Enige weken geleden kreeg ik een boek van iemand te leen. Het boek heet: De druiven der gramschap. Schrijver: John Steinbeck. Een schrijver uit de Verenigde Staten van Amerika. Er is iets met mij. Heel veel moeite heb ik ermee hem ‘een Amerikaanse schrijver’ te noemen. Immers ook een Braziliaan, een Canadees of iemand uit Costa-Rica is een Amerikaan. Een land kan zich niet cultureel het hele continent waarin het ligt toe-eigenen. Maar dat terzijde. Het boek is in 1939 uitgegeven en heeft 604 bladzijden. Zo’n pil lees je dus niet in een avond uit. Elk moment dat ik even op de bank lag om bij te komen, las ik er even in.
Het boek heeft indruk op mij gemaakt. Duizenden en duizenden kleine boeren werden zonder pardon van hun land verdreven door de mechanisatie van de landbouw. De beschikbare tractoren en andere machines werden niet aan deze boeren ter beschikking gesteld, maar ingezet door de kapitaalkrachtigen en hun banken. Pamfletten werden verspreid met de oproep om naar het Westen te gaan, naar Californië, waar werk genoeg voor ze was tijdens het oogsten. De kapitalisten daar, zo bleek, riepen zoveel mogelijk mensen op - heel veel meer dan ze nodig hadden. Hoe groter het arbeidsaanbod des te lager de lonen.
Een citaat mag duidelijk maken wat daarvan ook de gevolgen waren: “In het westen heerste paniek toen het aantal migranten op de wegen steeds toenam. Eigenaars waren doodsbenauwd voor hun bezit. Mensen die nooit honger gekend hadden, zagen de ogen van de hongerigen. Mensen die nooit bijzonder sterk naar iets verlangd hadden, zagen de felle begeerte in de ogen van de migranten. En de mensen in de steden en op het welvarende land van de voorsteden kwamen bijeen om zich te verdedigen; en ze overtuigden zichzelf ervan dat zij goed waren en de indringers slecht, zoals een mens moet doen voor hij gaat vechten.(…)” De indringers, dat waren al die kleine boeren die op de vlucht voor de honger waren. Op oude karren, op oude gammele vrachtwagens werd alles vervoerd. Drie generaties, van kinderen tot oude mensen, wat huisraad, wat mondvoorraad en wat materiaal waar een provisorische tent van gemaakt kon worden, dat alles ging mee om het ‘beloofde land’- duizenden kilometers verderop - te kunnen bereiken. Oude mensen stierven onderweg en werden maar ergens begraven.
Wat een ellende, wat een doorzettingsvermogen ook. Overnachten langs de kant van de weg. Tenminste als je niet door de politie werd weggestuurd. Weg nachtrust! En dan het beloofde land! De ergste uitbuiting. Te erg om te kunnen beschrijven. Mensen die daar al langer waren bespraken hoe ze niet ieder voor zich, maar met elkaar konden optreden tegen de ernstige uitbuiting. Hele gezinnen waren een lange dag aan het werk op het land en verdienden net genoeg om niet van de honger om te komen. Soms werd er gestaakt om te voorkomen dat er nog minder uitbetaald zou worden. Stakers waren echter niet veilig voor de gewapende politie en haar handlangers. Dat er stakers werden doodgeschoten of met een knuppel doodgeslagen was geen uitzondering.
Wat in het boek opvalt is dat beschreven wordt dat zo gauw werkzoekenden aan werkende arbeiders over tegenstand bieden spraken men heel voorzichtig en angstig werd. Degene die zich afvroeg hoe men zich tegen de uitbuiters kon verzetten, werd een ‘rooie’ genoemd. “Communist’ was wel zo’n beetje het ergste van het ergste. Ieder die teveel liet blijken voor de medemens op te komen, werd door de politie - de gewapende handlangers van de grootgrondbezitters - een rooie of communist genoemd. Denk ook aan deze tijd, waarin landen die, zelfs via verkiezingen, een regering krijgen die probeert mensen uit de armoede te helpen, schurkenstaten worden genoemd en de regeringsleider een schurk. Als mensen die het goede met de arme en uitgebuite bevolking voorhebben al communist genoemd worden, dan is dat geen scheldwoord, maar een geuzennaam.
In het boek lezen we dat de arme drommels, op de vlucht voor armoede, proberen de weggegooide aardappels en sinaasappels te bemachtigen, maar hoe dan de bewakers dit verhinderen. Voedsel, dat voor de kapitalisten een te lage prijs oplevert wordt onder de ogen van de hongerlijdende mensen vernietigd. Kapitalisme in zijn meest naakte vorm! Het hoofdstuk waarin dit beschreven wordt eindigt met: “In de ziel van de mensen zwellen de druiven der gramschap en worden rijp, worden rijp voor de wijnoogst”. Een prachtige literaire manier om er de onvermijdelijkheid van de omwenteling mee uit te drukken....
Zo’n tachtig jaar later. Grote woningnood in Nederland en in de ons omringende landen. De tenten van mensen zonder woning, die in een stad als Berlijn langs de straatkant staan, zijn vast van een betere kwaliteit dan die van de gedwongen landverhuizers uit het boek. Vele jaren later. Zoveel ruimtereizen, zoveel technologische vernieuwing, zoveel ‘vredesmissies’ later. Een volkshuisvestingscrisis. Ook als communistische volksvertegenwoordigers worden wij daarmee geconfronteerd. Mensen moesten binnen zes weken uit de aan hen tijdelijk verhuurde woningen omdat ze gesloopt gingen worden. Zij kwamen terecht bij familie, tijdelijk in recreatiewoningen of werden overgeleverd aan de vrijemarktsector met zijn zeer hoge huren. Brandbrieven en noodkreten van inwoners - slachtoffers van het volkshuisvestingsschandaal - bereiken ons. Zeker, er wordt gebouwd. Tweede woningen, kapitale recreatie-onderkomens. Het ene na het andere plan wordt bij de gemeente ingediend.
Het aantal miljonairs en miljardairs stijgt. Een recent onderzoek wees uit dat ongeveer de helft van de Nederlandse huishoudens grote moeite heeft om maandelijks rond te komen. “Helft huishoudens zwak met geld’, de kop boven een artikel in de krant die voor mij ligt. Niet rond kunnen komen is dus zwakte van de mensen. Zo kunnen de miljardairs rustig blijven slapen. Want de huishoudens, zo lees ik, zijn ‘financieel ongezond’. De politici die het voor het zeggen hebben en een deel van de intellectuelen zijn altijd heel goed in het gebruiken van eufemismen. Wellicht krijgen we straks het woord ‘woonarmoede’ ter afdekking van het huidige woonschandaal...
Terug naar het boek. Terug naar het land der onbegrensde mogelijkheden, het land van de ultieme vrijheid, het kapitalistische voorbeeldland. Toen en nu kan en kon het niet de bedoeling zijn dat de superrijken - de uitbuiters met alle hun ten dienste staande middelen - rustig kunnen blijven slapen. Ooit zal de wijnoogst binnengehaald worden. Echter, geen illusies. Geen illusies over de vele uitgesproken en opgeschreven mooie woorden die de ware aard van het systeem moeten verhullen. Over illusies gesproken. Wat las ik in een tijdschrift over koken? “Dat koken met goede producten een revolutionaire daad kan zijn, dat eten de wereld kan veranderen”. Quote 500, slaap zacht...
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!