Met haar sneeuwwitte stranden, de turquoise oceaan en de door palmen omzoomde dorpjes gaat de kust van Bali door voor een paradijselijke vakantiebestemming. Maar wat zeer weinigen van de cocktails slurpende strandliggers weten, is dat dit eiland in Oost-Indonesië ooit het toneel was van één van de bruutste misdaden van de 20ste eeuw.
Tussen 1965 en 1966 werd zo'n miljoen (sommige schattingen spreken van 3 miljoen, nvdr) mensen van het land om het leven gebracht, vaak met bijlen en knuppels. Aan de door de regering van de VS gesteunde anticommunistische massamoord wordt tegenwoordig weinig aandacht besteed, omdat die zo 'succesvol' was.
Immers, de geplande vernietiging van onbewapende linksen moest verdere staatsgrepen en massale slachtpartijen over de hele aardbol inspireren en op die manier Washington een beslissende stap dichter bij een triomf in de Koude Oorlog brengen. De Amerikaanse journalist Vincent Bevins gaat in zijn geweldige tot nu toe alleen in het Engels verschenen boek The Jakarta Method dit bijna vergeten hoofdstuk na.
De derde grootste CP van de wereld
In de jaren '50 was de Communistische Partij van Indonesië (PKI) een belangrijke kracht in de Zuid-Oost-Aziatische eilandstaat, waar de antikoloniale hervormer Soekarno president was sinds de onafhankelijkheid van 1945. De PKI had een pragmatische verhouding tot diens regering ingenomen. Aan de ene kant steunde de partij heel wat initiatieven van de 'linksgerichte Derde Wereld nationalist' Soekarno, aan de andere kant volgde zij een zelfstandig beleid. Eind jaren '50 groeide de partij zeer snel, omdat zij veel verbeteringen voor de arme plattelandsbevolking wist te bereiken, strak georganiseerd was en als weinig corrupt gold. In 1965 telde de partij meer dan drie miljoen leden, waarmee zij in grootte de derde communistische partij was na die van de USSR en China.
De PKI, maar ook de linkse nationalist Soekarno, vormden voor de VS een provocatie. Sinds de Tweede Wereldoorlog ging Washingtons buitenlandse politiek steeds meer over tot een agressief interventionisme. In Guatemala en Iran organiseerde de CIA staatsgrepen en verwierf zelfs in Europese landen als Italië en Frankrijk invloed om daar de populaire communistische partijen terug te dringen. Maar Indonesië speelde een heel bijzondere rol: het vierde grootste land van de wereld mocht niet in linkse handen blijven.
Er moest een plan op tafel komen
In 1958 mislukte een eerste door de CIA gesteunde poging tot een staatsgreep. Daarna kwam er een verandering van strategie: de VS steunde de opbouw van een anticommunistisch front onder de militairen. De verhalen, die in de media de ronde deden over samenzweringen, misten hun uitwerking niet: in de kortste keren laaide er een voor het land volledig nieuw, fanatiek anticommunisme op. In 1965 werd de PKI verboden, president Soekarno in feite van zijn macht beroofd en in 1966 werd generaal Soeharto ingezet, die als vazal van de VS beschouwd moet worden. In oktober 1965 begon het massale doden. Honderdduizenden ongewapende mensen waren plotseling vogelvrij. Hun 'misdaad'? Vermeend of daadwerkelijk lidmaatschap van of steun aan de PKI. Zo'n miljoen onschuldige mensen werd binnen zes maanden vermoord,miljoenen anderen in concentratiekampen geïnterneerd, gemarteld en tot dwangarbeid veroordeeld.
De slachtpartijen werden uitgevoerd door veschillende groeperingen - islamitische militia's, paramilitairen - onder de ogen van passief toekijkende, maar vaak ook actief betrokken officiële organen van de veiligheidsdienst. Het moorden kwam zelfs in zo'n sterke stroomversnelling, dat ook doodgewone mensen meededen. De VS keek daarbij niet slechts welwillend toe. De CIA voorzag de Indonesische diensten van lijsten met verdachten, hielp bij het verschaffen van wapens en stelde communicatiemiddelen ter beschikking.
Jakarta was bijna overal
Bevins noemt de gebeurtenissen in Indonesië "een 'tsunami', die elke hoek van de aarde bereikte". Ook in andere regio's werden linkse en progressieve regeringen met behulp van de CIA ten val gebracht en in hun plaats rechtse generaals in het zadel geholpen. Naast Indonesië speelde daarbij voor Washington vooral Brazilië een belangrijke rol. Met behulp van de VS werd daar in 1964 via een militaire putsch de links-nationalistische Joao Goulart uit zijn ambt verwijderd. De anticommunistische legende, die als rechtvaardiging diende, lijkt op de verhalen die nauwelijks een jaar later over Indonesië aan de wereld verteld moesten worden.
Nadat de omverwerping had plaatsgevonden, hadden beide landen nauwe betrekkingen. Braziliaanse en Indonesische officieren werden gemeenschappelijk op VS-bases opgeleid. De Braziliaanse junta sprak intern uitdrukkelijk van een 'operatie Jakarta', van een fysieke vernietiging van het communisme in het land. Dat dit in Brazilië uiteindelijk niet met dezelfde hevigheid in praktijk werd gebracht als in Indonesië, is te danken aan interne geschillen van mening over de richting. Voor de VS waren Indonesië en Brazilië vanwege hun omvang en geostrategische ligging de belangrijkste bruggenhoofden van een anticommunistische alliantie in de 'Derde Wereld'.
