Skip navigation
Fascisme

Bruinhemden of vrijheidsstrijders?

De Westerse bourgeoisie en hun ongemakkelijke relatie met het fascistisch verzet tegen de Sovjet-Unie

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van dinsdag 5 maart 2024

bron: Antanana / CC BY-SA 3.0

“Vandaag begroeten we hier in de zaal een Oekraïens-Canadese oorlogsveteraan uit de Tweede Wereldoorlog, die voor Oekraïense onafhankelijkheid tegen de Russen heeft gevochten en de troepen vandaag de dag nog steeds steunt, zelfs op zijn 98-jarige leeftijd.” Aldus Anthony Rota, voorzitter van het Canadese Lagerhuis over Yaroslav Hunka, een veteraan van de veertiende Waffen SS-divisie. Ontvangen met een staande ovatie van de aanwezige vertegenwoordigers van de Canadese burgerij, ter gelegenheid van het bezoek van Oekraïense president Zelenski aan het Canadese parlement.

Deze beschamende gebeurtenis haalde al snel het internationale nieuws, waardoor de Canadese regering enorm in verlegenheid werd gebracht. Tot Rota's ontslag werd opgeroepen, te midden van een stortvloed aan lege excuses van figuren als Justin Trudeau. Want ja, zijn overheid had zojuist een daverend applaus gegeven voor een nazi-veteraan maar, zo weet Trudeau het Canadese volk snel te herinneren, de ware dreiging is en blijft het spookbeeld van ‘Russische desinformatie’.

Terwijl de vertegenwoordigers van de Canadese bourgeoisie met alle macht kunnen volhouden dat deze gebeurtenis slechts het resultaat is van een of andere onverklaarbare fout, is het taalgebruik in Rota's inleiding veelzeggend. Dit was niet enkel een vergissing, maar een logisch gevolg van een breder, tientallen jaren durend project om de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog te vervalsen en de Sovjet-Unie en de communistische beweging te besmeuren. Als onderdeel hiervan worden de acties van fascistische groeperingen in Oost-Europa, die samenwerkten met nazi-Duitsland in hun vernietigingsoorlog tegen het Joodse en Sovjetvolk, gebagatelliseerd en gerechtvaardigd.

Het is onomstotelijk bewezen dat deze groepen, waaronder de beruchte Organisatie van Oekraïense Nationalisten (OUN), hebben deelgenomen aan talloze pogroms en bloedbaden gericht op Joden, Roma, communisten en allerlei etnische groepen in gebieden die door nazi’s en hun bondgenoten werden bezet.1 Maar te midden van de naoorlogse, imperialistische kruistocht tegen de internationale beweging van de arbeidersklasse begon een revisionistische geschiedschrijving vorm te krijgen; een geschiedenis die deze criminelen neerzet als apolitieke ‘vrijheidsstrijders’ die slechts hun thuisland verdedigden tegen het communisme. Dat deze collaborateurs veelal samenwerkten met de nazi’s aan de uitroeiing van Joden in Oost-Europa, wordt voor het gemak over het hoofd gezien.

De Historikerstreit

De wortels van deze propaganda tegen het revolutionair socialisme liggen uiteindelijk in de nazi-Duitse staat, die de Sovjet-Unie probeerde af te schilderen als een massamoordend regime dat werd bestuurd door een junta van ‘judeobolsjewieken’. In de hedendaagse vorm worden de meest openlijk antisemitische elementen van dit verhaal echter vermeden, om het verteerbaar te maken in een context waarin zulke complottheorieën niet meer salonfähig zijn. Een belangrijke ontwikkeling in dit proces was de ‘historikerstreit’ aan het einde van de jaren tachtig.

Die strijd was, zoals de naam al aangeeft, een publiek geschil tussen burgerlijke historici in West-Duitsland. Centraal in deze controverse stond de reactionaire academicus Ernst Nolte, die pleitte voor een herwaardering van nazi-Duitsland: niet als een gruwelijk voorbeeld van een genocidaal regime, maar louter als een equivalent van de Sovjet-Unie. Sterker nog, Nolte presenteerde de misdaden van nazi-Duitsland, in het bijzonder de Holocaust, als slechts een reactie op de ‘Aziatische’ barbarij van de USSR en, zo claimde hij, de oorlog die Europese Joden aan Duitsland hadden verklaard.

Nolte's project was duidelijk een poging om veel van de meer absurde pijlers van de nazi-ideologie nieuw leven in te blazen. In een opiniestuk dat op 6 juni 1986 in de Frankfurter Allgemeine Zeitung werd gepubliceerd, riep Nolte Duitsland op om af te stappen van wat hij een obsessie met zijn nazi-verleden noemde. Hij beweerde dat de verschrikkingen van nazi-Duitsland geenszins uniek waren en in feite slechts een echo waren van de verschrikkingen begaan door de Bolsjewieken. Hij beweert verder dat de Holocaust in feite slechts een begrijpelijke, zij het extreme, reactie was op de angst voor ‘klassengenocide’ die het bolsjewisme had losgemaakt bij de Duitse ‘middenklasse’.2 Hitlers daden zouden zelfs fundamenteel worden gedreven door het vermeende gebruik van marteling door de bolsjewieken: Nolte beschrijft de Holocaust als een ‘Aziatische’ daad, gedreven door de angst van de Duitsers om zelf slachtoffer te worden van het ‘Aziatische’ geweld van het communisme.

