Skip navigation
Curaçao

Aprilmoorden in context: racisme en anticommunisme in de arbeidersbeweging

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van dinsdag 1 april 2025

Foto: publiek domein

Het is morgen 83 jaar geleden dat de Nederlandse overheid samen met een onderonderneming van Shell verantwoordelijk was voor de zogeheten Aprilmoorden. Hierbij werden op Curaçao, op 20 april 1942, achttien Chinese arbeiders vermoord die opkwamen voor hun rechten.

De Stichting Eerherstel Oorlogsslachtoffers Curaçao heeft heel wat onderzoek gedaan naar deze misdaad omdat het door de Nederlandse staat in de doofpot is gestopt. Deze stichting eist dat de Nederlandse overheid deze misdaad erkent. Vorige jaar betuigde Nederland enkel spijt ‘‘voor het feit dat er vanuit de Nederlandse overheid lange tijd te weinig aandacht is gegeven aan de gebeurtenis en geen medeleven is geuit voor de gevolgen van de tragedie".1 Geen spijt of excuses dus voor de misdaad zelf. In dit artikel wordt meer context gegeven over de strijd tegen racisme aan de hand van gruwelijke Aprilmoorden op achttien Chinese arbeiders op Curaçao.

Opkomst racisme richting tegen Chinezen in West-Europa en Noord-Amerika

Voor we op de Aprilmoorden ingaan is het belangrijk om te kijken hoe het racisme tegen Chinezen is toegenomen. Het is namelijk belangrijk om te realiseren dat racisme niet nieuw is. Modern racisme heeft niet altijd bestaan en is geen natuurlijk gegeven. Er bestaat een direct verband met de uitbuiting en onderdrukking van China door de westerse koloniale machten en de opkomst van racisme richting Chinezen.

China werd in het verleden juist met veel waardering bekeken. Zo werd een Chinese koopman in de zeventiende eeuw nog met nodige egards ontvangen door Nederland. Van deze houding was twee eeuwen later – zo rond de tijd van de eerste Opiumoorlogen – nog maar weinig over. De oorlogen zorgden er mede voor dat China een semi-gekoloniseerd land werd. Bij deze oorlogen werd opium, ondanks dat het verboden werd door de Chinese leiders, het land ingesmokkeld door de Britten. Het gevolg was dat een heleboel Chinezen verslaafd raakten aan opium. Voor de Opiumoorlogen was China een belangrijke speler binnen de wereldeconomie, maar deze positie werd stevig aangetast, tot genoegen van de Europese koloniale machten die hun heerschappij verder konden uitbreiden. Overigens is het ook belangrijk om te weten dat Nederland veel in drugs handelde op dat moment. De handel bestond ook uit koffie, rietsuiker, indigo, specerijen, tabak en enkele andere koloniale waren uit Nederlands-Indië. Winst bleef echter uit, totdat in 1827 Willem I, als grootste aandeelhouder, besloot om zijn eigen NHM het monopolie op de invoer van opium te geven: meteen werd winst gemaakt.

Chinese arbeiders in Nederlandse koloniën en Nederland

De onderwerping van China en de macht van westerse kapitalisten hadden als gevolg dat de economische inrichting van het land ingrijpend veranderde. Hierdoor konden kapitalistische productieverhoudingen zich ontwikkelen, met als gevolg dat de Chinese bevolking zichzelf minder goed in leven kon houden. Engels beschreef deze ontwikkeling als volgt:

“De laatste nieuwe markt die voor een tijdelijke opleving van de welvaart kan zorgen door hem open te stellen voor de Engelse handel, is China. Daarom dringt het Engelse kapitaal aan op de aanleg van Chinese spoorwegen. Maar Chinese spoorwegen betekenen de vernietiging van de hele basis van de Chinese kleine landbouw en binnenlandse industrie, en omdat er niet eens een tegenwicht zal zijn in de vorm van een Chinese ‘grootindustrie’, zal het honderden miljoenen mensen in de onmogelijk worden gemaakt om te leven. Het gevolg zal een massale emigratie zijn zoals de wereld nog nooit heeft gezien, een overstroming van Amerika, Azië en Europa door de gehate Chinees, een wedloop om werk met de Amerikaanse, Australische en Europese arbeider op basis van de Chinese levensstandaard, de laagste van allemaal - en als het productiesysteem in Europa voor die tijd niet veranderd is, zal het dan veranderd moeten worden.”2

