Op 24 februari 2024 organiseerde het Partijbestuur (PB) van de NCPN een Partijconferentie, met als voornaamste agendapunt de financiën van de partij. We publiceren de politieke inleiding die namens het PB werd gehouden op de Conferentie. Deze gaat uitgebreid in op de actuele ontwikkelingen, zoals de formatie, de plannen die de kapitalistenklasse uitstippelt voor de nieuwe regering, de boerenprotesten, maar ook de internationale ontwikkelingen en de strijd voor vrijheid voor Palestina.
Beste kameraden,
Namens het PB wil ik jullie van harte welkom heten op deze Partijconferentie. Op deze conferentie staan voornamelijk de financiën van de partij geagendeerd. We zullen de besteding van onze financiële middelen in 2023 kritisch bekijken en beoordelen, en de begroting voor komend jaar vaststellen. Daarmee bespreken we op deze conferentie ook breder de prioriteiten voor ons politieke werk. Daarom beginnen we deze conferentie met een politieke inleiding over de actuele ontwikkelingen in ons land en in de wereld, en de taken die we onszelf stellen om bij te dragen aan de versterking van de arbeidersbeweging en de uitvoering van de besluiten van ons 7e Partijcongres. Dit is ook belangrijk omdat er de afgelopen periode ingrijpende ontwikkelingen zijn geweest. Een goed begrip daarvan is van belang om ons politieke werk goed uit te kunnen voeren en daarom zullen we daar uitgebreid bij stilstaan.
Problemen werkende klasse stapelen zich op
De protestacties van de afgelopen periode over allerlei onderwerpen, de stakingen in verschillende sectoren, en de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen tonen de onvrede onder een groot deel van de Nederlandse bevolking. Mensen maken zich terecht zorgen over de constante achteruitgang.
Zorgen over inkomens, bestaanszekerheid en armoede, als gevolg van de sociale afbraak, de uitholling van het sociale zekerheidsstelsel, de roof op de pensioenen, maar ook de prijsstijgingen. De gas- en energieprijzen, waardoor veel huishoudens ook deze winter letterlijk in de kou zitten. De regering heeft daar nog een schep bovenop gedaan met de verhoging van de energiebelasting voor aardgas die dit jaar is ingegaan. De afbraak van publieke voorzieningen, zoals zorg en onderwijs die duurder en ontoegankelijker worden door commercialisering. Huisvesting, met huizenprijzen die de pan uit rijzen, huren die een half maandinkomen opslokken en ellenlange wachtlijsten.
Zorgen over de toekomst. Over de internationale conflicten en oorlogsdreiging. Over de gevolgen van de aantasting van milieu en klimaat. Zorgen van mensen die geconfronteerd worden met discriminatie of gebrek aan voorzieningen. Bijvoorbeeld mensen met een beperking, vrouwen, mensen met een migratieachtergrond, lhbti-personen en anderen, die ondanks alle verkondigingen over ‘inclusiviteit’ en ‘diversiteit’ dagelijks tegen problemen aanlopen. Zorgen van hardwerkende boerenhuishoudens, die klem zitten tussen hun verplichtingen aan de banken, de lage prijzen die ze van de grote monopolies ontvangen voor hun waren, de concurrentie van de grote kapitalistische landbouwbedrijven en de gestegen productiekosten.
Een groot deel van de werkende klasse heeft er terecht geen vertrouwen in dat de regerende politieke partijen iets kunnen betekenen voor deze en nog talloze andere kwesties waar mensen mee zitten. De verkiezingsuitslag toonde het terechte wantrouwen van veel mensen richting de politieke partijen die in de afgelopen kabinetten meegeregeerd hebben.
Dat wantrouwen en de woede kanaliseerde zich in een reactionaire richting, naar partijen die zich op verschillende manieren voordoen als ‘anti-establishment’, terwijl ze eigenlijk de belangen van het kapitaal dienen. Dit geldt onder andere voor NSC, BBB en andere partijen, en zeker ook voor de PVV die als grootste uit de bus kwam. De eisen waarmee de PVV schermt – die ogenschijnlijk tegemoetkomen aan de belangen van de bevolking – gaat zij niet waarmaken.
Ondanks de pogingen van de PVV om zich in aanloop naar de verkiezingen en nu tijdens de formatie te profileren met een meer ‘gematigde’ toon, valt niet te verhullen dat de PVV een reactionaire politieke partij is. De PVV is een bolwerk van discriminatie en fascistoïde opvattingen.
