Skip navigation
Verenigd Koninkrijk

Waarom Labour verliest

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van donderdag 10 juni 2021

Placeholder
NCPN

Starmer en zijn adviseurs richten zich tot de werkende klasse als 'patriotten', niet als een economische groep die zich al dan niet achter een progressief beleid wenst te scharen - aldus Nick Wright in de Morning Star.


De lokale verkiezingen in Batley en Spen zijn een spannend moment voor Labour. De uitgaande MP (kamerlid, red.), scenarioschrijver-acteur Tracy Brabin, dankte haar verkiezing aan de sympathie en solidariteit na de moord op haar voorganger Jo Cox door een rechtsextremist, en bouwde onder Corbyn haar stevige basis van ruim 17.500 stemmen uit tot een totaal van haast 30.000 stemmen. Nu zij met een overtuigende meerderheid verkozen is tot burgemeester van West-Yorkshire kan zij niet aanblijven als MP.

Zoals gebruikelijk wordt er gekibbeld over de volgende Labour-kandidaat. Van bovenaf is Cox' zuster, Kim Leadbeater, opgelegd - na inderhaast partijlid te zijn gemaakt en 'geselecteerd' in weerwil van de selectieregels (die stellen dat een kandidaat op een langdurig lidmaatschap kan bogen). Maar het is nog maar de vraag of een Labour-kandidaat überhaupt kans maakt. De chaos die volgde op Starmers mislukte reorganisatie van zijn schaduwkabinet maakt duidelijk dat strategisch denken en tactische flexibiliteit in de kringen rond de Labour-leider nog steeds ver te zoeken zijn.

De getallen voorspellen weinig goeds. In de verkiezingen van 2019 slonk het Labour-aandeel met 12,8 procent tot 22.594 (42%). 12,2 procent viel ten gunste van een plaatselijke Brexit-splinter en Ukip won 3,2%. De getallen moeten flink omhoog, wil Labour voorkomen dat de Tories met de resultaten van hun Brexit-partners aan de haal gaan. Maar de lange nasleep van Labours Brexit-geklungel is niet de enige factor in de kloof tussen de partij en haar achterban in de werkende klasse. Kort gezegd: een substantieel deel van de kiezers ziet geen heil in de huidige bemensing van de partij en ziet, bij afwezigheid van beleidsmaatregelen die aansluiten op hun dagelijkse problematiek, geen aanleiding om naar de stembus te gaan.

Lokale verkiezingen golden vroeger als een gelegenheid om de zittende regering af te straffen voor haar tekortkomingen, maar dat is niet meer zo. Integendeel: lokale kiezers grijpen de gelegenheid aan om de oppositie ervan langs te geven. In de recente YouGov-peilingen staan de Tories op 46 procent, Labour op 28 procent en de Liberal Democrats en de Groenen op een gedeelde derde plaats. Met Starmers persoonlijke populariteit is het niet beter gesteld: gevraagd naar de beste kandidaat voor het premierschap zetten de kiezers hem op 21 procent, achter Johnson. Dit zegt genoeg over de bewering van Starmers achterban, dat elke andere Labour-leider dan Corbyn 20 procent winst zou boeken.

Niet dat Starmer méér is dan het gezicht van de partij: het zijn zijn adviseurs die de agenda bepalen. En die agenda is gevuld met traditionele rechts-sociaaldemocratische ideeën, gekoppeld aan een nieuwe orthodoxie over de veranderende klassenstructuur in het Verenigd Koninkrijk. In plaats van frisse gedachten over de werkelijke problemen van de werkenden wordt een rigide opvatting over deze klasse geprojecteerd die funest is voor Labours populariteit.

Het centrale probleem in dit verval is de zoektocht naar een gulden middenweg die, volgens Starmers adviseurs, kenmerkend is voor de 'nieuwe working class'. Zo betoogt Starmers beleidsfunctionaris Claire Ainsley dat,aangezien het merendeel van de bevolking zich vandaag de dag identificeert als werkende, er niet één partij kan zijn die voor hun gezamenlijke belangen op kan treden: "Groot-Brittannië heeft nog steeds een working class, maar deze is niet meer zoals vroeger: zij is multi-etnisch, veel diverser. Het label working class heeft weinig betekenis meer."

Deze tegenstrijdige gedachte berust op een beperking van het marxistische klassenbegrip tot de eenvoudige aanname dat 'working class' staat voor de traditionele working-class-werkzaamheden in de industriële productie - werkzaamheden die door maar een klein deel van de bevolking uitgevoerd worden.