Chinezen gingen dus heel de wereld over en werden contractarbeiders. Ook in de Nederlandse koloniën. Ze werden in Indonesië en Suriname geronseld om onder zeer erbarmelijke omstandigheden de rijkdom voor Nederlandse kapitalisten op te brengen.  Daarnaast had het importeren van Chinese contractarbeiders ook als effect dat de lonen laag gehouden konden worden.

In Nederland kregen de Chinese arbeiders een andere rol toebedeeld. Ze werden namelijk door kapitalisten binnengehaald als onderkruipers om de internationale zeeliedenstaking van 1911 te breken.3 Zo werden Chinese arbeiders in 1911 de eerste niet-Europese gastarbeiders van Nederland. Hun ontvangst was verre van hartelijk. Er zijn vele schrijnende verhalen te lezen over de situatie van Chinese arbeiders voor de Tweede Wereldoorlog. Ze waren vooral gevestigd in Amsterdam en Rotterdam. In Rotterdam was er op Katendrecht zelfs een heuse Chinatown. Deze Chinese arbeiders deden het zwaarste werk voor het laagste loon. Dit werd met allerlei racistische argumenten goedgepraat. Met stimulering van het opiumgebruik hoopten de kapitalisten dat de Chinese arbeiders niet in opstand zouden komen tegen hun slechte situatie.

Houding sociaaldemocraten en communisten jegens Chinese arbeiders

De kapitalisten en de politici beïnvloedden de Nederlandse bevolking met allerlei racistische verhalen. Mede door de houding van de sociaaldemocraten in de leiding van de vakbond kreeg het racisme ook invloed binnen de arbeidersbeweging. Vanaf 1911 ging het al over ‘het gele gevaar’. Zo vonden sociaaldemocraten dat arbeiders uit China zich ‘als sociaal wezen, als mensch tot het menschdom, zich in de eerste regel nog moet oefenen en dat een mensch die er slechts op uit is om geld machtig te worden ten eigen nutte en die zich klakkeloos en geneugtelijk laat gebruiken en uitbuiten om de belangen van de Europeeschen arbeiders te schaden en tegen te gaan’.4

De Tribune – toen nog weekblad van de marxistische tak binnen de SDAP – publiceerde in 1911 al een artikel dat racisme bekritiseerde en inging op de uitlatingen richting Chinezen van vakbondsleiders.5 Later, toen de CPN werd opgericht, hadden de communisten ten opzichte van de Chinese arbeiders, in vergelijking met de sociaaldemocraten, dan ook een totaal andere houding. Zij zagen de Chinese arbeiders ook niet als zielige mensen die op een paternalistische manier behandeld en geholpen moesten worden. Ze zagen hen als klassenbroeders die extra onderdrukt en uitgebuit werden, maar dezelfde vijand hadden als de Nederlandse arbeiders, waardoor solidariteit dus noodzakelijk was. Men ondernam dan ook gezamenlijk acties. Zo werden in 1925 in Katendrecht tijdens een gezamenlijke 1 mei viering een avond over de strijd in China georganiseerd.

Uiteraard waren er ook stakingen waarbij de CPN opriep tot gezamenlijke strijd. Toen in 1918 in Amsterdam een razzia plaatsvond tegen Chinese arbeiders, namen alle burgerlijke kranten kritiekloos het verhaal van de politie over. De Tribune besteedde echter veel meer aandacht aan het achterliggende racisme. De Komintern en de Rode Internationale van Vakbonden hadden ook richtlijnen om arbeiders uit de koloniën te organiseren. In veel Europese landen werden arbeiders uit gekoloniseerde landen niet eens toegelaten tot vakbonden. Een belangrijke eis was om Chinese arbeiders toe te laten. Waar dit niet kon, werden eigen vakbonden opgericht waarin communisten een belangrijke rol speelden. Zo konden bijvoorbeeld de Chinese arbeiders zich toch organiseren.

