De moord op George Floyd maakt deel uit van een breder patroon van staatsgeweld. Politiegeweld is nauw verbonden met het klassensysteem, en de plaats die zwarte mensen innemen in ons klassensysteem is nauw verbonden met onze geschiedenis, zegt Nick Wright in de Morning Star. Hoe moeten we de gebeurtenissen in de Verenigde Staten begrijpen? En in ons eigen land?
Tijdens de demonstraties tegen het racisme en geweld van de politie in de Verenigde Staten werden meer dan tienduizend mensen gearresteerd. De protesten vonden in tientallen steden gelijktijdig plaats. Daarom berust elke analyse die de oorzaak van de ordeverstoringen toeschrijft aan een samenzwering van 'antifa-' of van een andere denkbeeldige groep subversieve elementen op fantasie. Vooral wanneer de beelden bewijzen dat als er één partij was die zich klaarmaakte om geweld te gebruiken, dit de politie was.
Het beeld dat de media schetsen van deze gebeurtenissen berust op fantasie. Ze verdoezelen de werkelijkheid, gaan voorbij aan de onderliggende oorzaken of verspreiden misleidende informatie over de reële omstandigheden waaronder deze acties plaatsvinden. Daarmee staan ze in dienst van het kapitalistische systeem en de bourgeoisiestaat.
Om te begrijpen hoe 'rellen' of ordeverstoringen ontstaan, moeten we onderscheid maken tussen de grotendeels rituele confrontaties tussen demonstranten en de politie, die gewelddadig kunnen worden, en de traditionele afzonderlijke incidenten zoals plundering en brandstichting, waarbij verschillende groepen mensen betrokken zijn, vaak op verschillende plekken, en waarbij de dunne laag doorbroken wordt van routinegedrag dat mensen in de publieke ruimte normaal gesproken vertonen. Op deze manier kunnen we onderscheid maken tussen wat er in de VS gebeurt en in Groot-Brittannië {en elders, nvdr].
De moord op George Floyd was een tragische gebeurtenis, pijnlijk voor zijn familie en vrienden en beangstigend voor het arme kind dat getuige was van de openbare marteling die acht minuten duurde. Het was echter geen incident. Niet elke confrontatie tussen het dwingende staatsapparaat in de VS en zijn zwarte burgers loopt uit op moord, maar we mogen gerust stellen dat het risico daarop bijna altijd aanwezig is.
Deze spanning is geen nieuw kenmerk van de Amerikaanse samenleving. De tegenstelling komt voort uit de manier waarop de toe-eigening van de meerwaarde en de accumulatie van kapitaal in de Verenigde Staten plaatsvindt. Deze zijn gebaseerd op de superuitbuiting van zwarten, eerst als slaven en sinds de officiële afschaffing van de slavernij als loonslaven. Deze uitbuiting bestaat al sinds de stichting van de VS als republiek, nog langer zelfs, sinds de tijd dat Noord-Amerika deel uitmaakte van het Britse Rijk. Geen enkele antiracistische bewustzijnscampagne die bedrijven of hypocriete progressieven optuigen kan deze realiteit verhullen.
Het bestrijden van racisme in het dagelijks leven is een individuele verantwoordelijkheid voor elke klassenbewuste werker en elke politiek bewuste burger. Het bestrijden van het systematisch [institutioneel, nvdr] racisme, dat onlosmakelijk verbonden is aan de neoliberale kapitalistische orde, is de verantwoordelijkheid van de arbeidersbeweging en de werkende klasse als geheel.
Onze geschiedenislessen zijn er blijkbaar niet in geslaagd om duidelijk te maken dat de ontwikkeling van Groot-Brittannië als oude en voorname kapitalistische macht gebaseerd was op slavernij en op de hyperuitbuiting van Afrikanen die naar het Amerikaanse continent gedeporteerd werden, maar de jongeren in Bristol hebben dit tekort aan onderwijs meer dan gecompenseerd. Dit is het startpunt om begrip te krijgen voor de historische context en de concrete lokale omstandigheden waarin racistisch politiegeweld een woede-uitbarsting veroorzaakt.
Het is belangrijk om op te merken dat de politiecommandant in Bristol zich bewust was van deze omstandigheden en dat het protest verliep zonder dat er direct mensen gearresteerd werden, al krijgt hij daar nu kritiek voor. Als de staat begint te jagen op mensen die betrokken zijn bij het omverwerpen van een standbeeld, kunnen we er zeker van zijn dat de volgende demonstratie nog groter zal zijn.
