Voor iedereen die ooit wel eens in een magazijn, in de veehouderij of bij de tuinteelt heeft gewerkt is het reeds allang bekend: in Nederland werken veel Oost-Europese arbeidsmigranten die vaak onder slechte omstandigheden fysiek zwaar werk doen. Van de Nederlandse arbeidersklasse zijn deze arbeidsmigranten misschien wel de groep die er in algemene zin er het slechtste voorstaan. Er wordt dan ook steeds vaker óver arbeidsmigranten gesproken. Als het dan over ze gaat, is het dan ook nog vaak negatief. Als je de berichten in De Telegraaf leest1, dan zou je haast denken dat ze het er zelf naar hebben gemaakt!
Bijna nooit wanneer het over arbeidsmigranten gaat, zijn zij zelf degenen die hun situatie, de oorzaak en de oplossing ervan analyseren. Ook binnen de FNV is het actief organiseren van arbeidsmigranten duidelijk geen prioriteit. Terwijl, als je in een van de vele bedrijven waar arbeidsmigranten werken een staking wilt organiseren, je toch echt ook de arbeidsmigranten nodig hebt. Daarom is het van groot belang voor de werkende klasse van Nederland als geheel, dat de arbeidsmigranten zelf ook betrokken worden. Om hier een voorbeeld aan te geven, heb ik een poosje terug zélf een interview gedaan met een Hongaarse arbeidsmigrant, voor zijn eigen veiligheid geven we hem de naam Viktor.
Viktor komt uit Hongarije en werkt in een bloemenmagazijn. Hij is naar Nederland gekomen omdat in Hongarije zelf de salarissen haast onleefbaar zijn. In Nederland krijgt hij het minimumloon, maar daar is hij niet ontevreden mee. “Mijn zus die nog in Hongarije woont heeft meerdere banen, maar toch verdien ik in één week waarvoor zij meer dan een maand moet werken. Ik werk dus minder uren, maar verdien vele malen meer.”
Het salaris is dan ook niet per se het grootste probleem volgens Viktor. Het werkelijke probleem zit hem in de specifieke constructie met hoe arbeidsmigranten aan werk komen, waardoor zij eigenlijk een soort wegwerp-arbeiders worden. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, staan de arbeidsmigranten meestal niet in direct contract met het bedrijf waar ze werken, maar worden ze ingehuurd via een uitzendbureau. Er zijn maar enkele uitzendbureaus actief in Nederland die de grote contracten op inzet van arbeidsmigranten in handen hebben. Zij hebben dus haast een monopolie op arbeidskrachten die op dit moment hard nodig zijn in de Nederlandse industrie. Dat geeft ze volgens Viktor een zeer goede onderhandelingspositie tegenover zowel bedrijven die van ze huren als ook de arbeidsmigranten zelf.
Het is hierin natuurlijk erg belangrijk om onderscheid te maken tussen de verschillende situaties. Grote bedrijven kunnen natuurlijk voordeligere en langdurige contracten halen bij uitzendbureaus waardoor deze ook zelf heel actief meedoen in de extra uitbuiting, terwijl bij kleine bedrijven arbeidsmigranten vaak zelfs duurder zijn dan normale arbeiders door de sterke positie van de uitzendbureaus. Voor arbeidsmigranten die bij kleinere bedrijven werken, betekent dit dat deze in nog hogere mate afhankelijk zijn van hun uitzendbureau voor hun voorzieningen en een zeer onregelmatige werkplek.
“Als je naar Nederland komt weet je niets, je tekent een contract met je uitzendbureau en zij leveren jou aan een bedrijf af. Al je rechten staan in een contract met je uitzendbureau en zij zijn jouw enige contact als je vragen hebt. Zij zorgen voor een slaapplek, betalen je uit en als je ziek bent moet je je bij hun afmelden.”
Deze uitzendbureaus kunnen dus vies gebruik maken van hun positie. Dit zorgt er ook voor dat alle informatievoorziening voor de arbeidsmigranten via het uitzendbureau gaat. Hierdoor is de arbeidsmigrant niet alleen voor werk, maar überhaupt voor leven in Nederland afhankelijk van het uitzendbureau. Dit zorgt ervoor dat de arbeidsmigranten altijd in grote onzekerheid leven.
“Het grootste probleem waar je als arbeidsmigrant mee zit is de constante onzekerheid. In je contract staat niets over een vaste werkgever, dus wanneer het uitzendbureau daar zin in heeft kun je op ieder moment geen werk meer hebben, zonder dat jij wordt ingelicht. Wij worden elke dag pas ’s avonds laat door het uitzendbureau ingelicht hoe laat we morgen moeten werken, hoelang we werken en of we morgen überhaupt werken. Er zijn ook geen maximum- of minimum uren per week, we kunnen beginnen om zes uur ‘s ochtends en eindigen om acht uur ’s avonds.”
