Skip navigation
Socialisme

Het belang van de kritische beoordeling van de socialistische opbouw in de 20e eeuw

Foto: RIA Novosti / CC-BY-SA 3.0

Hieronder publiceren we een artikel dat uitgebreid ingaat op het belang van een kritische beoordeling van de socialistische opbouw in de 20ste eeuw voor de arbeidersbeweging. Daarin worden diverse strategische kwesties belicht.

Het gaat om een wat ouder artikel uit 2011 van Aleka Papariga, toenmalig algemeen secretaris van het Centraal Comité van de Communistische Partij van Griekenland (KKE), geschreven voor de International Communist Review. Het artikel is eerder gepubliceerd in Manifest (in 2014). We publiceren het nu opnieuw, met enkele correcties, in het kader van de studie die de NCPN momenteel doet naar de socialistische opbouw.

Het eerste gedeelte van het artikel is vooral interessant uit historisch oogpunt. Het geeft een goede indruk van de vragen en problemen die in de communistische beweging speelden na de contrarevolutie in de Sovjet-Unie. Het schetst ook de crisis die de KKE indertijd doormaakte en de ideologische strijd die toen plaatsvond, net als in heel veel andere communistische partijen (in Nederland leidde het zelfs tot de opheffing van de CPN, die al eerder het marxisme-leninisme had afgeworpen).

Maar het gaat ook in op het besluit van de KKE begin jaren ’90 om collectief als partij onderzoek te doen naar de oorzaken van de contrarevolutie, met als mijlpalen de partijconferentie in 1995 en 18e Congres van de KKE in 2009. Die inspanningen waren ook belangrijk voor de internationale communistische beweging, die zich in een diepe crisis bevond na de contrarevoluties. In deze historische schets komt het belang van een kritische beoordeling van de socialistische opbouw in de 20e eeuw, om de arbeidersbeweging perspectief te bieden voor een effectieve tegenaanval, sterk naar voren.

Vervolgens gaat het artikel dieper in op een reeks kwesties van strategie die verbonden zijn aan het vraagstuk van de opvatting die een partij vormt over het socialisme. Het laat zien hoe de beoordeling van de socialistische opbouw in de 20ste eeuw van groot belang is om als communistische partij een vruchtbare strategie uit te werken.

Het belang van de kritische beoordeling van de socialistische opbouw in de 20e eeuw voor de versterking van de arbeidersbeweging en voor een effectieve tegenaanval

Aleka Papariga

Ons 18e congres besteedde, naast het vereiste overzicht van onze werkzaamheden, speciale aandacht aan onze conclusies en bevindingen over de socialistische opbouw. Toen wij dat onderwerp bekendmaakten vroegen meerdere van onze vrienden zich af of het wel raadzaam was om je, onder de huidige omstandigheden, terwijl de tekenen van de nieuwe economische kapitalistische crisis al zichtbaar werden op internationaal niveau, te richten op zo'n belangrijk onderwerp. In hun ogen stond dat niet bovenaan de agenda.

Het is natuurlijk overbodig om jullie te herinneren aan de reacties die de bekendmaking opriepen in de burgerlijke pers: ironische en bittere commentaren van bekende journalisten, die zich ergerden aan ons besluit om met dit onderwerp aan de slag te gaan, omdat ze op voorhand al wisten waarom we die beslissing hadden genomen. Vanuit hun standpunt gezien is hun reactie begrijpelijk, ze hebben een goed instinct, zij pikken alles op dat kracht en dynamiek kan geven aan de revolutionaire beweging.

Vanaf het allereerste begin dat we ons realiseerden dat het beruchte verloop van de Perestrojka niets anders was dan het begin van de contrarevolutie en de tijdelijke nederlaag van het socialistisch systeem, begrepen we dat we de last moesten dragen van het geven van antwoorden aan alle progressieve mensen, inclusief onszelf, die zich redelijkerwijs afvroegen wat er gebeurd was.

Des te meer omdat nu was bewezen dat we op geen enkele manier waren voorbereid op zo'n tragische ontwikkeling. We hadden het niet voorzien. En, helaas, hadden we niet de juiste reflexen om erop te reageren, zelfs niet vlak voor het naar beneden halen van de rode vlag van het Kremlin. Natuurlijk was onze partij niet aan de macht en had daardoor geen enkele directe verantwoordelijkheid voor de socialistische opbouw. Niettemin was ons standpunt, dat wij onze partij beschouwden als een onderdeel van het probleem, volkomen juist. De contrarevolutionaire storm had overigens effect op alle communistische partijen. Het veroorzaakte interne crises, afsplitsingen, complete transformaties van sommige partijen, verwarring en zelfs existentiële vragen.

Crisis in de partij

Tijdens de eerste periode die het lot van het socialisme in de USSR bepaalde, namelijk van 1989 tot 1991, kwam de KKE in een diepe ideologische, politieke en organisatorische crisis terecht. Die crisis leidde tot een splitsing, waarbij een aanzienlijk aantal leden van het Centraal Comité, aangevoerd door de (toenmalige, red.) algemeen secretaris van het Centraal Comité, de partij verliet. Feitelijk steunden zij de historische veroordeling van de revolutionaire beweging en het verloop van de socialistische opbouw. Zij steunden de transformatie van de partij in een linkse, opportunistische partij, die opgaat binnen een linkse alliantie, die zichzelf zou beperken tot slechts bepaalde hervormingen, de besturing van het systeem (een groot deel van deze mensen zijn later opgegaan in Syriza, red.).