De zwarte Amerikaanse filosoof en activist Cornell West - misschien wel de scherpzinnigste waarnemer van de gebeurtenissen in de VS - stelt op een overtuigende manier vast dat het staatsgeweld in de straten van de VS op één lijn staat met het staatsgeweld van de VS in het buitenland. Dit is meer dan retoriek. De neoliberale ordening van de wereldeconomie - die een actieve Amerikaanse militaire en ondermijnende aanwezigheid op elk continent met zich meebrengt - sluit direct aan bij de Amerikaanse binnenlandse economie, die een versnelde ineenstorting van de productie- en basisindustrieën heeft beleefd. Deze industrieën waren traditioneel de plekken waar zwarte arbeiders volgens de vakbondsorganisatie een grotere economische bestaanszekerheid konden bereiken.
Behalve de indiaanse bevolking stamt iedereen die in de Verenigde Staten woont af van immigranten of slaven. Dit zorgt voor een bijzondere constructie van de Amerikaanse identiteit waarin ras een bijzonder actieve rol speelt. In de Amerikaanse sociale structuur worden mensen onderverdeeld in een stramien van geslacht en ras waarbinnen klasse de meest actieve en organiserende factor is.
In Bristol werd het standbeeld van de slavenhandelaar Edward Colston in de rivier gedumpt. De uiteenlopende reacties hierop laten zien hoe diep de tegenstrijdige visies op de geschiedenis en op de menselijke kosten van de kapitaalaccumulatie die voortvloeiden uit de slavenhandel is ingebed in de Britse politieke cultuur. Iedereen die een rol speelt in dit verhaal weet dat politiegeweld nauw verbonden is met het klassensysteem en dat de plaats die zwarte mensen innemen in ons huidige klassensysteem op zijn beurt nauw verbonden is met onze geschiedenis.
De onderdrukking en discriminatie die zwarte mensen ervaren in de VS, en ook in Groot-Brittannië [en elders in veel westerse landen, nvdr], staat centraal bij het organiseren van de klassenstructuur en bij het handhaven van de maatschappelijke orde. Een aspect hiervan, de onderdrukking door de politie, is niet minder dan de uitdrukking van het uitbuitende en onderdrukkende klassenkarakter van die samenleving. De onderdrukking speelt een essentiële rol bij de inrichting van de klassenstructuur en is op dit moment de zichtbaarste eigenschap ervan.
Het aparte karakter van de huidige crisis is dat het steeds algemenere en routinematige karakter van de politieonderdrukking tegen zwarte mensen een destabiliserende factor is geworden. Daarbij merkt Cornell West op dat het opnemen van een zwarte elite in het politieke establishment en het staatsapparaat - tot op het niveau van de president, de minister van Buitenlandse Zaken en de hoogste militaire bevelhebber - absoluut geen verschil maakte voor het imperialistische buitenlandse beleid, het binnenlands racisme, de massale opsluiting van zwarte mensen in het gevangeniswezen en het politiegeweld. De politiecrisis heeft geen oplossing binnen het eigen systeem, in de VS niet en hier evenmin.
Het loont de moeite om na te gaan hoe de heersende klasse omgaat met de vraag waarom deze gebeurtenissen zich blijven herhalen. Tot op bepaalde hoogte beschouwt ze deze gebeurtenissen als een breuk met de sociale orde, die een bedreiging vormt voor zowel de politieke stabiliteit als haar bezittingen. Elke directe bedreiging voor persoonlijke bezittingen wordt gezien als een potentiële bedreiging voor de eigendomsverhoudingen als geheel, en dit verontrust de bezittende klasse natuurlijk.
De alertere machthebbers - en misschien het merendeel van de intellectuelen die hen adviseren - hebben goed in de gaten dat dergelijke breuken een uitvloeisel zijn van diepe structurele problemen. Ze nemen dan hun toevlucht tot waanideeën, waarbij krachten van buitenaf magische klachten toebedeeld krijgen, waardoor ze een breuk in de maatschappelijke orde zouden kunnen veroorzaken. De machthebbers doen dit om de boel te bedriegen of omdat ze de realiteit niet onder ogen kunnen zien.