De agenda van het kapitaal voor de nieuwe regering
De formatie is ondertussen volop aan de gang. Aan de oppervlakte lijkt het allemaal niet vlot te verlopen. In de burgerlijke media veel aandacht aan tweets van Wilders, Omtzicht, Yeşilgöz enzovoorts. Dus vooral aandacht aan de personen en hoe hun ideeën zouden botsen. Het lijkt nog weinig te gaan over de inhoud van het beleid voor de komende jaren, maar vooral over de vorm van het kabinet.
Maar dit is slechts de oppervlakte. Want op de achtergrond is de heersende klasse wel degelijk druk met de inhoud van het beleid. De kapitalistenklasse maakt zich in de eerste plaats druk om de economische ontwikkelingen. Na de kapitalistische economische crisis van 2020 volgden slechts twee jaren van herstel. In 2023 heeft de Nederlandse economie een maandenlange recessie doorgemaakt. De productiviteit groeit nauwelijks meer. De vooruitzichten voor investeringen zijn somber. Er is een langere trend van krimp in de industrie, in het bijzonder de maakindustrie, metaal, chemie, machinebouw en andere takken. Het kapitaal maakt zich zorgen om de de-industrialisatie van Nederland en de gevolgen die dit heeft voor de concurrentiepositie.1
Het kapitaal ziet een reeks knelpunten die verdere kapitalistische economische groei in de weg staan, voornamelijk beperkingen in de infrastructuur, het energie- en transportnetwerk, hoge materiaalkosten, tekort aan goedkope en opgeleide arbeidskrachten, loonkosten, maar ook zorgen over de capaciteit van de overheid om het kapitaal te blijven steunen in de internationale concurrentiestrijd.2
De kapitalistenklasse maakt zich namelijk druk om de kwetsbaarheid van de economie in het licht van de internationale ontwikkelingen. Uit de hele wereld komen signalen over beroerde economische vooruitzichten. De wereldhandel hapert. Internationale conflicten escaleren. Maar waar de Nederlandse bourgeoisie vooral haar zorgen over uitspreekt, is dat de Europese Unie achterop raakt in de concurrentiestrijd met andere machtsblokken zoals de VS en China.3
In het kader van al deze zorgen en vooruitzichten, is de heersende klasse druk bezig met de voorbereiding van talloze maatregelen op allerlei vlakken om het zogenaamde ‘ondernemingsklimaat’ te verbeteren en knelpunten voor de groei van het kapitaal weg te nemen. Een aantal voorbeelden zijn als volgt:
1. Allereerst de ‘groene transitie’. Die gaat niet om de bescherming van het milieu tegenover reële problemen als gevolg van de aantasting van het milieu, de verandering van het klimaat etc. De zogenaamde ‘groene transitie’ is een beleid van de Europese Unie en de Nederlandse regering met grootschalige investeringen en maatregelen gericht op het veiligstellen van de concurrentiepositie en de winsten van het grootkapitaal.
Een belangrijk element is de ‘energietransitie’. Niet omdat het kapitaal zich bekommert om de planeet, maar omdat het net vol zit en de energie-infrastructuur op de schop moet om ruimte te creëren voor investeringen. Maar ook om in het kader van de interimperialistische tegenstellingen de afhankelijkheid van Russisch aardgas te verminderen. Het gaat daarbij onder andere om ambitieuze projecten, zoals investeringen in het stroomnetwerk of infrastructuur voor walelektriciteit die voor de scheepvaart en handel van belang is. Maar ook de uitrol van bijvoorbeeld de Delta Rhine Corridor, die infrastructuur creëert voor het snel en goedkoop transporteren van waterstof, stroom, CO2, en mogelijk ook ammoniak, lpg en propeen.4 Het kapitaal vraagt om sterkere staatsinterventie en publiek-private samenwerking om de energietransitie te verwerkelijken.5
Ook in het kader van de ‘groene transitie’ staat de doelstelling van een ‘circulaire economie’.6 Dit wordt verkocht als een manier om het milieu minder te belasten met afval. Maar de projecten staan in het kader van wat in de EU ‘strategische autonomie’ wordt genoemd, oftewel het verminderen van de afhankelijkheid van Nederland en de EU voor grondstoffen.7 Dit in het kader van de toenemende inter-imperialistische tegenstellingen en het toenemend gebruik van protectionistisch beleid in de internationale verhoudingen.
2. Ten tweede de ‘digitale transformatie’, die naast de ‘groene transitie’ als cruciaal wordt gezien in de huidige internationale concurrentiestrijd. Nederland heeft momenteel relatief een goede positie, maar het kapitaal maakt zich er zorgen over dat Nederland en de EU achterblijven ten opzichte van concurrerende landen.8 De digitale transitie betreft de ontwikkeling van nieuwe technologie, maar vooral ook de implementatie van digitale technologieën, zoals artificiële intelligentie, in de productie, handel en andere economische processen.