De crisis bracht aan het licht dat er binnen de leiding van de partij een sterke opportunistische stroming was ontstaan, die de goedkeuring had van het burgerlijke politieke systeem. De crisis die de KKE doormaakte was niet alleen een geïmporteerde crisis, van buiten naar binnen. We hebben die crisis nooit alleen maar toegeschreven aan de overwinning van de contrarevolutie en de impact daarvan op de partij. De internationale ontwikkelingen versnelden zeker het ontstaan van de crisis, maar bepaalden bovenal de omvang van de verliezen die daaruit volgden, in de zin dat de verbittering die veroorzaakt werd door het plotselinge ontstaan van de enorme terugval het voor duizenden communisten moeilijk maakte om vanaf het eerste moment de aard van de crisis in de partij onder ogen te zien, wat leidde tot hun demobilisatie.

De leden van het Centraal Comité die een actieve rol speelden in het overwinnen van de crisis, of zich in de loop van de crisis, soms pas op het nippertje, realiseerden dat zij een nog actievere rol moesten gaan spelen, moeten nooit vergeten dat wij de verplichting hadden om het probleem duidelijk te schetsen voor de leden van de partij, en om debat en strijd te stimuleren binnen de partij, waaraan alle leden van de partij kunnen deelnemen en zo een ware meerderheid kunnen vormen. Dit wordt ingegeven door de statuten van onze partij, die uitgaan van democratisch-centralisme en de voorwaarden garanderen voor democratie binnen de partij. Als de breuk in de partijleiding voortkomt uit problemen met betrekking tot strategie of zelfs zaken die letterlijk gaan over het voortbestaan van de partij, dan kan het vraagstuk niet worden opgelost door het leidende partijorgaan zelf. Het probleem wordt dan enkel verborgen, terwijl het wel bestaat en zelfs letterlijk de partij kan opblazen.

Onvermijdelijke scheuring

Onder zulke omstandigheden zijn scheuringen onvermijdelijk. In algemene en abstracte zin is een scheuring of splitsing geen tragische ontwikkeling. Uiteindelijk leidt het tot de verdrijving uit de revolutionaire partij van al die krachten, in het bijzonder binnen de kaderleden, die hebben gekozen voor de weg van compromissen, die ervoor hebben gekozen mee te spelen met de spelregels van het burgerlijke politieke systeem. In zulke gevallen leiden afsplitsingen tot de noodzakelijke zuivering, waarbij wel eerst alle mogelijkheden moeten zijn geprobeerd en er geen andere optie meer over is.

Als we op tijd op die manier hadden gehandeld, zonder de onterechte angst voor een afsplitsing (onder de specifieke omstandigheden op zowel nationaal als internationaal niveau), dan zouden veel leden en een aantal kaders niet van de juiste weg zijn afgeraakt, zij zouden niet gedemobiliseerd zijn tijdens zo'n kritieke periode voor de volksbeweging in het algemeen.

Onder de omstandigheden van socialisme bewijst rechts-opportunisme opnieuw een contrarevolutionaire kracht te zijn, een kracht die de revolutionaire communistische beweging uiteendrijft. Als die kracht niet op tijd wordt aangepakt, als het wordt onderschat, dan kan het een vernietigende slag slaan en de communistische beweging tientallen jaren terug in de tijd duwen.

De periode 1989-1991 was een van de zwaarste periodes voor onze partij, zelfs in vergelijking met de periode van illegaliteit of de nederlaag in de burgeroorlog 1946-1949. De reden daarvoor is dat deze twee laatst genoemde periodes gekenmerkt werden door de opkomst van de communistische beweging, de opbouw van het socialistische systeem in Europa en de verbetering van de internationale machtsverhoudingen. Daardoor konden de problemen en nederlaag in één land niet zo'n diepe commotie en teleurstelling teweegbrengen.

Het lukte de KKE uiteindelijk om relatief op tijd haar weg weer te vinden, verhoudingsgewijs uiteraard. De KKE kreeg het voor elkaar om de crisis te overwinnen, om op eigen benen te staan en een goede reputatie en invloed onder de bevolking te verkrijgen, zelfs tijdens die periode dat alle tekenen tegen ons waren.

De klassenvijand omarmde de kaderleden die de partij hadden verlaten met al hun middelen en op alle mogelijke manieren, waarbij zij hen systematisch hielpen en tegelijkertijd een openlijke anticommunistische campagne startten tegen de KKE, gebruikmakend van alle ideologische en politieke middelen en tevens de meest verachtelijke laster.

De ontwikkeling van sommige verwante communistische partijen, waar de interne crisis niet aan de oppervlakte kwam, laat zien dat zij uiteindelijk avonturen niet wisten te vermijden. Sommige van hen kozen ervoor het probleem van de overwinning van de contrarevolutie te negeren, uit angst voor een mogelijke of zekere splitsing in hun partij, en stortten zich in de dagelijkse strijd voor het oplossen van actuele, primaire problemen, zonder echter hun programma te vernieuwen na de enorme negatieve veranderingen in de wereld.