De 'nieuwe working class' daarentegen bestaat uit iedereen met een klein tot middelgroot inkomen, werkzaam in bijvoorbeeld de dienstensector: retail, catering enzovoort.

Dit gaat volledig voorbij aan het feit dat politiek klassenbewustzijn niet een kwestie is van de positie van werkenden in de klassenstructuur, maar van collectief verzet, ideologie en leiderschap: kortom, een politieke kwestie. Erkenning van dit feit - in de partijtop en in het partijmanifest - was juist de grote kracht achter Labours winst in 2017.

In zijn eerste toespraak als Labour-leider tot de virtuele partijconferentie vroeg Starmer de kiezers die Labour in 2019 de rug hadden toegekeerd om nog eens goed te kijken. 'Wij zijn een nieuwe partijleiding! Wij houden net zoveel van ons land als jullie!' Daarmee bevestigde hij alleen maar de Conservatieve stelling dat Labours overweldigende succes in de verkiezingen en op straat voortkwam uit een gebrek aan vaderlandsliefde.

Dat de inzet van Trident-raketten in het kader van de militair-imperialistische alliantie met de VS en de weigering om kritisch te kijken naar het bloederige slavernij- en koloniseringsverleden nu opnieuw aan de basis van Labours beleidsprogramma staat, is een teken aan de wand. Het is alsof niemand opmerkt dat in Batley en Spen ruim een derde van de bevolking familie heeft in landen waar de verschrikkingen en vernederingen van de koloniale periode nog dagelijks voelbaar zijn. De beeldvorming rond Jo Cox als een martelaar voor links doet niets af aan haar niet-aflatende steun voor militaire interventie: dat ligt niet goed bij de moslims die een vijfde van het plaatselijke electoraat vertegenwoordigen. Steun voor de Palestijnen is in Batley en Spen een constante, met een stevig Labour-aandeel in demonstraties georganiseerd door de 'Vrienden van Al-Aqsa'.

Maar wat de enorme kloof tussen de nieuwe Labourleiding en het volk en de partij nog het beste kenmerkt is het gebruik van het woordje 'wij' in de hierboven aangehaalde uitspraak. Bijna zonder uitzondering stamt de Labour-elite uit milieus die mijlenver van de levens van werkende mensen verwijderd liggen. In honderd jaar is het aantal Labour-MPs met een working-class achtergrond heel sterk gedaald: na WO1 waren 9 van de 10 MPs arbeider; na WO2 was dat 41 procent, in 2005 was het 9 procent.

Het Verenigd Koninkrijk heeft zo'n 150.000 advocaten. In het parlement is 22 procent van de Conservatieve MPs advocaat, 13 procent van de Labour-MPs en 16 procent van de Schotse nationalisten. Ruim 10 miljoen werkenden zijn slechts door 4 op de 100 MPs vertegenwoordigd. Nu ligt de zaak natuurlijk niet zo eenvoudig als het lijkt: de klassenstructuur is namelijk onder invloed van veranderende productie-omstandigheden ingrijpend gewijzigd. Groot-Brittannië telt ongeveer 26,5 miljoen werknemers en ruim 4,5 miljoen zelfstandigen; in de statistieken wordt met haast 1000 baan-categorieëngewerkt. Loop deze lijst eens door - van vuilnisverwerkers (38.0000) tot loodgieters (13.000) en medewerkers in de kinderopvang (ruim 200.000) - en ga dan eens na hoeveel MPs voorafgaand aan hun verkiezing dit werk deden.

Nou zegt een working-class achtergrond natuurlijk niet alles, en er zijn zat voorbeelden van MPs met een andere klasse-achtergrond die zich hebben ingezet voor de arbeidersbeweging. Maar het punt is: een vitale beweging die politieke macht voor de werkenden nastreeft moet voor én door de mensen worden gemaakt waarvan de belangen op het spel staan. Econoom Grace Blakeley stelde onlangs dat klasse minder een kwestie is van je accent, woonplaats, geboorteplaats, school, werk van je ouders: 'Klasse is een sociale relatie die voortkomt uit productie. Óf je beheert de middelen van productie, of je verkoopt je arbeid aan de heersende klasse. In dat laatste geval ben je of een professional met enige zeggenschap en enig aandeel, of een werkende met weinig zeggenschap en aandeel.'

Labour faalt op het gebied van klassenpolitiek. Dit falen ligt primair in het onvermogen van de Labourleiding om te spreken tot de werkenden en om beleid te ontwikkelen dat tegemoet komt aan de werkelijke problemen van werkenden.


Vertaling Christiaan Caspers.

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!