Daarnaast wordt gepleit voor ‘digitalisering van de zorg’. Er wordt gesproken van ‘arbeidsbesparende medische technologie’, waarmee ook direct duidelijk wordt welk doel deze digitalisering van de zorg dient: besparen van arbeidskrachten, maar ook het inrichten van deze sector zodat het efficiënt en goedkoop zijn functie kan vervullen en verder kan worden gecommercialiseerd.9 Op vergelijkbare wijze wordt gepleit voor digitalisering van het onderwijs. En algemener voor maatregelen om het onderwijs nog verder aan te passen aan de belangen van het bedrijfsleven.10
Onderdeel van de digitale transformatie is de zogenoemde ‘digitale overheid’. Oftewel een overheid die efficiënter het kapitaal kan steunen op allerlei vlakken. Nieuwe technologieën zoals artificiële intelligentie worden gebruikt door bijvoorbeeld de belastingdienst, maar ook verzamelen en analyseren van inlichtingen over burgers.
3. Ten derde de investeringen in de infrastructuur voor bevordering van mobiliteit, om de capaciteit voor export, import en doorvoer uit te breiden en de concurrentiepositie van het Nederlandse kapitaal te versterken. Het gaat daarbij om projecten voor wegen, maar ook spoor, water en lucht.11
4. Ten vierde hervormingen op de arbeidsmarkt. Opvallend genoeg hebben werkgeversorganisaties het over meer vaste banen. Wat ze daarmee bedoelen is dat het in vaste dienst nemen van werknemers moet worden vereenvoudigd, terwijl tegelijkertijd wordt benadrukt dat de “belangrijke rol [van] uitzendwerk op de arbeidsmarkt blijft gewaarborgd,” zoals VNO-NCW het formuleert.12 Met andere woorden, terwijl de flexibilisering in stand wordt gehouden, moeten ontslagbescherming en andere verplichtingen van werkgevers bij vaste arbeidscontracten verder worden uitgekleed. Het kapitaal vraagt om meer vaste banen die minder vast zijn.
5. Ten vijfde uitbreiding van defensie en de oorlogsindustrie, met als doel de geostrategische positie van de Nederlandse kapitalistenklasse te versterken, ook binnen de NAVO en EU, en stimulering van de haperende economie door die te militariseren. Werkgeversorganisaties pleiten er zelfs voor de NAVO-norm om 2% van het BBP aan defensie uit te geven wettelijk vast te leggen.13 Ter vergelijking: in 2018 ging 9,1 miljard ofwel 1,2% van het BBP naar defensie, dit jaar is het 21,4 miljard en 1,95%.
6. Ten zesde ‘grip op arbeidsmigratie’. Daarmee wordt bedoeld dat alleen vluchtelingen en migranten worden toegelaten die economisch nuttig zijn voor het kapitaal.14 In dat kader passen ook de inspanningen van de EU om vluchtelingen te weren en ze al buiten de grenzen van de EU te selecteren. Het recht op asiel wordt bij het grof vuil geplaatst.
Dit is natuurlijk geen volledige lijst, maar het geeft wel een indicatie van de agenda van het kapitaal. Overigens bestaan op al deze punten binnen het kapitaal uiteenlopende en tegenstrijdige belangen, die zich indirect ook uiten in de politieke ontwikkelingen.
De formatie en de rol van de burgerlijke politieke partijen
De eerste ronde van de formatie liep stuk naar aanleiding van – of onder het voorwendsel van – tegenvallers in de overheidsfinanciën. Die tegenvallers werden eerst heel groot gemaakt en daarna juist heel erg genuanceerd.
Maar achter dit hele gebeuren schuilt wel een realiteit: er hangt een prijskaartje aan de groene en digitale transities en de andere maatregelen die op de wenslijst van het grootkapitaal staan. Er zijn grenzen aan de mogelijkheden van het keynesiaanse beleid, dat de Nederlandse regering heeft gevoerd als antwoord op de kapitalistische economische crisis van 2020.15 Er vindt een aanpassing plaats naar strikter begrotingsbeleid. De discussies tussen de formerende partijen over de financiën hebben ook te maken met de vraag op welke punten en in welke mate de keynesiaanse aanpak nodig is – waar vooral de PVV en BBB meer nadruk op leggen – of juist een strikter begrotingsbeleid – wat de VVD en NSC meer benadrukken. Hoe dan ook staan nieuwe rondes aan bezuinigingen en aanvallen op het levenspeil van de bevolking voor de deur, want wij zullen uiteindelijk zowel ‘gezonde overheidsfinanciën’ als de staatssteun voor de ‘groene transitie’ moeten ophoesten.
