78 dagen duurden de misdadige bombardementen van de VS, NAVO en EU in Joegoslavië in 1999, 25 jaar geleden. Deze imperialistische interventie kostte duizenden onschuldige mensen het leven, leidde tot de verdere opdeling van Joegoslavië en een keldering van het levenspeil van de bevolking in de regio.
Het voorwendsel voor de imperialistische interventie waren etnische en religieuze spanningen, die de VS en EU zelf hadden aangewakkerd. Maar deze interventie was in wezen niets anders dan de volgende stap in de plannen van het Euro-Atlantisch kapitaal. Dat wilde zijn invloed bestendigen in voormalig socialistische landen na de contrarevoluties en de opdeling van de Sovjet-Unie. De opsplitsing van Joegoslavië was voor de EU, de NAVO en VS noodzakelijk, zeker nadat het inmiddels kapitalistische Rusland niet bereid bleek om zijn economische en politieke invloed in de Balkan op te geven.
Aan het begin van de jaren ’90 werd de Balkan door de VS niet gezien als grote prioriteit. De Balkan was in eerste instantie interessant voor Europese kapitalistische staten, in het bijzonder Duitsland, maar ook Frankrijk en Groot-Brittannië. De monopolies van die landen zagen in de Balkan mogelijkheden voor export van kapitaal, winning van grondstoffen en andere economische activiteit. Voor het Duitse kapitaal vormde de Balkan een opening naar de Middellandse zee en verder.
Onder invloed van verschillende factoren ontstonden vanaf de jaren ’80 nationalistische elementen in Joegoslavië. Deze werden door de EU en NAVO-landen aangewakkerd via het steunen van nationalistische groeperingen en het opzetten van provocaties. In socialistisch Joegoslavië hadden de diverse volkeren namelijk decennia vredig samengeleefd en leefden meer dan 3 miljoen gemixte gezinnen. Provocaties waren dus nodig om de bevolking te verdelen, nationalisme aan te wakkeren en haat te zaaien. Zo werden bijvoorbeeld vanuit Duitsland Duitse en Hongaarse huurlingen ingezet die met Servische uniformen in Joegoslavië moslims vermoordden.
Deze ontwikkelingen vonden plaats in een context waarin de Joegoslavische economie verzwakte. In het bijzonder na de dood van Tito, nam Joegoslavië leningen van internationale kapitalistische instellingen aan, werden maatregelen doorgevoerd die leidden tot het herstel van kapitalistische elementen in de economie, en begon een nieuwe bourgeoisie te ontstaan. De Joegoslavische economie belandde een in crisis, wat een vruchtbare voedingsbodem is voor nationalistische tendensen, al hadden dit niet geleid tot de oorlogen en bloedige opdeling van Joegoslavië zonder de imperialistische provocaties en interventie.
In december 1991 erkenden Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk als eerste het afgescheiden Kroatië en Slovenië. Naarmate de situatie in de Balkan destabiliseerde en het Duitse en Europese kapitaal zich meer mengde, veranderde de houding van de VS, die de bovenhand wilde hebben op het internationale toneel en controle wilde over de ontwikkelingen in de Balkan. Zo nam het VS het voortouw door vanuit de NAVO luchtaanvallen te organiseren tijdens de eerdere oorlog in 1995.
Begin 1999 eiste Madeleine Albright, destijds minister van Buitenlandse Zaken van de VS, van de president van de Federale Republiek Joegoslavië, Slobodan Milošević, dat hij de NAVO-krijgsmachten toe zou staan om de ‘vrede’ en ‘stabiliteit’ veilig te stellen. Hiermee onthulde zij de werkelijke reden van de interventie die zou volgen.
Op 24 maart 1999 begon de NAVO-oorlog tegen Joegoslavië. 59 NAVO-bases in twaalf landen werden gebruikt om in elf weken meer dan 2.300 bombardementen uit te voeren met 1.150 NAVO-vliegtuigen. Er werden 420.000 raketten en bommen afgevuurd. 37.000 bommen die verboden zijn door internationale wetgeving. Duizenden bommen bevatten verrijkt uranium.
1.002 soldaten van het Joegoslavische leger werden gedood. Maar de meeste doden vielen onder de ongewapende bevolking. Meer dan 3000 burgers (waarvan 30 procent kinderen) werden om het leven gebracht. 12.500 mensen raakten gewond, waaronder 2.700 kinderen. Honderdduizenden moesten vluchten en miljoenen werden veroordeeld tot een leven in absolute armoede.
De materiële schade bedraagt naar schatting ruim 100 miljard dollar. Meer dan 25.000 gebouwen werden gebombardeerd. Bruggen en wegen werden met de grond gelijk gemaakt, veertien vliegvelden werden vernietigd, een derde van de elektriciteitscentrales en nagenoeg de hele industrie werd platgebombardeerd. Maar er werden ook bombardementen uitgevoerd op 305 scholen en onderwijsinstellingen, ziekenhuizen en kraamklinieken, kloosters, vluchtelingenkampen en zelfs kerkhoven. De bombardementen veroorzaakten enorme schade aan het milieu. De bommen met verrijkt uranium hadden nog jarenlang gevolgen voor de gezondheid van de lokale bevolking.
Over de hele wereld leidde de bloedige NAVO-interventie tot massale protestacties en solidariteit met de Joegoslavische bevolking.
De oorlog eindigde na onderhandelingen tussen Amerikaanse en Servische officieren. Met besluit 1244 van de Veiligheidsraad van de VN werd de NAVO-interventie in wezen gelegaliseerd. Kosovo werd gesticht als een nieuw ‘land’, dat in wezen diende als niets meer dan een protectoraat van de VS, waar Camp Bondsteel werd gevormd. De grootste legerbasis van de VS in het buitenland, zoals de VS had geëist voorafgaand aan de NAVO-interventie.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!