Skip navigation
Analyse

Defensie-uitbreiding populair? Ligt eraan hoe je het vraagt

Op de 1 mei-mars in Amsterdam staan mensen achter een banner waarvan zichtbaar is "Tegen oorlog, voor vrede". Daarachter iemand met een bordje waarop staat "May day, may day: workers of the world unite!"
Foto: NCPN

"Brede steun voor defensie-uitbreidingen" kopte de NOS vanochtend, naar aanleiding van een onderzoek dat ze samen met regionale omroepen lieten uitvoeren. Die kopten op hun beurt weer dat Brabanders en Friezen uitbreiding in hun provincie "steunen", dat de meeste Flevolanders daartegen "geen bezwaar" hebben en dat er in Gelderland zelfs "groot draagvlak" is. Online platform Links in het Nieuws concludeerde dat Nederlanders bereid zijn om "ruimte, natuur, klimaat en de verzorgingsstaat op te geven voor wapens in de wijk". Maar is dat wel zo?

Op het eerste gezicht zijn de resultaten inderdaad niet positief voor liefhebbers van vrede, het milieu, pensioenen en andere sociale verworvenheden. Zo vinden vier op de vijf respondenten het goed dat er meer geld naar 'Defensie' gaat en is maar tussen de 11% en 21% principieel tegen de uitbreiding van defensielocaties.

Deels zal dit zeker komen door de toenemende oorlogsdreiging, deels doordat politici, legerleiders en (vaak indirect aan het leger verbonden) experts ruim baan krijgen om hierop te hameren in dezelfde media die dit onderzoek lieten uitvoeren. Maar minstens zo belangrijk is de vraagstelling van het onderzoek, net als de manier waarop de resultaten gerapporteerd worden.

Verdedigen of aanvallen?

Dat begint al bij het gebruik van de term 'Defensie' voor een leger dat de afgelopen honderd jaar maar vijf dagen lang, in 1940, ons grondgebied heeft verdedigd. De realiteit is dat Nederland vooral in het belang van de monopolies vecht en heeft gevochten, wat weinig met defensie te maken heeft. Zo streed het leger decennialang voor het behoud van Indonesië als kolonie, en deed het sinds de Tweede Wereldoorlog mee aan maar liefst 135 buitenlandse missies in landen als Indonesië, Korea, Nieuw-Guinea, Libanon, Irak, Joegoslavië, Afghanistan, Libië en Mali.

Als 40% van de Nederlanders (vanachter hun computer) aangeeft bereid te zijn om te vechten voor de verdediging van hun land, waarvan de helft ook voor een ander NAVO-land, dan zegt dat enkel dat er een bepaalde hoeveelheid steun is voor precies dat: verdediging. Of deze mensen naast hypothetische ook daadwerkelijke activiteiten van het Nederlandse leger steunen, namelijk deelname aan oorlogen die landen in Afrika, Europa en Azië vernietigd achterlaten, blijft echter ongevraagd. Men mag simpelweg aannemen dat de voorgenomen legeruitbreidingen defensief van aard zijn.

Suggestieve vraagstellingen

Op de vraag "Hoeveel vindt u dat de Nederlandse regering moet uitgeven aan Defensie?" krijgen respondenten, na herinnerd te worden aan "de Russische dreiging", maar liefst zes opties voorgeschoteld die een verhoging van het oorlogsbudget inhouden. Geen wonder dat maar 8% de weg naar "Minder dan 2% van het bbp" kon vinden.

Een vergelijkbare truc wordt uitgehaald bij de vraag waar het extra geld vandaan moet komen. Vijf van de acht opties zijn bezuinigingen: op uitkeringen en toeslagen, infrastructuur, politie en justitie, onderwijs of zorg. Hiervan weet alleen de eerste een relatief hoge score van 32% te behalen, waarschijnlijk beïnvloed door de negatieve berichtgeving over zogenaamde 'uitkeringstrekkers'. Het is echter maar de vraag of deze mensen inderdaad vinden dat er op hun zwangerschapsverlof, de ziektewet of huur- of zorgtoeslag gekort mag worden, want de term blijft erg abstract.