Uit publicaties van werkgeversorganisaties en andere spreekbuizen van het grootkapitaal, is duidelijk dat de bourgeoisie vraagt om een ‘stabiel kabinet’.16 In de brief van VNO-NCW richting voormalig informateur Plassterk stond: “Nederland heeft behoefte aan dóen en een focus op de uitvoering,” waarmee de uitvoering van de genoemde plannen van de bourgeoisie wordt bedoeld.17 De discussies in de formatie over de vorm van het kabinet – een klassiek meerderheidskabinet, een minderheidskabinet of een extraparlementair kabinet – gaat dus eigenlijk om de vraag hoe een ‘stabiel kabinet’ kan worden gevormd. Een kabinet dat de agenda van het kapitaal kan doordrukken op een manier dat de tegenstellingen binnen het kapitaal zo min mogelijk de efficiëntie van de staat in de weg staan en de bevolking kan worden meegenomen in die agenda.
Opvallend is de rol van de sociaaldemocratie in deze formatie. We hebben nu al twee informateurs vanuit PvdA-GroenLinks, die blijkbaar veel inspanningen leveren om een kabinet met extreemrechts mogelijk te maken. Hoewel de sociaaldemocratie in het algemeen geen goed resultaat behaalde deze verkiezingen, mogen we niet het vermogen onderschatten van de sociaaldemocratie om zich te herstellen. In de vorm van PvdA-GroenLinks, SP of nieuwe vormen.
Zolang de sociaaldemocratie op afstand staat van regeringsdeelname en niet nodig is voor meerderheden in het parlement, is het goed mogelijk dat zij binnen de vakbeweging en andere bewegingen meer een oppositierol vervult. Daarbij is het van belang dat we als communisten aan de basis gezamenlijk de strijd aangaan met andere werkers, studenten, gepensioneerden en andere mensen uit de arbeidersklasse voor onze belangen. Maar tegelijkertijd moeten we wijzen op de objectieve rol van de sociaaldemocratische partijen, die grote verantwoordelijkheid dragen voor het mogelijk maken van de opkomst van extreemrechts.
Opvallend is de tendens van de sociaaldemocratie om op zo’n manier oppositie te voeren dat het de bevolking voor de kar van de bourgeoisie spant. Dat zagen we de afgelopen jaren bijvoorbeeld sterk in de milieubeweging, waar de sociaaldemocratie de plank compleet misslaat met de insteek dat maatregelen ‘niet ver genoeg’ zouden gaan, waar de veronderstelling in zit dat de maatregelen op zich fantastisch zijn. Mensen werden gemobiliseerd om het regeringsbeleid ‘nog verder’ door te drukken. Maar dat is geen protest tegen de regering en EU die het milieu aantasten, maar juist een steun in de rug voor hun zogenaamd ‘groene’ afbraakbeleid.
Bij ons politieke werk in de beweging is het dus van belang om de problemen goed te begrijpen, en op basis daarvan de eisen te formuleren en de strijdvormen te kiezen die de beweging vooruithelpen.
Want het beleid dat de nieuwe regering zal voeren omvat alle sectoren van de economie en dringt door tot veel aspecten van ons leven, van zorg en ophitsing tot oorlog tot aan onderwijs en milieu. Al die maatregelen hebben een klassenkarakter. Bijvoorbeeld de digitale transformatie: nieuwe technologie kan levensomstandigheden verbeteren. Maar wie bepaalt hoe technologie wordt benut en voor welke belangen? In de handen van het kapitaal betaalt de arbeidersklasse de rekening en heeft het vaak zelfs negatieve gevolgen voor hen. Bij digitalisering van zorg staat bijvoorbeeld niet centraal hoe nieuwe technologieën kunnen worden toegepast voor de gezondheid van de bevolking of om het werk van zorgpersoneel te faciliteren, maar voor kostenefficiëntie en commercialisering.
Ontwikkelingen in de agrarische sector en boerenprotesten
Het is van belang om in te gaan op de ontwikkelingen in de agrarische sector. Al enkele jaren zijn er geregeld boerenprotesten, ook in veel andere landen. Wat voor protesten zijn dit en welke klassenbelangen vertegenwoordigen ze? Dit is een complex vraagstuk, dat we nog niet volledig hebben uitgewerkt, maar er zijn wel bepaalde aspecten die we moeten belichten.
