Skip navigation

Citaat van de Maand

"

In de moderne geschiedenis althans is dus bewezen dat iedere politieke strijd klassenstrijd is en dat het in iedere emancipatiestrijd van klassen, ondanks zijn noodzakelijke politieke vorm - want iedere klassenstrijd is een politieke strijd - tenslotte om economische emancipatie gaat. Hier althans is dus de staat, de politieke orde het ondergeschikte, de burgerlijke maatschappij, het rijk van de economische verhoudingen het doorslaggevende element. De traditionele opvatting, die ook Hegel huldigt, zag in de staat het bepalende, in de burgerlijke maatschappij het door hem bepaalde element. Zo is het in schijn. Zoals bij de afzonderlijke mens alle drijfkrachten van zijn handelen door zijn hoofd moeten gaan en in motieven van zijn wil moeten veranderen om hem tot handelen te brengen, zo moeten ook alle behoeften van de burgerlijke maatschappij - onverschillig welke klasse juist heerst - de staatswil passeren om algemene geldigheid in de vorm van wetten te krijgen. Dat is de formele kant van de zaak, die vanzelf spreekt; alleen rijst de vraag welke inhoud deze uitsluitend formele wil - van de afzonderlijke persoon zowel als van de staat - heeft en waar deze inhoud vandaan komt, waarom juist dit en niets anders wordt gewild. En wanneer wij hier een antwoord op zoeken, vinden wij dat de staatswil in de moderne geschiedenis over het geheel genomen wordt bepaald door de wisselende behoeften van de burgerlijke maatschappij, door de overmacht van deze of gene klasse, in laatste instantie door de ontwikkeling van de productiekrachten en van de ruilverhoudingen.

Friedrich Engels, 1888
Ludwig Feuerbach en het einde van de klassieke Duitse filosofie