De schaamteloze verontschuldigingen voor het fascisme, het intense raciale chauvinisme en de pogingen om de Holocaust te bagatelliseren door te wijzen op een geheel denkbeeldige internationale samenzwering van Joden tegen Duitsland, leidden tot veelbesproken ruzies tussen Nolte en zijn academische aanhangers aan de ene kant, en zijn tegenstanders binnen de burgerlijke academische wereld van West-Duitsland aan de andere kant. Terwijl de expliciete nazi-apologie van de conservatieve West-Duitse historici deels publiekelijk werd afgekeurd, ondervond Nolte weinig gevolgen en ontving hij in 2000 zelfs de Konrad Adenauer Prijs, uitgereikt door de aan de CDU (de partij van Angela Merkel, red.) gelieerde Duitsland Stichting.

Feit of fictie?

De historikerstreit was geen op zichzelf staand incident, maar eerder een nogal expliciete manifestatie van de campagne om de geschiedenis te herschrijven en de intieme banden van het kapitalisme met het fascisme te verdoezelen. De onsubtiele tactieken van Ernst Nolte, die zelf ook nog eens kwam uit het land dat de nazi’s voortbracht, maakten hem niet geschikt om deze strijd voort te zetten. Figuren uit het geallieerde kamp kwamen naar voren om de aanval op de wetenschappelijke geschiedschrijving voort te zetten en eindeloze fabels over het kwaad van het communisme te promoten. De val van de Sovjet-Unie zou deze ‘historici’ daarvoor alles geven waar ze al decennialang hardop van droomden: het openen van de archieven, waarin de waarheid over de USSR en haar criminele leiderschap te vinden zouden zijn.

Wat volgde was echter geen eindeloze reeks aan schokkende onthullingen. In plaats daarvan ontdekten historici dat veel van wat de Sovjetleiders publiekelijk hadden geclaimd, grotendeels overeenkwam met de informatie die ze tot hun beschikking hadden en met hun interpretatie daarvan in de notulen van hun vergadering.3 De inhoud van Sovjetarchieven kwam niet eens in de buurt van de wildste fantasieën van ‘s werelds anticommunistische geschiedschrijvers, en de opening bleef vrijwel onopgemerkt in de publieke belangstelling. Voor het propaganda-apparaat dat decennialang de meest extreme verzinsels had verspreid over de USSR, bleken de feiten simpelweg niet genoeg waarde te hebben.

Het openen van de archieven, de historikerstreit en andere ontwikkelingen zorgden ervoor dat het anti-Sovjetnarratief en de rehabilitatie van nazi-Duitsland niet langer houdbaar waren in de academische wereld. Langzaamaan ontwikkelde zich daar een genuanceerder, hoewel nog steeds vijandig beeld van de socialistische geschiedenis. Om de leegte die is achtergelaten door mensen als Ernst Nolte op te vullen, duiken in de journalistiek en populaire geschiedenis beruchte figuren zoals Anne Applebaum en Timothy Snyder op.

Oude wijn in nieuwe zakken

De groteske geschiedvervalsingen van Applebaum (o.a. Goelag: een geschiedenis, 2013) en Snyder (Bloodlands, 2010) zijn niets meer dan pogingen om Noltes project nieuw leven in te blazen. Weliswaar ontdaan van de meest controversiële onderdelen, maar zonder iets te veranderen aan de inhoudelijke kern. Snyder en Appelbaum verdedigen wat ze een ‘interactionistisch’ model van de Oost-Europese geschiedenis tussen 1917 en 1945 noemen. Oost-Europa wordt neergezet als de ‘bloedlanden’, ingeklemd tussen twee totalitaire rijken. In dit model zetten nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie elk, door het begaan van wreedheden tegen de bevolking van Oost-Europa, de ander aan tot steeds grotere wreedheden, wat uiteindelijk resulteert in verschrikkingen zoals de Holocaust en de onderwerping en massamoord van miljoenen burgers tijdens de invasie van de Sovjet-Unie door nazi-Duitsland.

Wederom zien we een poging om de Sovjet-Unie tot op zekere hoogte verantwoordelijk te stellen voor de afschuwelijkste en bloedigste daden van nazi-Duitsland en zijn fascistische bondgenoten en collaborateurs. Net zoals in Noltes krankzinnige Hitler-goedpraterij, proberen de ‘respectabele academici’ Applebaum en Snyder de schuld van het fascisme voor misdaden zoals de Holocaust af te zwakken, om deze gebeurtenissen uiteindelijk te herschrijven als een soort natuurlijke reactie op het ‘communistische kwaad’. Dit is niets minder dan een laffe poging om verwarring en twijfel over historische feiten te zaaien onder de arbeidersklasse.