Ongeacht hun wensen en verlangens, ongeacht hun bedoelingen (die natuurlijk, in sommige gevallen, niet allemaal onschuldig waren) kregen zij in de loop van de tijd problemen die nog voortduren, omdat ze zijn blootgesteld aan grote en onoverbrugbare tegenstellingen. Een communistische partij kan zich niet bezighouden met de directe, dagelijkse problemen, laat staan problemen op middellange termijn, als zij niet ook een duidelijke lijn uitzet in de richting van het socialisme.

Als die lijn er niet is dan wordt het een reis zonder vooruitzicht, die uiteindelijk leidt tot assimilatie, de aanpassing van de partij aan het overkomen van de moeilijkheden die je tegenkomt bij de strijd voor de acute problemen van vandaag de dag.

Tegenwoordig, twintig jaar na de scheuring die ontstond onder de omstandigheden van een wereldwijde nederlaag van de revolutionaire beweging (tijdelijk, maar diep en met consequenties op lange termijn), heeft de KKE zich organisatorisch, ideologisch en politiek gehergroepeerd. De partij heeft een groeiende politieke invloed, speelt een belangrijke rol in de klassenstrijd in ons land en levert inspanningen voor de hergroepering van de internationale communistische beweging.

Het gevaar van opportunisme in de arbeidersbeweging

Aan de andere kant is het de politieke organisatie van het opportunisme, ondanks de steun die ze krijgen, niet gelukt om hun politieke invloed te vergroten. Het georganiseerde opportunisme heeft te lijden onder interne geschillen over zijn tactieken, het is steeds op zoek naar 'vernieuwing' en heeft voornamelijk aantrekkingskracht op een aantal goed betaalde segmenten onder de ambtenaren en hooggeplaatste intellectuelen.

We onderschatten de opportunisten niet. Onze strijd omvat ook een stevig ideologisch en politiek front tegen opportunistische opvattingen. Onder de omstandigheden van het imperialisme, kunnen opportunistische opvattingen sterker worden en opkomende radicale sentimenten, die aan daadkracht winnen onder de omstandigheden van de kapitalistische economische crisis, kunnen vergiftigen.

Zelfs indien het geen eigen organisatie heeft, is het opportunisme gevaarlijk en destructief. Het opportunisme is altijd gevaarlijk, zowel in periodes van verval van de beweging als tijdens de tegenaanval, als gevolg van zijn relatie met de sociaaldemocratie, als een speciale tak van de ideologie van de bourgeoisie. Daarom worden opportunistische ideeën ook geaccepteerd in liberale en sociaaldemocratische partijen, zelfs als die partijen de politieke vertegenwoordigers van die opportunistische ideeën bekritiseren. Dit gebeurd in het bijzonder wanneer ze openlijk, niet verborgen bondgenoten zoeken. Als liberalen en sociaaldemocraten het hoofd moeten bieden aan revolutionaire communistische partijen, dan hebben zij opportunisten nodig voor ideeën of als aanhangers van partijen die dienst kunnen doen als obstakel voor de massabeweging. Opportunisten zijn altijd nuttig voor het systeem. Zowel het verleden als de recente geschiedenis van de beweging in Griekenland biedt vele voorbeelden daarvan.

Het besluit om de socialistische opbouw te onderzoeken

Vanaf het allereerste moment dat de ideologisch-politieke eenheid in de KKE was hersteld, eind 1991, realiseerden we ons dat de versterking van de KKE en haar invloed op sociaal-politieke ontwikkelingen onmogelijk zouden zijn als we niet in staat waren antwoorden te formuleren met betrekking tot objectieve en subjectieve oorzaken van de overwinning van de contrarevolutie. We moesten conclusies trekken. En bovenal waren we de werkende klasse van ons land een antwoord schuldig op de vraag of onze keuze om het socialisme, de Oktoberrevolutie en de Sovjet-Unie te verdedigen de juiste keuze was of niet.

Wij vergeten niet dat duizenden Griekse communisten zijn vermoord, geëxecuteerd, omdat zij er niet voor kozen hun leven te redden door een verklaring te ondertekenen waarin de CPSU, de USSR en Stalin werden veroordeeld. Wij moesten onze verantwoordelijkheid nemen om een antwoord te geven op de duizenden vragen die werden gesteld, door zowel de leden van de partij, de KNE (Communistische Jeugd van Griekenland, jongerenorganisatie van de KKE, red.), de vrienden en sympathisanten van de partij als door goedbedoelende mensen.

Wij hebben ons altijd een integraal onderdeel gevoeld van de internationale communistische beweging, die een aandeel heeft in zowel de positieve als de negatieve aspecten daarvan. We wisten dat het een moeilijke en verantwoordelijke taak was om antwoorden te formuleren op een onderwerp van wereldbelang, zeker gezien het feit dat het aanvankelijk niet mogelijk was om samen te werken met de communistische partijen van de voormalige socialistische landen, omdat zij uiteen waren gevallen of getransformeerd.

We bouwden relaties op met nieuwe communistische partijen die in die landen werden opgericht en ook met marxistische wetenschappers. We slaagden erin om een behoorlijke hoeveelheid materiaal te verzamelen van de discussies die waren gevoerd binnen de CPSU en de wetenschappelijke instituten van de SU, van de verschillende visies op het verloop van de socialistische opbouw, in het bijzonder na de Tweede Wereldoorlog. Tegelijkertijd koppelden we dat vraagstuk aan de internationale omstandigheden, de internationale machtsverhoudingen en de situatie van dat moment binnen de internationale communistische beweging.