Het vraagstuk wordt gecompliceerd door de grote interne gelaagdheid binnen de boerenklasse. Er zijn grote kapitalistische landbouwbedrijven, die kapitaal accumuleren op basis van de uitbuiting van landarbeiders, vaak met onderbetaalde buitenlandse arbeidskrachten die onder erbarmelijke omstandigheden werken. Maar er zijn ook veel kleinere boeren huishoudens die niet in staat zijn tot kapitaalaccumulatie, die vooral leven van de eigen arbeid, en die vaak zelfs bijbanen hebben in andere sectoren om rond te komen. Een aanzienlijk deel van de kleinere boeren huishoudens in Nederland leeft zelfs onder de lage-inkomensgrens.18 Ze worden weggedrukt door de concurrentie van de grote kapitalistische landbouwbedrijven.
Deze kleinere boeren zijn precies degenen die worden genekt door het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU. Dat beleid is gericht op het veiligstellen van goedkope grondstoffen voor de monopolies in de verwerkingsindustrie en de handel. Voor het concurrentievermogen van de Europese monopolies tegenover de VS, BRICS en andere blokken, is de concentratie van de productie van groot belang. Via subsidies en regels wordt daarom in de agrarische sector, de concentratie van grond en kapitaal in steeds minder handen, aangejaagd. Waar in Nederland na de Tweede Wereldoorlog nog 400.000 boeren huishoudens bestonden, zijn dat er nu nog minder dan 60.000.[20]
In datzelfde kader van goedkope grondstoffen garanderen, worden door de EU de voorschriften voor agrarische producten willekeurig opgesteld en aangepast, vaak onder het voorwendsel van gezondheid en voedselveiligheid. Ook worden handelsverdragen met andere landen opgesteld om goedkope agrarische producten te importeren voor de Europese monopolies, waar de boeren in Europa vaak nauwelijks mee kunnen concurreren. Daarmee zijn hele takken van de agrarische sector in verschillende landen in Europa vernietigd. Tegelijkertijd leidt het Europese beleid ook tot een groot overschot aan goedkope agrarische producten die worden bestemd voor export, met vaak desastreuze gevolgen voor de agrarische sector in andere landen.
Terwijl voedsel in de supermarkt hartstikke duur is voor de arbeidersklasse, ziet de boer daar erg weinig van. Het geld wordt opgeslokt door het industrieel kapitaal, het handelskapitaal en het bankkapitaal. Dat is wat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU bevordert. Uiteindelijk bepaalt het kapitaal ook voor de agrarische sector wat er geproduceerd wordt, hoeveel, waar en hoe – op basis van wat voor hen winstgevend is. Dit is uiteindelijk de oorzaak van zowel de uitzichtloze situatie van de hardwerkende kleine boeren, als de effecten van de kapitalistische economie op milieu en dierenwelzijn. Als communisten steunen we de strijd van de kleine boeren.
Het gebrek aan een klassengeoriënteerde lijn geeft extreemrechtse krachten vrij spel onder de boeren, geeft de landbouwkapitalisten vrij spel om hun stempel te drukken op de inhoud van de protesten en bevordert een onvruchtbare benadering, alsof er een onverzoenlijke tegenstelling zou zijn tussen agrarische productie en het milieu.
Internationale ontwikkelingen
De economische politieke ontwikkelingen die we hebben beschreven, hangen nauw samen met de internationale ontwikkelingen en de toenemende internationale tegenstellingen.
We zijn getuigen van de misdadige genocide die de Israëlische staat pleegt in Gaza. Dit in het verlengde van de al 70 jaar durende onderdrukking van de Palestijnse bevolking die heldhaftig de strijd voert voor haar recht om te bestaan, vrij te zijn, een eigen staat te hebben en in vrede te leven.
De afgelopen tijd zijn we aanwezig geweest bij talloze acties. We betuigen onze solidariteit met de nationale bevrijdingsstrijd van de Palestijnse bevolking. We protesteren ook tegen de Nederlandse staat, de NAVO en EU, die op alle vlakken medeplichtig zijn aan de genocide in Gaza. Namelijk door de Israëlische staat economisch, diplomatiek en militair te steunen.
Het conflict in Palestina staat in het kader van een algemenere escalatie van de fragiele situatie in het Midden-Oosten. In die regio vol grondstoffen en strategische handelsroutes, botsen de belangen van grote kapitalistische staten en verbonden, zoals de VS, EU, Rusland en China, maar ook landen in de regio die hun positie proberen te versterken, zoals bijvoorbeeld Turkije.