De filosofische kern van het argument zou onmogelijk weerzinwekkender kunnen zijn: als de werkende klasse in opstand komt tegen de tirannie en uitbuiting van het kapitalisme en een betere wereld wil opbouwen, en de bourgeoisie in reactie daarop een genocide of moordcampagne besluit te ontketenen op de massa’s, dan ligt de schuld daarvoor bij de voor zichzelf opkomende arbeidersklasse en haar organisaties.

Totalitarisme

Ook in de burgerlijke politiek worden zulke verhalen niet weerlegd. Dat was het geval toen de Europese Unie een resolutie aannam die het communisme gelijkstelde aan het fascisme, onder de noemer ‘totalitarisme’. Op een vergelijkbare manier werd een jaar geleden een resolutie ingediend die de hongersnood in de Sovjet-Unie in de jaren twintig classificeerde als een opzettelijke daad van genocide (in lijn met een ander boek van Applebaum, Rode Hongersnood, 2018). Dit verhaal werd verzonnen door nazi's in de jaren dertig, kreeg internationale bekendheid via de media van William Randolph Hearst, die Hitler en Mussolini met miljoenen sponsorde, en werd na de oorlog omgedoopt tot de Holodomor.4 Die naam lijkt dan weer verdacht veel op Holocaust; een ideale toevoeging aan de pogingen om nazi-Duitsland en de USSR af te schilderen als een kwaadaardige, totalitaire tweeling. In het Nederlandse parlement werd deze herschrijving van de geschiedenis, op de stemmen van Forum voor Democratie na, unaniem aangenomen.5

Soms komt het karakter van dit historisch revisionisme echter op de meest ironische wijze aan het licht. Dat was het geval toen de ‘Oekraïense vrijheidsstrijder’, die in het Canadese parlement tweemaal een staande ovatie kreeg, toch ‘gewoon’ een nazi bleek te zijn. Toen, en alleen toen, moesten deze burgerlijke propagandisten hun beweringen intrekken. Men heeft echter niets geleerd, behalve dat ze het fascistische karakter van hun anticommunisme beter moeten verbergen.

De realiteit is dat de revolutie door de bourgeoisie nooit als positief zal worden gezien, evenmin als de prestaties van de socialistische staten die uit deze revoluties zijn voortgekomen. De antifascistische strijd werd voornamelijk gevoerd door communisten, in bezet Europa en aan het oostfront - tenminste tot de slag om Stalingrad liet zien dat Hitlers oorlogsmachine niet in staat zou zijn om het vuile werk op te knappen. Vandaag de dag geldt ongeveer hetzelfde: in de strijd tegen fascisme, racisme en nationalisme kunnen we van de kapitalistische klasse en haar politieke vertegenwoordigers niets anders verwachten dan symbolische afwijzingen of regelrechte collaboratie. Om vooruit te komen moet de werkende klasse wereldwijd op zichzelf vertrouwen.


  1. Voor enkele voorbeelden van misdadigheden van de OUN en haar gewapende tak, de UPA, zie bijvoorbeeld:
    McBride, Jared. Peasants into Perpetrators: The OUN-UPA and the Ethnic Cleansing of Volhynia, 1943–1944. Slavic Review, vol. 75, no. 3, 2016, pp. 630-54;
    Himka, John-Paul. The Lviv Pogrom of 1941: The Germans, Ukrainian Nationalists, and the Carnival Crowd. Canadian Slavonic Papers / Revue Canadienne Des Slavistes, vol. 53, no. 2/4, 2011, pp. 209–43;
    Rudling, Per Anders. ‘They Defended Ukraine’: The 14. Waffen-Grenadier-Division Der SS (Galizische Nr. 1) Revisited. The Journal of Slavic Military Studies, vol. 25, no. 3, pp. 329–68.
  2. NOS. “Aanstichter ‘Historikerstreit’ Ernst Nolte (93) Overleden.” NOS, 18 augustus 2016. https://nos.nl/artikel/2126649-aanstichter-historikerstreit-ernst-nolte-93-overleden.
  3. Zie bijvoorbeeld Wheatcroft, Stephen. The Turn Away from Economic Explanations for Soviet Famines. Contemporary European History, vol. 27, no. 3, pp. 465-69.
  4. Tottle, Douglas. Fraud, Famine and Fascism: The Ukrainian Genocide Myth From Hitler to Harvard. Progress Books, 1987.
  5. Manifest. “Anticommunisme en geschiedvervalsing: de erkenning van de mythe van de ‘Holodomor’ als ‘genocide’”. Manifest, 8 juli 2023. https://ncpn.nl/de-mythe-van-de-holodomor

Vertaling: Armando

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!