Een andere eis was hetzelfde loon voor hetzelfde werk. Het feit dat een deel van de arbeidersklasse door onderdrukking veel lagere lonen ontvangt, heeft als effect dat ook de lonen van de andere arbeiders naar beneden worden getrokken. Sociaaldemocratische vakbondsleiders draaien dit echter om en willen buitenlandse arbeiders weren om een loonsverhoging af te dwingen. Praktisch leidt dit alleen maar tot verdeeldheid van de arbeidersklasse en hiervan profiteren de kapitalisten.

Shell

Het grootste Nederlandse bedrijf is Shell. Shell profiteert nog het meeste van lage lonen door de hevige onderdrukking van arbeiders. Dat is nu zo en was vroeger niet anders. Shell werd opgericht in Indonesië toen daar olie werd gevonden. Het bedrijf breidde zich snel uit en ook in het Caribisch gebied claimde het concessies. Deze werden door dochterbedrijven gebruikt. In 1916 werd de Curaçaosche Petroleum Maatschappij (C.P.M.) van de Koninklijke/Shell Groep opgericht en een jaar later de Curaçaosche Scheepvaart Maatschappij (C.S.M.), als dochteronderneming van de C.P.M. In 1925 werd de C.P.M. de C.P.I.M. (Curaçaosche Petroleum Industrie Maatschappij), die op haar beurt in 1959 werd hernoemd tot Shell Curaçao N.V.

Zo ontwikkelde het op Curaçao en Aruba enorme raffinaderijen. Overigens kwam de olie uit Venezuela, maar Shell vond het nuttiger om de olie op ‘stabiel’ gebied (oftewel de kolonie) te verwerken. Een tijd lang behoorde deze raffinaderij zelfs tot de grootste van de wereld. Om deze raffinaderijen winstgevend te maken waren er arbeiders nodig en vooral goedkope arbeiders. Dit waren onder andere de Chinese arbeiders vanaf eind jaren twintig, die al in Rotterdam zaten en in contact waren gekomen met communistische literatuur.6 De CPIM-directe had het volgende over de stakers te zeggen: “In het algemeen gesproken is de Chinees goed en sympathiek. Als massa, om redenen die niet-Chineezen veelal onbegrijpelijk zijn, kunnen zij onverwachts gevaarlijk zijn gelijk ook nu weer gebleken is, doch men maakt een gedachtenfout met den ‘stakenden CSM-chinees’ zonder meer te vergelijken met den rustigen vlijtigen Chinees van China. Jarenlange aanraking met Rotterdams havenkwartier en met de Punda in Willemstad, hebben hem niet beter gemaakt, integendeel! De CSM-tanker Chinees is een z.g. Rotterdam-Chinees en zou enige jaren wederom door moeten brengen op China's bodem, om zich te herstellen van slechte invloeden. Dit wordt slecht opgemerkt om een niet juist sentiment te bestrijden, anderzijds om een beoordeling der in het rapport behandelde fouten door een ‘outsider’ gemakkelijker te maken.”7

Arbeiders komen op voor hun rechten

Vanaf de opkomst van de raffinaderijen waren er arbeiders die zich organiseerden om hun rechten te verdedigen. De eerste Curaçaose leiders van de arbeidersbeweging waren dan ook hier te vinden. Er is een lange geschiedenis van strijd voor verbeteringen die begon bij de raffinaderijen. Dit was ook zo bij de aanloop naar de moordpartijen. Vanaf de jaren dertig begonnen de Chinese arbeiders zich te organiseren en hadden ze als doel om een communistische organisatie op te zetten. Net als in Rotterdam stonden ze in contact met Chinese arbeiders over de gehele wereld. De autoriteiten op Curaçao probeerden dit tegen te houden.8

In 1931 vond de eerste staking van de Chinese arbeiders plaats op Curaçao. De aanleiding voor de moordpartijen was de staking die op 24 februari 1942 begon. Ruim 420 arbeiders eisten veilige arbeidsomstandigheden en de toekenning van een oorlogsbonus. Dit gebeurde nadat Chinese collega’s omkwamen bij een voltreffer van een Duitse duikboot. De stakers hielden vol en om verdeeldheid te creëren werden enkele stakers door de autoriteiten in maart 1942 naar een kamp gebracht. Honderden andere stakers waren solidair en onder de leus ‘we go camp’ lieten zij zichzelf ook opsluiten.

