Thuis zijn wij aan het opruimen, met hulp uiteraard. Zoals dat gaat verzamel je met de jaren heel veel van alles. En bij dat alles nemen het aantal boeken en andere het lezen waard zijnde zaken een belangrijke plaats in. En dan is het moeilijk zoeken naar net dat ene boek dat je graag opnieuw wilt lezen. En omdat ik het nog niet heb kunnen vinden moet ik een passage eruit, althans de strekking ervan, hier vanuit herinnering weergeven. Het gaat om de uitgave ‘Eenheid tegen het fascisme’ van Georgi Dimitrov. Deze Bulgaarse communist was in de jaren dertig van de twintigste eeuw in Berlijn, als gezant van het Internationaal Communistisch Bureau, gezeteld in Moskou als ik het juist heb. In het boek beschreef hij een bijeenkomst in de periode van de opkomst van het nazi-regime. Het was een politiek zeer roerige tijd. De passage gaat over die bijeenkomst, waar felle discussies plaatsvonden. Een communist sprak daar, meen ik, over het officiële standpunt van het uitvoerend comité van de internationale communistische beweging, terwijl een spreker namens de NSDAP (de nazi-partij) de mensen toesprak en schande sprak over de toestand waarin de arbeidersbevolking toen verkeerde. Dimitrov gebruikte dit voorbeeld als een gevaarlijk fenomeen in de strijd tegen het fascisme.
Deze passage, waarvan ik de politieke strekking zo goed mogelijk heb proberen weer te geven, is de laatste jaren vaker in mijn gedachten geweest. En dan steeds als ik Wilders van de PVV als tegenstander van het Rutte-bewind dingen hoorde zeggen die een communist of linkse socialist ook had kunnen zeggen. Maar communisten hebben niet het platform dat nogal wat sociaaldemocraten en anderen die zich ter linkerzijde denken te bevinden wel hebben. In de verkiezingscampagne deed vrijwel iedereen zijn uiterste best een armoedebestrijder te zijn, waardoor de woorden van een partij als de SP - die toch in dit vraagstuk wel enig recht van spreken had - ondergedompeld werden in een algemene bezorgdheid voor ‘de minderbedeelden’. En dan komt opeens de verkiezingsuitslag en wordt die passage uit ‘Eenheid tegen het fascisme’ opeens actueel.
Terwijl ik dit opschrijf word ik gebeld door een zeer invalide man uit een andere gemeente; zijn koffiezetapparaat is stuk, hij kan zonder hulp geen boodschappen doen - hij is ook blind. Niet lang daarna gaat de telefoon weer over. Deze keer een mevrouw die het had over een speciaal programma dat door BNN/VARA zal worden uitgezonden. Een bekende presentator - vooral bekend als leider van een quiz - had het idee geopperd mij daarin mee te laten doen. Waarom? Omdat ik de laatste communist van Nederland zou zijn. Uiteraard moest ik weigeren, niet alleen om mijn gezondheid die wel wat te wensen overlaat, maar vooral omdat ik niet de laatste communist ben, en onze partij de laatste jaren gegroeid is met jonge mensen.
Terug naar de orde van de dag. Allerlei soorten geleerde mensen breken zich het hoofd over de spectaculaire verkiezingswinst van de PVV. Waar al die stemmen vandaan komen en wat de beweegredenen van al die stemmers zijn. Echter, het gaat niet alleen over de momentopname van deze verkiezingen. Het moet ook gaan over een ontwikkeling die al jaren geleden is ingezet. De PVV als rechtse afsplitsing van de ook rechtse VVD had zich al snel ontwikkeld tot een blijvertje die met elke verkiezing een behoorlijk aantal zetels in de wacht sleepte. En inmiddels waren er nog meer partijen bij gekomen zoals FvD en Ja21, die eveneens van hun afkeer van migranten en vluchtelingen laten blijken. En de overige politieke partijen en het grootste deel van de journalistiek hebben dit fenomeen inmiddels geaccepteerd als onderdeel van het democratisch stelsel. Uiteraard zijn al die andere fatsoenlijke partijen tegen uitsluiting van bevolkingsgroepen en voor verbinding - en ja, wie niet? Maar de hand in eigen boezem steken door zich uit te spreken tegen het belang van het grootkapitaal is er niet bij, waardoor Wilders&Co de valse sociale kaart kunnen spelen. Het punt is dat de meeste politieke partijen, en dan vooral de zichzelf links noemende partijen, heel veel gewone mensen naar de PVV hebben gedreven. Men heeft rechts gestemd omdat ‘links’ hen in de steek heeft gelaten.
Het huidige links wordt door massa’s arbeiders en kleine zelfstandigen gezien als vooral opkomend tegen discriminatie op basis van huidskleur, etnische achtergrond, seksuele oriëntatie en gender, en voor maatregelen in verband met klimaatverandering. Deze toch lovenswaardige standpunten worden door veel mensen beoordeeld in relatie tot de eigen problemen op sociaal-economisch terrein. Zij lezen en horen de hele dag over minderheden die het moeilijk hebben terwijl zij zelf in het hele verhaal niet voorkomen. Wie de discussies de afgelopen tijd gevolgd heeft moet wel haast denken dat het Nederlandse proletariaat nog slechts uit politieagenten en leraren bestaat…
Een na de verkiezingen gehouden onderzoek naar de uitslagen van stembureaus in stedelijke gebieden wijst uit dat in welvarende wijken de uitslagen voor ‘progressieve en linkse’ partijen hoog zijn, en dat de uitslagen voor de PVV nu juist in de armere wijken hoog zijn. Volgens de krant waarin ik dit lees is deze tendens al langer in veel Europese landen zichtbaar. Nu moet ik opeens denken aan een vakbondsman en wat die zo’n vijfentwintig jaar geleden tegen mij zei. Deze man was sociaal-democraat in hart en nieren en zal bij gemeenteraadsverkiezingen weleens op de Communistische Partij hebben gestemd. Hij had het over zijn vakbondsblad van de ABVA-KABO (FNV), waarin volgens hem bijna niets meer stond over zijn soort mensen - hij werkte bij de postbode - maar alles over vrouwen en etnische minderheden. Ik weet het, het kost een communist wel enige moeite om de gevolgen van zo’n ontboezeming te doorgronden en dat zeker als je gaat beseffen dat deze toch oprechte man voor heel veel meer staat.
Meer dan ooit voelde je toen het gebrek aan een communistische partij die in staat is de bevolking - en dan vooral de arbeidersbevolking - te bereiken. De laatste verkiezingscampagne ging ook veel over de kloof in ons land. De kloof en dat ‘wij tegen zij’ moest doorbroken worden… Al deze partijen maakten zich zorgen over de kloof tussen ‘arm en rijk’, wat er in feite op neer kwam op het streven naar het vreedzaam en zonder polarisatie samenleven tussen kapitaal en arbeid. Zie hier een van de belangrijkste taken van onze NCPN. Communisten verdedigen als de beste het levenspeil van de arbeidersklasse tegen de kapitalistische klasse en de aan haar horige politieke partijen. Het opkomen voor alle minderheden die onder dit stelsel te lijden hebben is daar een logisch gevolg van. Wij zetten al die ‘gewone’ mensen die uit politieke armoede op de partij van Wilders hebben gestemd niet weg, zoals we de mensen met een andere achtergrond niet wegzetten. En dat laatste is bovendien een vorm van beschaving. Zo zal ik nog vaak aan Dimitrov’s boek terug denken. Ik zal toch nog eens zoeken…
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!