Dit zijn volgens Viktor praktijken waarvan de meeste arbeidsmigranten door gebrek aan kennis nog denken dat ze legaal zijn, maar zelfs als arbeidsmigranten weten dat wat er gebeurt niet de bedoeling is, kunnen ze in hun eentje niets. Neem bijvoorbeeld het ziekmelden voor werk: “Het bedrijf manipuleert je en zegt dat je alsnog moet komen werken. Als het dan toch lukt om ziek thuis te blijven moet je meermaals per dag contact opnemen met het uitzendbureau. Als je om 6 uur in de ochtend zou moeten werken, moet je elke dag dat je ziek bent om 5 uur ’s ochtends jezelf ziek melden. Wat er gebeurt als je dat niet doet krijg je niet te horen, maar je vreest dan natuurlijk het ergste.”
Dan begin je je toch af te vragen, waarom er nog geen massale opstand van arbeidsmigranten geweest is. Daarvoor heeft het uitzendbureau van Viktor een ander obstakel: ze zorgen voor zo min mogelijk contact tussen de arbeidsmigranten onderling.
“Ik heb in mijn werktijd nog nooit verzet van de arbeiders meegemaakt. Wij wisselen constant van baan en leven in constante onzekerheid; dit zorgt ervoor dat je geen vaste collega’s hebt die je kunt organiseren. Daarnaast heb je telkens een nieuwe leidinggevende en is het contact met je uitzendbureau altijd individueel en via internet. Wij spreken allemaal een andere taal: ik Hongaars, maar ik moet soms dingen uitleggen aan Polen, Bulgaren of Portugezen. Ik spreek die taal niet dus communicatie gaat vaak via handgebaren en een paar Engelse woordjes. Onder een aantal collega’s heerst zelfs het vermoeden dat de uitzendbureaus collega’s elkaar laat verraden. Er heerst een groot wantrouwen en een grote angst onder elkaar om veel te spreken over de misstanden.”
Voor de bovenstaande problemen zou de FNV een perfecte oplossing zijn. Zij hebben de capaciteit en de middelen om een goede contactservice op te bouwen en zijn betrouwbaar genoeg om niet informatie door te lekken naar de uitzendbureaus. Als de arbeidsmigranten eenmaal onderling verenigd zijn, kunnen ze ook daadwerkelijk verandering eisen. De FNV zou dan ook volgens Viktor zeer populair zijn onder gastarbeiders, als deze wisten dat het bestaat tenminste…
“Ik weet toevallig van de FNV af omdat ik mij al langer interesseerde in vakbondswerk en dus zelf online op informatie zocht, maar niemand anders die ik ken weet er ook maar iets vanaf. Wij arbeidsmigranten hebben nooit van de FNV gehoord, in ons werkleven bestaat er geen vakbond.”
Dit alles komt volgens Viktor omdat de structuur van de FNV het heel ontoegankelijk maakt. Het is een vakbond die momenteel er vooral voor haar eigen leden is en buiten CAO onderhandelingen treden ze eigenlijk überhaupt heel weinig buiten hun basis. Met arbeidsmigranten is dan ook nog het probleem dat zij vaak een taalbarrière hebben en erg wantrouwend zijn wegens de grote onzekerheid. Om de arbeidersmigranten te organiseren, moet er vanuit de FNV initiatief komen om een netwerk op te bouwen, en dit moet worden gebruikt om concrete eisen te stellen die de grootste problemen van arbeidsmigranten aanpakken. Als de FNV daar stappen in zou maken, zou dat dé oplossing kunnen zijn van veel van de meest schrijnende problemen waar de arbeidsmigranten mee zitten.
“Als eerste moet er een contactennetwerk worden opgebouwd waarbij arbeidsmigranten veilig en anoniem contact kunnen hebben met de FNV waarbij ze hun vragen en problemen kwijt kunnen. Dan is er geen angst meer dat je in acties alleen staat, dan heb je zekerheid dat er mensen achter je staan. Als er dan bijvoorbeeld een staking komt, zullen meer mensen meedoen. Als de FNV openbaar eist wat alle arbeidsmigranten zelf wel denken maar niet durven te zeggen, en op basis hiervan concrete eisen stelt, zullen de arbeidsmigranten zich massaal aansluiten. Eisen als een vaste baan met vaste uren, een direct contract met de werkgever en een goede ziekteregeling zullen ongetwijfeld populair zijn. De FNV is groot genoeg, en er is echt wel wil onder de arbeiders om iets te doen, er moet nu alleen nog actie ondernomen worden.”
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!