om economische belangen ging, waarbij de politieke macht eenvoudig als middel moest dienen om deze belangen veilig te stellen. Bourgeoisie en proletariaat waren beide ontstaan als gevolg van een verandering in de economische verhoudingen, nauwkeurig gezegd in de productiewijze. De overgang eerst van het gildehandwerk naar de manufaktuur, dan van de manufaktuur naar de grote industrie met het stoom- en machinale bedrijf, had deze beide klassen voortgebracht. Op een bepaalde trap werden de door de bourgeoisie in beweging gebrachte nieuwe productiekrachten - allereerst de arbeidsdeling en de vereniging in één manufaktuur van vele, slechts een deel van het product bewerkende arbeiders - en de daardoor ontwikkelde ruilverhoudingen en ruilbehoeften onverenigbaar met het bestaande, historisch overgeleverde en door de wet geheiligde productiestelsel, dwz met de gilde- en talrijke andere persoonlijke en lokale privileges (die voor de niet-bevoorrechte standen evenzovele ketenen waren) van de feodale maatschappij.

Friedrich Engels, 1886
Ludwig Feuerbach en het einde van de klassieke Duitse filosofie