Grafiek over hoe Defensie-uitgaven betaald zouden moeten worden

Waar het concreet wordt, zoals bij onderwijs en zorg, valt juist op dat 97% van de mensen tegen bezuiniging is. Laat dat nu juist de richting zijn waarin de heersende klasse kijkt, zoals toen NAVO-topman Mark Rutte vorig jaar voorstelde dat Nederland de oorlogsuitgaven moet betalen vanuit de 27% van het overheidsbudget dat wordt uitgegeven aan pensioenen, gezondheidszorg en sociale zekerheid. Dat had óók de titel kunnen zijn van de berichtgeving vandaag: "Bijna heel Nederland is het oneens met de geplande bezuinigingen voor het verhogen van oorlogsbudgetten".

De andere keuzes betreffen "de staatsschuld laten oplopen" en "meer belastingen". Twee van de meest populaire opties, wellicht omdat het de enige zijn waarvan niet direct duidelijk wordt dat de kosten door de werkende klasse gedragen worden. De ervaring leert echter dat belastingverhogingen zich zeker niet op het kapitaal zullen richten (‘denk om ons vestigingsklimaat!’), en de staatsschuld noemde Marx in Het kapitaal terecht al "het enige deel van de zogenaamde nationale rijkdom dat werkelijk het gemeenschappelijk bezit is van de moderne volkeren". De rentebetalingen op de staatsschuld worden bekostigd uit belastingen, met name uit de meest essentiële middelen van levensonderhoud van de arbeidersklasse.

Al met al moeten we dus concluderen dat er maar één keuze werd gegeven voor mensen die willen dat de rijken hun eigen oorlog betalen: "Anders, namelijk". Misschien is dat waarom de alternatieven die hier zijn ingevuld, nergens terug te vinden zijn.

De strijd voor vrede gaat door

Het mag duidelijk zijn dat Nederland niet zo eensgezind voor militarisering is als dit onderzoek moet doen geloven. Als puntje bij paaltje komt zal legeruitbreiding betaald worden met een uiterst onpopulaire afbraakpolitiek, terwijl de kapitalistische klasse haar vingers aflikt bij het perspectief op oorlogsbuit in de vorm van extra land, grondstoffen en markten. Des te belangrijker is het dus om de strijd tegen bezuinigingen op onderwijs, zorg, pensioenen en sociale zekerheid te koppelen aan de vredesstrijd en solidariteit met Palestina, en andersom.

Wanneer het aankomt op verzet tegen de uitbreiding van legerbasissen, geven respectievelijk 63% en 57% aan dat "geluidsoverlast" en "veiligheid, het kan een potentieel doelwit zijn" redenen zijn om zich daartegen te keren. Daarnaast stellen respectievelijk 84% en 92% dat natuur en woningbouwplannen niet mogen worden opgeofferd. Dit alles zijn belangrijke aanknopingspunten voor het groeiende aantal vredescomités verspreid door het land, om bewoners mee te nemen in de strijd tegen imperialistische oorlogsvoering.

De argumenten vóór uitbreiding, namelijk "een veiligere wereld" en dat iedereen "een steentje bijdraagt", zijn daarentegen goed te bestrijden door het eerlijke verhaal te vertellen over waarom burgerlijke politici, media en legerleiders zich zo op oorlog richten: om bezuinigingen te rechtvaardigen, om nieuwe winstbronnen aan te boren en om arbeiders uit verschillende landen tegen elkaar te laten vechten in plaats van tegen de kapitalistische klasse die hen uitbuit.

Wat zouden mensen vinden van de 5% NAVO-norm als het onderzoek niet sprak over de “Russische dreiging” maar over het feit dat Europa nu al drie keer zoveel aan het leger besteedt als Rusland? Is voor de verdediging meer of minder dan het huidige dubbele aantal tanks, vliegtuigen en boten nodig? Moet de werkende of de kapitalistische klasse opdraaien voor de militarisering? En in wiens belang zijn imperialistische oorlogen eigenlijk? Voor antwoorden op deze en andere vragen moeten we niet bij burgerlijke media en onderzoeksbureaus zijn, maar bij de werkende mensen die het hardst geraakt worden door oorlogsvoering en afbraakpolitiek!

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!