Nu we daarop terugkijken, nadat een aanzienlijke tijdsperiode is verstreken sinds 1991, realiseren we ons hoe gunstig en cruciaal onze keuze was om ons onderzoek niet alleen te richten op de laatste periode van de opbouw van het socialisme maar op het hele verloop vanaf het begin, vanaf de overwinning van de Oktoberrevolutie, nadat we op ons Congres hadden vastgesteld dat we niet te maken hadden met een ineenstorting maar met een contrarevolutie die de perestrojka als vehikel gebruikte.

Het was echt een moedige beslissing, want we wisten dat het een enorme taak zou zijn. We moesten een wetenschappelijk onderzoek doen, niet zomaar een oppervlakkige of emotionele benadering, naar het totale verloop van de socialistische opbouw op het terrein van de socialistische productieverhoudingen en economie, en niet alleen op het niveau van de politieke bovenbouw, zoals de meeste partijen wel deden.

We realiseerden ons dat we het totale verloop moesten onderzoeken van de ongekende opgave van de socialistische opbouw, want het was onmogelijk voor de grondleggers van het wetenschappelijk socialisme en communisme om de vooruitgang van de socialistische opbouw te voorspellen en de nieuwe problemen die dat met zich mee zou brengen. Ons besluit om te beginnen bij de oorsprong van die ontwikkeling, ons bewustzijn dat de contrarevolutie niet alleen het resultaat was van externe factoren maar ook haar wortels had in de socialistische landen zelf, leidde ons niet naar de verwerping van het socialisme dat was opgebouwd. Vanaf het allereerste moment onderstreepten we de superioriteit van dat socialisme, zijn grote, waardevolle en onvervangbare bijdrage aan de internationale ontwikkelingen, aan de strijd van de werkende klasse en de volkeren. Ons onderzoek bevestigde en consolideerde de bijdrage van het socialistische systeem, geleid door het land waar het socialisme voor de eerste keer in de geschiedenis werd opgebouwd, de Sovjet-Unie.

Partijconferentie over de socialistische opbouw in 1995

In 1995, nadat we de opvattingen en commentaren hadden bestudeerd van de communistische partijen waar we op internationaal niveau relaties mee hadden, organiseerden we een nationale partijconferentie, voorafgegaan door een interne partijdiscussie. Tijdens die conferentie werd gediscussieerd en gestemd over een document met de eerste conclusies over de objectieve en subjectieve oorzaken van de contrarevolutie.

Uiteraard bleven in dat document veel vragen over de socialistische economie en bovenbouw onbeantwoord. Niettemin leverde het document ons essentieel materiaal waarmee het voor ons mogelijk werd om op een offensieve manier de marxistisch-leninistische theorie te verdedigen en de theorie van het wetenschappelijk socialisme in het algemeen. We legden op kritische wijze de nadruk op fouten die waren gemaakt, de basis op grond waarvan die fouten zich konden ontwikkelen en de manier waarop foute inschattingen en keuzes de weg vrijmaakten voor de opportunistische afwijking.

Het betreffende document was voornamelijk gebaseerd op het materiaal van de socialistische opbouw in de USSR. Dat wil niet zeggen dat ons onderzoek niet ook over de andere socialistische landen ging, maar het was praktisch gezien makkelijker ons te focussen op het eerste land dat de ervaring van de opbouw van het socialisme leverde. De resolutie uit 1995 verschafte ons het uitgangspunt dat het socialisme daadwerkelijk was opgebouwd, als tegenhanger van de opvatting dat er in de USSR sprake was van staatskapitalisme en arbeidersbureaucratie. De resolutie verschafte ons ook de opvatting dat de contrarevolutie was begonnen aan de top, bij de groeperingen die aan de macht waren. We concludeerden dat het 20e Congres van de CPSU (1956, red.) een keerpunt betekende voor de versterking van de contrarevolutionaire krachten, gevolgd door de opeenvolgende economische hervormingen in 1965.

Verdieping in aanloop naar het 18e Congres

Na 1995 begonnen we aan een nieuwe periode van diepgaander studie van de socialistische opbouw. Daarbij maakten we gebruik van veel meer materiaal dan voorheen. We versterkten de samenwerking met zowel communistische wetenschappers uit landen die het socialisme hadden opgebouwd als met communistische partijen. We organiseerden conferenties en reizen en maakten gebruik van uitgebreid materiaal dat met steun van marxistische wetenschappers werd vertaald.

Gedurende een lange periode werkte het Centraal Comité aan een nieuw, meer omvattend document, dat zich vooral richtte op de socialistische productieverhoudingen, op het terrein van de socialistische economie. Dat resulteerde in 2008 in een ontwerpdocument, waarover twee grote discussierondes binnen de partij werden georganiseerd tot op het niveau van de basisorganisatie van de partij en de KNE.

We verzamelden commentaren, vragen en ook de opvattingen waarin andere standpunten werden verwoord, die werden verwerkt in een document dat apart werd geagendeerd op het 18e Congres van onze partij, dat plaatsvond in februari 2009. De ontwerptekst van onze uiteenzetting werd naar alle communistische partijen waarmee we relaties hadden gestuurd en we hebben hen gevraagd hun commentaar en reflecties te geven.