Ondertussen wordt de imperialistische oorlog in Oekraïne, die escaleerde met de Russische invasie, voortgezet. Een oorlog die reeds heeft geresulteerd in duizenden doden en miljoenen ontheemden. De Nederlandse staat, de NAVO en EU dragen grote verantwoordelijkheid en gooien olie op het vuur. Nederland heeft een enorm bedrag van 2,63 miljard aan munitie, wapens, militaire voertuigen en andere militaire middelen geleverd aan Oekraïne, waaronder tientallen tanks, F-16’s en lanceerinstallaties. De imperialistische oorlog in Oekraïne hangt samen met interimperialistische tegenstellingen die breder spelen in Oost-Europa, de Kaukasus en de Balkan.
Ook in Afrika en andere delen van de wereld laaien conflicten op. Het gebied rond de Stille Oceaan wordt steeds meer een centraal strijdtoneel voor de tegenstelling tussen de VS en China, die steeds meer naar voren komt als de centrale tegenstelling in de internationale verhoudingen. In dat kader verscherpen ook de spanningen rondom Taiwan, de Zuid-Chinese zee en andere regio’s.
De betrokkenheid van Nederland bij imperialistische bondgenootschappen zoals de NAVO en EU, en de Nederlandse inmenging in imperialistische oorlogen en interventies, staan in het kader van de doelstellingen van Nederlandse kapitalistenklasse. Het Nederlandse kapitaal probeert zijn belangen en invloed in andere regio’s veilig te stellen, maar ook zijn internationale positie en positie binnen de EU en NAVO te versterken. In dat kader staat ook de sollicitatie van Rutte als nieuwe secretaris-generaal van de NAVO.
Voor de Nederlandse arbeidersklasse hangen hier grote gevaren aan vast. Komende tijd zal de strijd voor vrede zich steeds meer opdringen als een belangrijk vraagstuk voor de Nederlandse arbeidersbeweging. Als partij zullen we initiatieven voor vredesstrijd moeten steunen en nemen, en ons op lange termijn inspannen voor de opbouw van een georganiseerde vredesbeweging met een anti-imperialistische oriëntatie. De ontwikkeling van ons werk in bedrijven, onderwijsinstellingen en buurten is van belang om daar daadwerkelijk breed gedragen stappen in te zetten.
Over het perspectief van de Palestijnse bevrijdingsstrijd
Het is belangrijk om iets uitgebreider stil te staan bij de Palestijnse kwestie. Gezien de actuele ontwikkelingen zijn verschillende voorstellen te horen over de oplossing van het conflict. Daarbij wordt vaak een tegenstelling geschetst tussen een tweestatenoplossing en een eenstaatoplossing. Tegelijkertijd wordt het standpunt van de NCPN nogal eens vertekend of verkeerd begrepen.
Wanneer de imperialisten het hebben over een tweestatenoplossing, dan hebben ze het niet echt over twee staten. Bijvoorbeeld vanuit de VS of de EU komen voorstellen waarbij alle illegale Israëlische nederzettingen van kolonisten blijven bestaan, waarbij de geïsoleerde Palestijnse gebieden met elkaar verbonden worden via wegen of tunnels onder Israëlisch beheer, waarbij Oost-Jeruzalem niet wordt erkend als hoofdstad van Palestina, enzovoorts. Zo’n ‘gatenkaas’ kan natuurlijk geen onafhankelijke Palestijnse staat zijn. Het zou een schijnstaat zijn in de wurggreep van Israël. Een oplossing die feitelijk niets meer voortbrengt dan de legalisering van Israëlische bezetting, het apartheidsregime en de illegale Israëlische nederzettingen.
Aan de andere kant zijn er burgerlijke krachten die het hebben over een eenstaatoplossing. Onder het mom dat een tweestatenoplossing niet langer realistisch zou zijn, wordt in wezen voorgesteld dat de Palestijnse bevolking de strijd voor een eigen staat moet opgeven. De Palestijnse gebieden zouden door Israël kunnen worden ingelijfd, met wat vage garanties over ‘gelijkheid’ en ‘democratische rechten’ voor Palestijnen. Dit is niets anders dan een lijn van defaitisme en capitulatie.
Er is ook een radicalistische variant van het standpunt voor een eenstaatoplossing, maar zo’n benadering passeert of ontkent eigenlijk de nationale bevrijdingsstrijd, en komt praktisch op hetzelfde neer, namelijk onderwerping aan de huidige negatieve krachtsverhoudingen.