Op 20 april ontstond er om onduidelijke redenen een kleine oproer in het kamp nadat de Nederlandse militaire politie zich dreigend opstelde tegenover de stakers. De militaire politie opende het vuur en vermoordde 18 Chinese stakers. Het politiegeweld werkte demoraliserend, waardoor de meeste stakers hun eisen lieten vallen en weer aan de slag gingen op de schepen.9 Dankzij onafhankelijke onderzoekers weten we over deze misdadige actie, omdat de Nederlandse overheid het sinds 1942 probeert te verzwijgen en doelbewust de visie van de moordenaars overneemt. Andere getuigenissen worden tot de dag van vandaag door de overheid genegeerd.

Lessen leren uit het verleden

Het is belangrijk dat we de koloniale geschiedenis goed bestuderen, omdat daar op wrede en brute wijze zichtbaar wordt hoe de Nederlandse heersende klasse acteert op zoek naar winsten. Daarnaast probeert het altijd haar misdaden te verzwijgen en ondertussen vele leugens te verspreiden over vermeende misdaden van socialistische landen, andere landen die tegen hun heerschappij ingaan en bevrijdingsbewegingen. Tegelijkertijd is het ook belangrijk om te leren hoe de arbeidersklasse en in het bijzonder communisten daartegen organiseerden.

Dat alle kleine beetjes helpen bij het organiseren van de revolutie zag Paul de Groot in de jaren dertig in. Toen hij op Katendrecht acties ondersteunde van Chinese arbeiders ontmoette hij de Chinese communist Liao Chenghzi, die onder moeilijke omstandigheden actief was in Rotterdam. De Groot sprak Chenghzi later opnieuw tijdens het zevende congres van de Communistische Internationale, in 1955 in Peking en 1960 in Sovjet-Unie.10 Daar maakte Chenghzi deel uit van de Chinese delegatie bij de viering van de Oktoberrevolutie. Hij vertelde De Groot dat hij goede herinneringen had aan de Rotterdamse gevangenis: daar had hij tenminste in de ochtend een kop koffie en een sneetje brood gekregen.11


  1. https://antilliaansdagblad.com/nieuws-menu/25543-spijt-nl-geuit-voor-tragedie
  2. https://www.marxists.org/archive/marx/works/1892/letters/92_09_22.htm
  3. https://vakbondsverhalen.nl/verhaal/hun-strijd-onze-strijd
  4. Geciteerd uit Vreemd Gespuis blz. 77
  5. Nationalisme.. "De tribune : soc. dem. weekblad". Amsterdam, 25-11-1911, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 02-10-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010464973:mpeg21:p002
  6. Blz. 14 https://aprilmoorden.nl/wp-content/uploads/2021/02/2012-De_Aprilmoorden.pdf
  7. Blz. 64 https://aprilmoorden.nl/wp-content/uploads/2021/02/2017-Killing_Camp_Suffisant.pdf
  8. Blz. 16-18 https://aprilmoorden.nl/wp-content/uploads/2021/02/2012-De_Aprilmoorden.pdf
    Zie ook A Global Radical Waterfront, blz. 316 https://library.oapen.org/viewer/web/viewer.html?file=/bitstream/handle/20.500.12657/49767/9789004463288.pdf?sequence=1&isAllowed=y
  9. Blz. 63-64 https://aprilmoorden.nl/wp-content/uploads/2021/02/2012-De_Aprilmoorden.pdf
  10. P. de Groot, De Dertiger jaren 1936-1939, blz. 49 https://pure.uva.nl/ws/files/3009649/11743_Thesis.pdf
    Zie ook A Global Radical Waterfront, blz. 176-178 https://library.oapen.org/viewer/web/viewer.html?file=/bitstream/handle/20.500.12657/49767/9789004463288.pdf?sequence=1&isAllowed=y
  11. J.W. Stutje, De man die de weg wees. Leven en werk van Paul de Groot, blz. 400

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!