We waren ons ervan bewust dat een document over zo'n belangrijke zaak, dat het karakter en de strategie van de partij mede bepaalt, niet alleen een document van het Centraal Comité mag zijn, maar goedgekeurd moet worden door het Congres van onze partij. De discussie binnen de partij en de KNE luidde een nieuwe periode in van onze werking. Het veranderde in grote mate de sfeer in en rond onze partij, binnen de KNE, onder jongeren die zich interesseerden voor onze partij en een anticommunistische 'storm' meemaakten. Jongeren die ofwel vlak voor de Perestrojka of na de omverwerping van het socialisme zijn geboren zijn kwetsbaarder voor reactionaire, onwetenschappelijke propaganda.

De discussie in voorbereiding van het congres creëerde een sfeer van vertrouwen dat de KKE in staat is om moedig en dapper belangrijke theoretische vraagstukken te onderzoeken. Dat we in staat zijn een zelfkritische houding in te nemen. Dat we kunne omgaan met kritiek zonder de toevlucht te nemen tot het nihilisme en zonder die kritiek tot vervelens toe te bestempelen als 'fouten'. Dat we daarbij de klassenvijand en het opportunisme geen kans geven om die informatie en kritiek te gebruiken ten koste van de beweging.

Zoals besproken tijdens ons 18e Congres, zijn burgerlijke polemieken tegen de communistische beweging, die vaak de vorm hebben van intellectueel elitarisme, gericht tegen de revolutionaire kern van de beweging van de werkende klasse. De polemieken bestrijden de noodzaak van revolutie en haar politieke uitkomst, de dictatuur van het proletariaat, de staatsmacht van de revolutionaire arbeidersklasse. De polemieken keren zich in het bijzonder ook tegen de opbrengst van de eerste zegevierende revolutie, de Oktoberrevolutie in Rusland. Er wordt fel geageerd tegen elke fase waarin de revolutie contrarevolutionaire activiteiten en opportunistische barrières blootlegde en bestreed. Opportunistische barrières die uiteindelijk, direct of indirect, de revolutie verzwakten, zowel op sociaal als politiek terrein.

Geen tussenstadium tussen kapitalisme en socialisme

Tegenwoordig, in de moderne kapitalistische maatschappijen, in de maatschappijen van het monopoliekapitalisme, zijn de materiële voorwaarden voor de overgang naar socialisme en communisme grotendeels ontwikkeld. Er is namelijk een concentratie van de productie en er is een arbeidersklasse. De ongelijkmatige ontwikkeling van die voorwaarden in verschillende landen is een belangrijk element voor de duiding van de strategische taken per land, bijvoorbeeld bondgenootschapspolitiek, en de voorspelling van de keten van gebeurtenissen die de verscherping van de tegenstellingen kan versnellen.

Ongelijkmatige ontwikkeling tussen landen mag echter niet gebruikt worden om een andere strategische doelstelling te rechtvaardigen, namelijk een staatsmacht anders dan de staatsmacht van de arbeidersklasse, de dictatuur van het proletariaat. Het rechtvaardigt niet het nastreven van een tussenmacht of overgangsmacht, tussen de kapitalistische macht en de staatsmacht van de arbeiders. Het klassenkarakter van de dictatuur van het proletariaat, dat de communistische partij nastreeft, is een gegeven. Om dat uiteindelijke doel te bereiken moet de partij natuurlijk een bondgenootschapspolitiek nastreven en de partij moet daarbij wel manoeuvreren om voldoende krachten te verzamelen en voor te bereiden.

Dit standpunt van de KKE komt tot uiting in haar aanpak in het anti-imperialistisch en antimonopolistisch democratisch front, als een alliantie van de werkende klasse met de kleine en middelgrote boeren en kleine zelfstandigen (tegenwoordig spreekt de KKE van een maatschappelijk bondgenootschap, red.). De Communistische Partij moet echter niet de strategische aanpak voor het verzamelen van krachten verwarren met haar strategische doel. De partij moet niet haar onafhankelijke, ideologisch-politieke positie opgeven, haar organisatorische onafhankelijkheid, vanwege haar deelname in de verschillende soorten organisaties van dat bondgenootschap. De KKE heeft dergelijke fouten gemaakt in het verleden. We hebben daaruit collectief conclusies getrokken die naar onze mening internationaal relevant zijn.

Ongelijkmatige ontwikkeling betekent ongelijkmatige politieke en sociale ontwikkeling. Het betekent dat in een land of een groep van landen, die onder bepaalde omstandigheden een ‘zwakke schakel’ in het imperialistische systeem kunnen zijn, de voorwaarden voor een revolutionaire situatie relatief eerder verschijnen. Dit is vandaag de dag van bijzonder belang, nu grote ontwikkelingen en herverdelingen plaatsvinden binnen het kapitalistisch systeem en de tegenstellingen zich verscherpen, zowel binnen de landen als in het imperialistisch systeem zelf. Wij zien het als de nationale plicht van elke communistische partij en de werkende klasse van elk land om bij te dragen aan de internationale klassenstrijd, door succesvol gebruik te maken van de nationale crisis in eigen land voor de destabilisatie en uiteindelijke omverwerping van de macht van de bourgeoisie, voor de verovering van de macht en de socialistische opbouw.

Hervorming of revolutie?

In het programma van onze partij, dat is geformuleerd tijdens het 15e Congres, verklaren we dat de komende revolutie in Griekenland een socialistische revolutie zal zijn (inmiddels heeft de KKE op het 19e Congres het partijprogramma herzien, maar deze passage staat ook in het huidige programma, red.).