Vanzelfsprekend begrijpen we als communisten heel goed dat het kapitalisme geen vruchtbare basis is voor vrede, gelijkwaardigheid en vrijheid. Maar de strijd wordt gevoerd op basis van een strategie en die wordt niet uit het luchtledige gehaald. In de concrete omstandigheden identificeert de arbeidersbeweging elke keer de sleutels die de klassenstrijd vooruit kunnen brengen. De Palestijnse bevolking voert de rechtvaardige strijd voor de beëindiging van de Israëlische bezetting en de vestiging van een eigen staat. Het is aan de arbeidersklasse in Palestina en haar voorhoede om de strategie te ontwikkelen die deze nationale bevrijdingsstrijd kan verbinden aan de strijd voor de sociale bevrijding, oftewel het socialisme.
In dat kader zijn bepaalde eisen historisch gevormd in de Palestijnse bevrijdingsstrijd, die door de NCPN, en breder door de internationale communistische beweging en de Wereldvredesraad, worden gesteund, zoals beëindiging van de bezetting en de stichting van een onafhankelijke Palestijnse staat met de grenzen van vóór 1967, met Oost-Jeruzalem als hoofdstad, de onmiddellijke vrijlating van alle Palestijnse en andere politieke gevangenen, de terugkeer van alle Palestijnse vluchtelingen naar hun thuis en dergelijke.
Deze strijd is nauw verbonden met de strijd van de arbeidersklasse in Israël tegen het reactionaire Israëlische regime. Een regime dat een apartheidssysteem heeft gevestigd, waar etnische minderheden worden onderdrukt en uitgebuit, waar het kapitaal de werkende klasse langs etnische en religieuze lijnen probeert tegen elkaar uit te spelen.
De kern is niet de vraag of er uiteindelijk twee staten of één staat moeten zijn – een tegenstelling die ook gebruikt wordt om verdeeldheid te zaaien. De kern is niets anders dan steun voor het recht van de Palestijnse bevolking op haar eigen staat en solidariteit met de Palestijnse nationale bevrijdingsstrijd.
De enige weg is strijd en versterking van de communistische partij
In het licht van alle genoemde binnenlandse en internationale ontwikkelingen, is het glashelder dat strijd de enige weg vooruit is. Cruciaal is de versterking van de communistische partij, de NCPN, als voorhoede van de arbeidersbeweging. Sinds het 7e Congres heeft onze partij belangrijke stappen vooruit gezet. (…)
Ook de CJB versterkt haar werk aan de basis. Recent heeft onze jongerenorganisatie zelfs een afdeling opgericht op de UvA. Dat is dus de eerste communistische afdeling die echt aan de basis is, op een onderwijsinstelling waar mensen studeren en werken. Algemener is de CJB versterkt met haar 10e CJB-Congres dat in november is afgerond, waarbij een volledig nieuw bestuur is gekozen. (…)
Afgelopen week is een nieuwe website gelanceerd voor Manifest, waar lang aan gewerkt is. Het resultaat mag er zijn. Er zijn al veel positieve reacties. Anders dan de oude website, die vooral was ingericht als archief van de papieren krant, is de nieuwe website ook zeer geschikt om in te spelen op actualiteit. We denken dat dit een grote impuls kan geven aan onze zichtbaarheid en propaganda. Met rubrieken en dossiers maakt de nieuwe website het bovendien makkelijk om allerlei artikelen te vinden over een thema. (…)
Met alle genoemde inspanningen – en ook veel andere die niet genoemd zijn – werken we aan een sterk fundament voor onze partij. We versterken stap voor stap onze ideologisch en politieke eenheid en organisatorische slagkracht. We hebben nog een lange weg te gaan.
Europese Communistische Actie
(…) Zoals jullie weten, was onze partij enkele maanden terug betrokken bij de oprichting van de Europese Communistische Actie. (…) De ECA heeft al een aantal bijeenkomsten gehad en verklaringen uitgebracht. (…) Er bestaat voor ons geen twijfel aan dat de ECA keihard nodig is. Zeker gezien de toenemende tegenstellingen in de internationale communistische beweging. Reformistische, chauvinistische en andere afwijkingen, die al veel langer bestonden, zijn meer georganiseerd in organisaties, zoals bijvoorbeeld de Partij van Europees Links (PEL), de Linkse Fractie in het Europees Parlement (GUE), Wereld Anti-imperialistisch Platform (WAP). De versterking van de marxistisch-leninistische pool in de internationale communistische beweging is onontbeerlijk.
Socialisme en de uitwerking van ons partijprogramma
De kapitalistische maatschappij, gebaseerd op de uitbuiting van de arbeiders, heeft de mensheid niets meer te bieden. Honderd jaar na het overlijden van Vladimir Iljitsj Oeljanov, beter bekend als Lenin, tonen de actuele ontwikkelingen de noodzaak van het socialisme.