Maar ook elders werd dat al gauw overwogen, wat Bevins de 'Methode Jakarta' noemt. Weliswaar was er niet een centraal plan, maar rechtse dictaturen van Zuid-Korea tot Soedan werkten nauw samen, leerden van elkaar en verwezen steeds weer naar de horror in Indonesië. Met jarenlang onderzoek is het Bevins, die o.a. lang als Brazilië-correspondent voor de 'Los Angeles Times' heeft gewerkt, gelukt te bewijzen, dat er in minstens 22 landen plannen bestonden tot regelrechte anticommunistische vernietigingsprogramma's onder de regie van Washington en dat men in minstens elf van deze plannen rechtstreeks naar Indonesië verwees.
Vooral in Latijns-Amerika werden met behulp van de VS tienduizenden linksen, hervormers en inheemsen vervolgd, vermoord of verbannen. Als ideologische inkadering deed ook hier een fanatiek anticommunisme dienst. Volgens Bevins' onderzoek werd in 1966 de tactiek van de tegenwoordig spreekwoordelijk geworden 'verdwijningen' vanuit Indonesië in Guatemala geïmporteerd, waar deze tactiek een belangrijke rol in de staatsterreur speelde. In Chili spoten rechtsradicale terreurgroepen als dreigement het woord 'Jakarta' op huizen, waarin linkse mensen woonden. Ook daar noemde het regime zijn plan tot systematisch uitmoorden van de volgelingen van de in 1973 met een putsch verdreven Salvador Allende intern 'operatie Jakarta'. Net zoals ook generalen van de Argentijnse staatsgreepregering na 1976 een voorbeeld zagen in de massamoord in Zuid-Oost-Azië.
Allende, Goulart of Soekarno waren populaire hervormers, die via een democratische weg veranderingen tot stand probeerden te brengen. Ook de PKI in Indonesië was er niet voor zich gewelddadig van de macht meester te maken,maar vormde een bedreiging voor de VS, omdat zij geliefd was, goed georganiseerd en veel invloed had. De toenmalige vicepresident Richard Nixon gaf ooit heel onverholen toe, dat in Indonesië democratische procedures afgewezen moesten worden, omdat "de communisten bij een verkiezing waarschijnlijk niet verslagen kunnen worden".
Deze staatsgrepen kwamen voor hun slachtoffers meestal abrupt en onvoorbereid. En ze hadden desastreuze gevolgen: voor velen vormden zij het overtuigende bewijs dat ongewapende democratische politici onder de hegemonie van de VS tot mislukking gedoemd zijn. Vele linksen grepen naar de wapenen om een 'tweede Jakarta' te verhinderen. De pas ontstane guerillabewegingen gooiden nog meer kolen op het vuur van de rechtse staatsterreur.
Het eurocentrische geweten
De brute staatsgrepen en massamoorden in het globale Zuiden bepaalden echter ook de parameters voor de huidige globale wereldorde. Zij bevroren op vele plaatsen de sociale ontwikkeling, verschaften de VS geostrategische voordelen tegenover de USSR en consolideerden kapitalistische verhoudingen. Zo werd de door de Braziliaanse hervormer Goulart nagestreefde landhervorming door de putsch abrupt opgeschort en tot op heden niet in praktijk gebracht. Met Jair Bolsonaro wordt het grootste land van Latijns-Amerika op het ogenblik door een notoire anticommunist en ex-militair geregeerd, die de folteraars van de dictatuur als voorbeelden noemt en onverbloemd de executie van linksen eist. Met de putsch in Chili werd alle hoop op een vermindering van de extreme ongelijkheid begraven en het land als een soort laboratorium van het globale neoliberalisme op een radicale marktkoers getrimd. De verwerping van dit model leidt tot op heden regelmatig tot massale protesten.
In Indonesië, het toneel van de allerbruutste van deze slachtpartijen, vestigden zich na de val van Soekarno honderden bedrijven van de VS. Slechts enkele dagen na de putsch bijvoorbeeld drong de mijnfirma Freeport tot in de jungle van West-Nieuw-Guinea door. Nu staat daar de grootste goudmijn ter wereld, de Grasbergmijn. Het anticommunisme is sinds die duistere dagen tussen 1965 en 1966 staatsdoctrine, bijna een nationale godsdienst. Nooit is de massamoord behandeld.
De slachtoffers en hun familieleden werden niet gerehabiliteerd, noch kregen zij schadevergoeding. Er is nooit sprake geweest van een verontschuldiging. Bevins komt tot een meedogenloos oordeel: onze westerse kapitalistische wereldorde is op bloed gebouwd. En de omstandigheid dat in het Westen nauwelijks iemand aangedaan is door dit spoor van bloed, terwijl elk jaar opnieuw de bijna gelijktijdige onderdrukking van de zogeheten 'Praagse Lente' uitbundig herdacht wordt, laat duidelijk zien hoe eurocentrisch het liberale geweten is.
* Nikias Franzen, in: Rotfuchs, Tribüne für Kommunisten, Sozialisten und andere Linke, april 2021
Bron: ND, 30/31.2.2021, blz. 18, vertaald uit het Duits door A.I.
Vincent Bevins: The Jakarta Method. Washingtons Anticommunist Crusade and the Mass Murder Program that shaped Our World.
Public Affairs, 285 pp. 19,90 dollar plus verzendkosten.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!