Ongeacht de grootte van het land, zijn positie in het internationale imperialistische systeem en tot welk continent het land behoort, gaan wij ervan uit dat in de nieuwe maatschappij de socialistische verhoudingen die worden gevormd door de revolutionaire staatsmacht van de arbeiders dezelfde karakteristieken hebben. Wij zijn het niet eens met de visies die wetmatigheden ontkrachten door het hebben over verschillende 'modellen’ van socialisme of 'nationale eigenaardigheden'. De realiteit van elke maatschappij, zoals onder meer de omvang van de agrarische bevolking en het niveau van de productiemiddelen, doen niets af aan de algemene tendensen en principes.

Een andere cruciale opgave is het vormen van een eenduidige opvatting over een fundamenteel vraagstuk, namelijk of nieuwe socialistische verhoudingen voort kunnen komen uit hervormingen, zonder complete confrontatie met en omverwerping van de macht en instituties van de bourgeoisie. Ondanks dat dit vraagstuk al is afgehandeld, zowel theoretisch als in de praktijk, steekt het weer de kop op en zet de communistische partijen onder druk die verklaren dat zij het marxisme-leninisme aanhangen. Het is een fundamentele kwestie voor de strategie van de communistische beweging.

In onze opvatting is die confrontatie met de instituties van de bourgeoisie een onlosmakelijk onderdeel van de acties van de arbeiders en de volksmassa's tijdens een revolutionaire situatie, net zolang tot die instituties zijn afgebroken en er nieuwe organen zijn gevormd voor de staatsmacht van de arbeiders. Alleen op die manier kan de bourgeoisie haar politieke macht en heerschappij kwijtraken. Alleen op die manier kunnen we het verzet van de bourgeoisie breken, want zij zal haar macht nooit en nergens vrijwillig opgeven. Het concept van de socialistische revolutie beperkt zich niet tot de omverwerping van de macht van de bourgeoisie, maar behelst de volledige strijd voor de consolidatie en dominantie van de communistische verhoudingen, tot aan het volledig verdwijnen van klassen.

Socialisme als eerste fase van het communisme

Een van onze belangrijkste conclusies van het besluit van het 18e Congres is het onderstrepen van de aard van de socialistische maatschappij als een onontwikkelde vorm, als een beginstadium van de communistische maatschappij. We hebben gezien dat, ondanks dat Marx, Engels en Lenin een helder theoretisch standpunt hadden over de aard van het socialisme, dit standpunt in de praktijk werd geïnterpreteerd alsof het socialisme als een volmaakte, aparte maatschappij werd beschouwd, waarvan de ontwikkeling uiteindelijk tot het communisme zou leiden.

Ongeacht de intenties, vormde deze willekeurige opdeling van de communistische maatschappij in socialistische en communistische maatschappijen de basis voor de versterking van opportunistische opvattingen, zowel met betrekking tot de socialistische productieverhoudingen als met betrekking tot de bovenbouw. Het ondermijnde het karakter van de dictatuur van het proletariaat en van de communistische partij als een ideologische en politieke voorhoede van de werkende klasse tijdens de opbouw en ontwikkeling van de nieuwe maatschappij. Het ondermijnde het karakter van de centrale planning, de planning op nationaal niveau, en leidde uiteindelijk tot de verzwakking van de socialistische productieverhoudingen, in plaats van die te versterken.

Op basis daarvan kunnen we de toename van de invloed van de contrarevolutionaire krachten op de politieke bovenbouw verklaren. In navolging van de theorie van het marxisme-leninisme gaat onze partij er vanuit dat het socialisme een nog niet volwassen vorm van communisme is, het lagere stadium van de communistische maatschappij, namelijk communisme dat net uit de krochten van het kapitalisme is gekropen en dat nog voortbouwt op de economisch-technische basis die het heeft geërfd van het kapitalisme.

Niettemin zijn de belangrijkste wetmatigheden van de communistische samenleving al geldig in het socialisme: de vermaatschappelijking van de geconcentreerde productiemiddelen, de uitbreiding van de reproductie bedoeld om te voldoen aan de sociale behoeften, de centrale planning, de arbeiderscontrole en een bepaald niveau van de distributie al naargelang de behoeften (zoals onderwijs, gezondheidszorg enzovoort). Als gevolg van het zeer onvolwassen karakter van het socialisme wordt een deel van de sociale productie (dat deel bedoeld voor individuele consumptie) verdeeld volgens het principe van verdeling aan ieder naar diens arbeid.

Waren- en geldverhoudingen in de socialistische opbouw

We houden rekening met de theoretische strijd in de USSR en we zetten ons onderzoek op dit terrein voort. Onze partij is echter van mening dat de opvatting en politiek die de waardetheorie beschouwt als de basis voor de verdeling van de sociale productie, een schending is van de socialistische verhoudingen. De specifieke, tijdelijke keuze om een hogere vergoeding toe te kennen aan gespecialiseerde en leidinggevende arbeid is een andere kwestie. In het socialisme is de enige 'maat' voor arbeid de arbeidstijd, dat staat voor de geplande individuele bijdrage aan de vorming van de totale maatschappelijke productie. We benadrukken de noodzaak tot verder onderzoek naar kwesties met betrekking tot het loonbeleid van de Sovjet-Unie en de andere landen van Oost- en Centraal-Europa.

