Het was op 9 mei 1945 dat Nazi-Duitsland capituleerde (in Nederland was het 8 mei door andere tijdszone). Ter ere van de tachtigste verjaardag van de antifascistische overwinning in Europa, hield de Europese Communistische Actie (ECA) op 9 mei een bijeenkomst waarbij stil werd gestaan bij de lessen uit de geschiedenis en de strijd tegen oorlog en fascisme vandaag.
Dit jaar markeert de tachtigste verjaardag van de antifascistische overwinning in Europa. Voor ons is dit niet slechts een symbolische mijlpaal. Het is een politiek moment — een moment dat helderheid van geest, toewijding en actie vereist. Nu fascistische en reactionaire krachten opnieuw terrein winnen, moeten we niet alleen herinneren wie het fascisme versloegen, maar ook hoe en waarom. Wij herdenken — en bovenal zetten wij de strijd voort.
Fascisme in Nederland was geen historische vergissing, noch slechts een gevolg van de nazibezetting. Het weerspiegelde dezelfde crisis die in heel Europa zichtbaar was: een kapitalistisch systeem in verval, dat zijn toevlucht zocht tot geweld en onderdrukking om zichzelf in stand te houden. De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB), opgericht in 1931, belichaamde deze crisis. Ze verdedigde het Nederlandse kapitalisme en kolonialisme, en stond zowel ideologisch als praktisch in lijn met nazi-Duitsland. Haar leden waren geen passieve collaborateurs: zij hielden toezicht, verspreidden propaganda en wierven voor de SS. Zij waren actieve deelnemers aan de fascistische onderdrukking.
Fascisme functioneerde ook als koloniaal wapen. In Indonesië vond de NSB steun onder Nederlandse kolonisten die afhankelijk waren van fascistisch geweld om antikoloniale opstanden te onderdrukken en de belangen van monopolies te verdedigen. Koloniale repressie was geen bijkomstigheid, maar de logische voortzetting van imperialisme, gebruikt om winst veilig te stellen en nationale bevrijding te onderdrukken.
In Suriname hielp de NSB bij het handhaven van racistische segregatiewetten en steunde ze het koloniale politieapparaat dat zwarte arbeiders en revolutionaire antikoloniale strijders onderdrukte. NSB-sympathisanten bekleedden administratieve functies en werkten samen met de Nederlandse koloniale staat om vakbondsorganisatoren te bespioneren en hiërarchische arbeidswetten af te dwingen die Afro-Surinaamse en Javaanse gemeenschappen in ondergeschikte posities hielden. Hier fungeerde het fascisme als instrument van koloniale overheersing, ter verdediging van het Nederlandse kapitaal door verzet te criminaliseren en de plantage-economie met geweld in stand te houden.
Deze link tussen fascisme en imperialisme onthult de materiële functie van fascisme als politieke strategie van de heersende klasse: ingezet om de arbeidersbeweging te breken, revolutie te stoppen en kapitalistische controle te herstellen via terreur.
De arbeidersklasse bood als eerste weerstand. In februari 1941 begonnen trambestuurders, havenarbeiders en andere arbeiders in Amsterdam en daarbuiten een algemene staking tegen de vervolging van Joden en de nazibezetting. Aangevoerd door de Communistische Partij was de Februaristaking het eerste massale protest in het door nazi’s bezette Europa dat expliciet werd aangewakkerd door anti-Joods geweld.
De staking kwam voort uit pogroms in de Joodse wijk van Amsterdam en mobiliseerde meer dan 300.000 arbeiders uit diverse sectoren. Ze was niet spontaan, maar het resultaat van ondergronds organiseren, politieke discipline en klassenbewustzijn. Hoewel de staking werd neergeslagen door fascistische politie en militaire eenheden, toonde zij het revolutionaire potentieel van het georganiseerde proletariaat om de fascistische bezetting te weerstaan en gestructureerd racistisch staatsgeweld als uitdrukking van de kapitalistische crisis te bestrijden.
Wij herdenken kameraden zoals Hannie Schaft, Henk van Moock, Gerrit Kastein, Anton de Kom en vele anderen: communistische verzetsstrijders die illegale pers drukten en verspreidden, sabotage pleegden, inlichtingen verzamelden en gewapend verzet boden. Zij waren geen geïsoleerde helden, maar gedisciplineerde kaderleden in een revolutionaire beweging geworteld in proletarisch internationalisme en antikoloniale strijd.