Op 5 oktober 1985 stond ik 's avonds samen met David Whitfield, de adjuncthoofdredacteur van de Morning Star in Mount Pleasent Road, voor het wooncomplex Broadwater Farm Estate. Tegen een achtergrond van brandende gebouwen zei Sir Kenneth Newman, de commissaris van de Londense politie, tegen journalisten dat 'linkse opruiers' verantwoordelijk waren voor de gevechten tussen de bewoners van het wooncomplex en de politieagenten die het belegerden. De volgende dag schreef de 'Daily Express' dat het ergste geweld werd veroorzaakt door "ervaren straatvechters die getraind waren in Moskou en Libië." De Daily Mirror beweerde dat de ongeregeldheden in Tottenham waren aangesticht door "goed voorbereide buitenstaanders".
Ik was ter plaatse als hoofd van de gemeentelijke commissie van Haringey die belast was met het toezicht op het politie-optreden, en trad op als verbindingspersoon met de politie. Wekenlang deden we bij gemeenteraadsvoorzitter Bernie Grant gedetailleerd verslag van alle preventieve aanhoudingen en fouilleeracties. Sommige van deze maatregelen werden zo streng doorgevoerd dat het ten koste ging van andere misdaadpreventie-operaties. Daarnaast zorgden ze ervoor dat de spanningen in de wijk alleen maar toenamen.
Deze spanningen leiden tot een demonstratie buiten het politiebureau van Tottenham, de dag nadat vier politieagenten een huiszoeking hielden bij Cynthia Jarrett. Tijdens de huiszoeking werd ze onwel en even later overleed ze. Op 6 oktober 1985 braken er gevechten uit, nadat het wooncomplex werd omsingeld door een enorme politiemacht, bewapend met traangas en plastic kogels. Dit gebeurde nadat er op 9 en 10 september 1985 twee nachten oproer was geweest in Birmingham. Op 28 september werd Cherry Groce, een andere zwarte vrouw, bij een politie-inval in Brixton neergeschoten, waarbij ze verlamd raakte. De crisis in de politie was ook toen al een hardnekkig probleem.
Kenneth Newman werd beschouwd als een intellectueel binnen de politie die baanbrekend werk verrichtte. Hij had een achtergrond als hoofdcommissaris van de Noord-Ierse politie en als directeur van de politieacademie in Bramshill. Newman ontwikkelde een plaatsgebonden politieconcept waarbij arbeidersbuurten, en dan vooral de buurten waar zwarte mensen woonden, werden aangeduid als 'symbolische locaties' waar politieagenten als indringers beschouwd werden.
Als reactie op de steeds terugkerende onrust is er een echte academische industrie ontstaan, die theoretiseert over de veranderende patronen van het volksverzet tegen de politie. Vaak gaan deze theorieën voorbij aan de context die elke jongere die in een arbeidersbuurt werd geboren aan den lijve ondervindt, en waarin hij tegen de tijd dat hij volwassen is al een redelijk diep inzicht heeft verworven.
Op de politieacademie wordt vaak gegrapt dat de politie een openbare dienst is waarbij de klant nooit gelijk heeft. Het traditionele begrip van de rol van de politie - dat teruggaat tot 1924 - concentreert zich op de individuele rol van de agent, die "belast is met bevoegdheden die de vrijheid van personen ernstig kunnen beperken. Hij moet hierbij bereid zijn om op eigen initiatief te handelen."
De Israëlische militaire techniek van de 'knie in de nek' is de hedendaagse uitdrukking van deze individuele bevoegdheid. Technieken en tactieken om de openbare orde te handhaven en mensen ervan te weerhouden om de orde te verstoren zijn effectief tot het moment dat ze niet meer effectief zijn. En gezien de massa mensen, vooral jongeren - zwart én wit - die de straat opgaan, hebben ze hun effect inmiddels verloren.
Dit is niet het eerste overgangsmoment in de Britse politiek, en het zal ook niet het laatste zijn. Zolang de georganiseerde arbeidersklasse echter geen gemeenschappelijke basis vindt samen met deze beweging, zullen ze zich ieder voor zich ontwikkelen. En tenzij de Labour-partij een gemeenschappelijke taal vindt met deze generatie, verliest ze de legitimiteit en de steun van degenen voor wie elk zwart leven ertoe doet.
Bron: Morning Star, 11 juni 2020, vertaling Frans Willems.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!