Het startpunt van de socialistische opbouw is de onmiddellijke vermaatschappelijking van de geconcentreerde productiemiddelen. Als we dit vertalen naar de huidige omvang en dimensies van de kapitalistische economie dan heeft dit betrekking op productiemiddelen van de strategische sectoren, die door het kapitalisme zelf zijn geconcentreerd in bedrijven met enorme voorraden en in monopolies. De Nieuwe Economische Politiek (NEP) wordt tegenwoordig gebruikt om de enorme concessies die worden gedaan aan de kapitalistische verhoudingen te rechtvaardigen, zoals in China, waar die verhoudingen nu domineren, en in de USSR in de late jaren tachtig van de vorige eeuw.

Wij denken dat de NEP een specifieke bijzonderheid was in de Sovjet-Unie van na de burgeroorlog en de buitenlandse interventie. Lenin beschouwde de NEP als een aanpak met een korte termijn karakter, als een noodzaak voor de overgang van oorlogscommunisme als gevolg van de imperialistische interventie en de burgeroorlog. Het vooruitzicht van de afschaffing van de NEP in de nabije toekomst was voor Lenin een helder uitgangspunt.

Het gaat erom dat de revolutionaire arbeidersmacht moet plannen en handelen, met als doel de uitbuitende relatie tussen loonarbeid en kapitaal te vernietigen. Vanuit dat oogpunt beschouwen wij een langdurige co-existentie van communistische en kapitalistische verhoudingen in de socialistische opbouw als onmogelijk. Zoals de ervaring in de Sovjet-Unie heeft laten zien, zal de vraag 'van wie, voor wie' in de praktijk snel aan de orde komen.

Communistische productie is, zelfs in haar onvolgroeide stadium, direct maatschappelijke productie: de arbeidsdeling vindt niet plaats voor ruil, wordt niet vormgegeven door de markt, en de arbeidsproducten die individueel worden geconsumeerd zijn geen handelswaar.

Waren- en geldverhoudingen houden op te bestaan wanneer de elementen van het oude systeem die deze verhoudingen reproduceren ophouden te bestaan. Dit kan niet spontaan gebeuren, maar wordt bewust gerealiseerd, door de politiek van de arbeidersmacht. Dit betekent dat de dictatuur van het proletariaat een beleid moet hebben voor de uitschakeling van de elementen van de oude maatschappij en voor de integratie van elke individuele arbeid aan de directe maatschappelijke arbeid.

We erkennen het bestaan van waren- en geldverhoudingen in de uitwisseling van producten tussen socialistische en coöperatieve productie. Niettemin moet de socialistische opbouw zich ontwikkelen in de richting van het opheffen van waren- en geldverhoudingen, en dat vereist bepaald beleid. Dit moet gepaard gaan met maatregelen voor de versnelling van het proces van het samenvoegen van kleine vormen van coöperaties tot grotere coöperaties, de ontwikkeling van hogere vormen van coöperaties en hun rijping –vanuit het oogpunt van materiële voorwaarden– en de overgang naar de directe maatschappelijke productie.

We realiseren ons dat in sommige landen, bijvoorbeeld Griekenland, waar relatief bredere lagen van de kleine warenproducenten zijn (bijvoorbeeld in de landbouw), het bondgenootschap met die kleine producenten moet worden veiliggesteld tijdens het proces van de socialistische opbouw. Dit bondgenootschap wordt vormgegeven door middel van productiecoöperaties die worden onderworpen aan de centrale planning, als een overgangsvorm, met als doel de materiële en subjectieve voorwaarden te creëren voor de essentiële deelname van de zelfstandigen aan de direct maatschappelijke productie, om uiteindelijk de volledige vermaatschappelijking van de productiemiddelen te realiseren.

Wij steunen het principe van centrale planning van de economie, de productie, de distributie van arbeidskracht en de distributie van de producten van de socialistische productie. Wij zijn van mening dat we vandaag de dag moeten onderzoeken hoe de communistische partij in elke fase de tijdige en volledige benutting van wetenschappelijke, technische verworvenheden in de centrale planning kan garanderen, om zo, als een product van de subjectieve factor, de socialistische wetmatigheden uit te drukken. Zo kan de centrale planning effectief functioneren voor het realiseren van de doelen van de uitgebreide socialistische productie en distributie.

Vanuit dat oogpunt beschouwen wij de politieke keuze die overheerste na het 20e Congres van de CPSU, en in het bijzonder na 1965, als een misvatting. Op basis van die keuze werden mechanismen en wetten van de markt gebruikt voor de correctie van fouten en het overwinnen van tekortkomingen in de centrale planning (bijvoorbeeld bedrijfswinsten, instellen van bedrijfszelfmanagement etc.).

Het belang van de arbeidersmacht

De macht wordt in het socialisme gevormd door de revolutionaire dictatuur van de arbeidersklasse, die een voorwaarde is voor de transformatie van de maatschappelijke verhoudingen, bovenal van de productieverhoudingen, en ook van de bovenbouw. Anders dan wordt beweerd in de propaganda van de bourgeoisie en kleinburgerij, vormt de dictatuur van het proletariaat een staat waarin het mogelijk is dat de proletarische massa's niet worden gemarginaliseerd, in tegenstelling tot een staat met burgerlijk parlementarisme. Maar de partij moet in de praktijk haar revolutionaire, leidinggevende rol bevestigen en het vermogen hebben om arbeidersmassa’s aan te trekken om deel te nemen aan de organen van staatsmacht, die functioneren in elke productie-eenheid, sociale dienst enzovoort. In deze organen, met ondersteuning van de betreffende partijorganisaties, leert de arbeidersklasse hoe zij de drie functies van macht kunnen uitoefenen: besluiten nemen, uitvoeren en controleren. Een andere bijzondere opgave voor de arbeidersmacht is het engageren van de niet-proletarische en de half-proletarische lagen van de bevolking voor het vooruitzicht van het socialisme. Dat vereist ook het bestaan van specifieke organen waarin bijvoorbeeld de coöperatieve boeren en zelfstandigen deelnemen.