Internationaal erkennen wij opnieuw de beslissende rol van de Sovjet-Unie en het Rode Leger. Meer dan 27 miljoen Sovjetlevens werden opgeofferd in de strijd om het fascisme aan de wortel te vernietigen. Dit was niet alleen een militaire overwinning, maar een verdediging van het socialisme en de hoop van de arbeidersklasse. De Sovjet-Erevelden in Nederland blijven tastbare herinneringen aan dat offer. Toch wordt deze geschiedenis vandaag verdraaid tot een “neutrale tragedie.” Wij verwerpen die leugen. De moord op onze Sovjetkameraden was geen willekeurige geweldsdaad, maar klassenoorlog, gericht op de vernietiging van het socialisme en het breken van internationale solidariteit.
Vandaag verkeert hetzelfde systeem dat het fascisme voortbracht opnieuw in crisis. In Nederland worden vluchtelingen en migranten als zondebok gebruikt voor de gevolgen van het kapitalisme: woningnood, instortende gezondheidszorg en economische onzekerheid. Extreemrechtse campagnes, zoals in Albergen en Ter Apel, mobiliseren zich tegen asielzoekerscentra en wakkeren racistische paniek aan. Maar deze campagnes staan niet op zichzelf. Ze worden gelegitimeerd door ‘fatsoenlijke’ burgerlijke partijen zoals de VVD en NSC, die hetzelfde reactionaire frame gebruiken om aandacht af te leiden van privatisering, speculatie en kapitalistische heerschappij.
Deze reactionaire politiek beperkt zich niet tot extreemrechts. Centrum- en liberale partijen hebben wetten aangenomen die protest beperken, de grenzen van Europa militariseren en de politie meer macht geven. Onder het mom van “openbare orde” criminaliseren zij verzet en onderdrukken zij sociale bewegingen. De Wet op het Administratief Verbod op Radicaliserende Organisaties maakt het bijvoorbeeld mogelijk om anti-imperialistische organisaties te verbieden onder het voorwendsel van veiligheid — een duidelijk instrument om tegengeluiden het zwijgen op te leggen.
Zij stemmen voor militaire uitbreiding, voeren repressie uit, vallen de rechten van arbeiders aan en voeren bezuinigingen door op huisvesting, gezondheidszorg en sociale voorzieningen ter behoud van kapitaal. Ze houden herdenkingsredes terwijl ze deelnemen aan dezelfde machtsstructuren die ooit door het fascisme zijn opgebouwd: surveillance, uitsluiting en oorlog.
Antifascisme vandaag moet structureel zijn. Het moet niet alleen extreemrechtse partijen bestrijden, maar het hele systeem dat hen mogelijk maakt: van NAVO-militarisme en EU-grensgeweld tot de criminalisering van protest en de vervolging van solidariteit met Palestina. Elke grote partij in Nederland, of die zich nu als ‘rechts,’ ‘centrum’ of ‘“links’ profileert, steunt dit imperialistische kader. Elk antifascisme dat het kapitalisme en het imperialisme niet confronteert, is geen antifascisme.
Als communisten begrijpen wij fascisme niet als een afwijking, maar als een materiële reactie op crisis: een wapen in de klassenstrijd van de bourgeoisie. Die analyse, geworteld in dialectisch materialisme en gevormd door de concrete materiële omstandigheden waarmee we geconfronteerd worden, moet ons leiden in onze strijd.
Daarom doen we niet enkel aan herdenken. In heel Nederland bouwen we aan lokale vredescomités: ruimtes waar arbeiders, jongeren en migranten samenkomen om NAVO-propaganda te ontmaskeren, racisme en oorlog te bestrijden, en eenheid te smeden door strijd — van woningverdediging tot anti-oorlogsverzet.
De antifascistische overwinning herdenken is niet slechts terugblikken, maar vooruitgaan. De overwinning was niet onvermijdelijk. Ze werd gewonnen door opoffering, organisatie en de politieke helderheid van geest van degenen die het lef hadden te vechten. Ze werd geleid door communisten, arbeiders en onderdrukte volkeren.
Die erfenis leeft niet voort in staatsceremonies of gepolijste schoolboeken. Ze leeft voort in onze strijd voor een wereld zonder fascisme, imperialisme en kapitalistische overheersing.
Wij herinneren, en wij strijden.
Commissie Internationaal van het Partijbestuur van de NCPN
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!