Het is belangrijk dat we als communistische partij een goed uitgewerkt voorstel hebben. Niet in de zin van een blauwdruk, maar we moeten wel weten waar we voor strijden. We moeten concreet kunnen aantonen in elke sector van de economie en op elk maatschappelijk vraagstuk wat het socialistische perspectief te bieden heeft. Dat kan ons helpen om in de beweging meer krachten te verzamelen rondom een klassengeoriënteerde, antikapitalistische lijn van strijd.
Het 7e Congres stelde als doel de vorming van een partijprogramma. Dat programma moet antwoord geven op waar we eigenlijk voor strijden. Om dat te doen, is het voor ons als partij belangrijk grondige kennis te hebben van de wetmatigheden van de socialistische opbouw. Onze partij heeft al een belangrijke stap gezet met punten die op het 7e Congres zijn vastgesteld, waaronder de verwerping van de opportunistische theorie van de socialistische markteconomie en allerlei varianten daarvan.
Dit vraagstuk is ook van belang om actuele ontwikkelingen goed te kunnen beoordelen, gezien China daarin een steeds prominentere rol speelt. We hebben als partij reeds geconstateerd dat de hervormingen die sinds 1978 zijn ingevoerd in de richting waren van het herintroduceren van kapitalistische verhoudingen in de economie, en dat die kapitalistische verhoudingen ook de overhand hebben gekregen. Dit vraagstuk moeten we collectief verder uitwerken.
Het is niet zo dat we overal een oordeel over moeten hebben. Waar het om gaat is dat we als partij in staat zijn de actuele ontwikkelingen op een juiste manier te beoordelen, en dat we een goed begrip hebben van de wetmatigheden van de socialistische opbouw, die we ter zijner tijd zullen moeten toepassen in de concrete Nederlandse omstandigheden. Vanuit die insteek moeten we ons collectief verdiepen in de ervaringen uit de socialistische opbouw maar ook de herintroductie van het kapitalisme in de Sovjet-Unie en in China.
Een volgende partijconferentie (…) zal gaan over het socialisme en de lessen die we trekken uit de socialistische opbouw. Komende periode zullen we diverse achtergrondstukken plaatsen in Manifest en het PB is bezig met voorbereiding van stukken. (…)
Met al deze gedachten in het achterhoofd, kunnen we onze financiële stukken bespreken en komende tijd de strijd voortzetten. Voor de versterking van de arbeidersbeweging. Voor een wereld zonder uitbuiting, armoede, discriminatie en oorlog. Voor het socialisme-communisme.
- https://www.vno-ncw.nl/sites/default/files/ingredienten_voor_brede_welvaart.pdf
- https://www.vno-ncw.nl/nieuws/driekwart-ondernemers-ziet-ondernemingsklimaat-verder-verslechteren
- https://www.vno-ncw.nl/sites/default/files/ingredienten_voor_brede_welvaart.pdf
- https://www.delta-rhine-corridor.com/nl
- https://www.vno-ncw.nl/sites/default/files/ingredienten_voor_brede_welvaart.pdf
- Idem.
Zie ook: https://www.vno-ncw.nl/sites/default/files/ondernemen_voor_brede_welvaart.pdf - https://www.europarl.europa.eu/RegData/etudes/BRIE/2022/733589/EPRS_BRI(2022)733589_EN.pdf
- https://www.vno-ncw.nl/sites/default/files/ingredienten_voor_brede_welvaart.pdf
- Idem.
- VNO-NCW en MKB Nederland, Investeren in onze digitale toekomst, (2022).
- https://www.vno-ncw.nl/sites/default/files/ingredienten_voor_brede_welvaart.pdf
https://www.vno-ncw.nl/sites/default/files/ondernemen_voor_brede_welvaart.pdf - https://www.vno-ncw.nl/sites/default/files/ingredienten_voor_brede_welvaart.pdf
- Idem.
- Idem.
Zie ook: https://commission.europa.eu/document/download/e2389e33-5e35-40cc-93ca-e7bc664be2b6_en?filename=report-migration-asylum-2022.pdf - Keynesiaans beleid is gericht op het gebruiken van de burgerlijke staat om de investeringen en consumptie in de kapitalistische economie aan te wakkeren.
- https://www.vno-ncw.nl/nieuws/reactie-ondernemersorganisaties-op-de-verkiezingen
- https://www.vno-ncw.nl/sites/default/files/ingredienten_voor_brede_welvaart.pdf
- https://agrimatie.nl/themaResultaat.aspx?subpubID=2232§orID=2243&themaID=2272&indicatorID=2059
- CBS Statline, Landbouw.
Aris is lid van het Dagelijks Bestuur en politiek secretaris van het Partijbestuur van de NCPN. De inleiding is ingekort op bepaalde punten.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!