In de tegenaanval

De resolutie van ons 18e Congres over het socialisme markeerde een overgang naar ideologische en politieke tegenaanval. Het onderzoek naar de socialistische opbouw heeft ons geholpen om ons beeld van het socialisme te verrijken, dat we hadden uitgewerkt tijdens ons 15e Congres in 1996. Ons nieuwe document over socialisme helpt ons niet alleen om te reageren op onze klassenvijand. Dat is een belangrijk aspect maar was niet ons enige doel. We hebben het collectieve bewustzijn van de partij verhelderd over wat socialistische opbouw is, over hoe de problemen van vermaatschappelijking, sociale gelaagdheid en de verscherpende klassenstrijd worden opgelost. Over wat er gebeurt met waren- en geldverhoudingen, met planning en met arbeiderscontrole. Met deze inzichten kunnen we vandaag de dag ons vermogen verbeteren om onze tactieken te verbinden aan onze strategie, om ons alternatief te propageren onder de mensen, een alternatief dat is gerelateerd aan het machtsvraagstuk.

We moeten de verworvenheden duidelijk laten zien die zijn bereikt onder het socialisme, ondanks de fouten en vergissingen, maar ook objectieve obstakels als gevolg van de negatieve internationale machtsverhoudingen. Die verworvenheden waren ongekend en ongeëvenaard ten opzichte van de verworvenheden van de werkende klasse onder het kapitalisme. Door dat te laten zien, leggen we niet alleen de laster bloot, maar we bewijzen ook dat er mogelijkheden bestaan om de problemen van de arbeiders en de volkeren op te lossen, dat er een oplossing en een ander perspectief is. We geven daarmee inhoud aan onze strijd tegen de burgerlijke ideologie, tegen reformisme en tegen opportunisme.

Het internationaal opportunisme heeft zich in Europa gehergroepeerd in de Partij van Europees Links (PEL), gebruikmakend van de overwinning van de contrarevolutie en de teleurstelling en de verwarring die daarop volgde. Op andere continenten, bijvoorbeeld Noord-Amerika, probeert het opportunisme de sociaaldemocratische opvatting van het socialisme te promoten en radicale partijen en bewegingen die een bewustwordingsproces doormaken te misleiden.

In dat kader beschouwen we de zelfbenoemde ‘5e Internationale’ als een centrum voor de reproductie en verspreiding van utopische en opportunistische concepten zoals dat van het ‘socialisme van de 21e eeuw’. Het is een hefboom voor het opgeven van de communistische identiteit. Temeer daar ze wordt geleid door regeringskrachten, krachten die werkten aan de ontbinding van communistische partijen, maar ook sociaaldemocratische en trotskistische krachten.

De Griekse communisten, die een ervaring hebben opgebouwd van 92 jaar voortdurende strijd, hebben niet het recht om te vergeten dat de bourgeoisie steun geeft aan iedere ideologische en politieke afwijking van de principes en wetmatigheden van de revolutionaire beweging, van de theorie van het wetenschappelijk socialisme. De aanval van de bourgeoisie richt zich op het vraagstuk van de 'socialistische democratie' en is in het bijzonder intolerant met betrekking tot de periode waarin de socialistische basis van de USSR werd gebouwd, omdat die periode de overwinning van het socialisme bepaalde.

In de resolutie van ons 18e Congres benadrukken we dat wij "de zaken onderzoeken op een kritische en zelfkritische manier, om op die manier de KKE sterker te maken, als onderdeel van de internationale communistische beweging. Sterker voor de strijd voor de omverwerping van het kapitalisme en voor de opbouw van het socialisme. We bestuderen en beoordelen het verloop van de socialistische opbouw op een zelfkritische manier, dat wil zeggen in het volle bewustzijn dat onze zwakheden, theoretische tekortkomingen en verkeerde evaluaties ook deels oorzaak waren van het probleem."

We gaan door met de verdere bestudering en de verrijking van de opvatting van het socialisme in ons partijprogramma, op collectieve wijze, ons bewust van de moeilijkheden en tekortkomingen en met een klassenvastberadenheid. We gaan ervan uit dat de toekomstige historische studie door onze partij en de internationale communistische beweging zeker nog meer zal verhelderen over de ervaringen van de USSR en de andere socialistische landen. Daarbij moeten sommige van onze onderzoeken worden aangevuld, verbeterd of verdiept. Tenslotte is de ontwikkeling van de theorie van het socialisme-communisme is een noodzakelijkheid, een levend proces, een uitdaging voor zowel onze partij als de internationale communistische beweging, nu maar ook in de toekomst.


Aleka Papariga was indertijd algemeen secretaris van het Centraal Comité van de Communistische Partij van Griekenland (KKE).

Bron: International Communist Review, 2011, vertaling J. Bernaven, met aanpassingen en tussenkopjes van de redactie.

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!