Op 22 juli publiceerde stichting Palestijnse Gemeenschap Nederland (PGNL) een oproep: ‘Sta op tegen de uithongering van Gaza! Op donderdag 24 juli om 18:00 roepen we iedereen op deel te nemen aan een landelijke dag van acties: Sit-ins op stations, in solidariteit met de bevolking van Gaza die systematisch wordt uitgehongerd.’1 Deze oproep werd beantwoord door actiegroepen en gewone mensen door heel Nederland. Binnen 48 uur werden op meer dan 32 plaatsen demonstraties georganiseerd waar vele duizenden mensen op af kwamen. Een week later werd dit herhaald op meer dan 40 locaties, met nog grotere opkomsten.
Nooit eerder werd er in Nederland op zo veel verschillende plekken tegelijk geprotesteerd voor Palestina. Bij eerdere landelijke actiedagen deden alleen steden met een goed georganiseerde lokale solidariteitsbeweging mee. Inmiddels komen mensen ook in actie op plekken waar nog nooit eerder voor Palestina is gedemonstreerd, zoals op Vlieland, in Hengelo en Hardenberg. Er worden nieuwe actiegroepen opgericht en er is op veel plekken een heuse heropleving van de solidariteitsbeweging. Nieuwe mensen staan op om het organisatorische stokje over te nemen.
Ook vorige week donderdag vonden er meer dan 30 protesten plaats, dit keer zonder een directe oproep vanuit PGNL. Deze legde de focus op een centraal protest in Den Haag, waar die dag door door de Tweede Kamer werd gedebatteerd over de “Situatie in Gaza”. Nadat op 10 augustus de Palestijnse journalist Anas Al-Sharif door een Israëlisch bombardement werd vermoord riep PGNL alsnog op voor landelijke stationsprotesten. Gisteren kwamen mensen opnieuw in meer dan 40 plaatsen in actie. Het lijkt erop dat er elke donderdag tientallen stationsprotesten blijven plaatsvinden totdat de uithongering en genocide voorbij zijn!
Waarom juist nu?
De originele oproep vanuit PGNL viel samen met noodkreten uit de Gazastrook, waar onder andere journaliste Bisan Owda opriep tot lawaaiprotesten voor een einde aan de uithongering en blokkade. De situatie in Gaza is namelijk onbeschrijfelijk. Er wordt al lange tijd vrijwel niets door Israël ingelaten, bijna 2 maanden lang zelfs helemaal geen voedsel en andere basisbehoeften. Met als gevolg dat 39 procent van de inwoners dagen achter elkaar niets eten en meer dan een half miljoen mensen leven in wat het Wereldvoedselprogramma beschrijft als ‘hongersnoodachtige omstandigheden’.2 Kortom, Israël gebruikt uithongering als nieuw wapen ter uitvoering van de genocide op het Palestijnse volk.
Sinds eind mei wordt er een kleine hoeveelheid voedsel verstrekt door de Gaza Humanitarian Foundation (GHF), wat in feite een Amerikaans-Israëlische samenwerking is om de etnische zuivering van Gaza te voltooien. Vanuit vier zwaar gemilitariseerde locaties ten zuiden van de Netzarim-corridor, een bezettingszone die Gaza in tweeën splitst, verstrekt GHF enkele minuten per dag voedsel. Mensen worden voor hun overleving gedwongen om dagelijks vele kilometers te lopen en daarna uren te wachten tot het ‘hulppunt’ open gaat – vaak onaangekondigd, soms helemaal niet, en nooit met genoeg voedsel voor iedereen. Tijdens de reis of het wachten opent het Israëlische leger dagelijks het vuur op de hongerige menigten, met volgens het Ministerie van Gezondheid in Gaza zo’n 1500 burgerslachtoffers tot gevolg. De keuze voor locaties is overigens niet toevallig: Israël probeert al langer om de etnische zuivering van Gaza te beginnen in het noorden van de strook.
Nederland: medeplichtig maar bang
“De actievoerders eisen dat de Nederlandse regering onmiddellijk economische sancties aan Israël oplegt, en hiervoor niet wacht op wat de EU gaat doen. Ook eisen ze dat Nederland zo snel mogelijk de Palestijnse staat erkent, en onmiddellijk alle wapenhandel met Israël stopzet, ook als het gaat om goederen voor dubbel gebruik en onderdelen van wapensystemen, zoals de F35-straaljagers die dagelijks bommen afwerpen boven Gaza.” Zo communiceerden de organisaties van stationsprotesten in verscheidene steden, waaronder Utrecht, Zwolle en Enschede, in een gezamenlijk persbericht de eisen voor de stationsprotesten, voorafgaand aan de eerste actiedag.
De burgerlijke democratie ziet het echter niet zitten om de Nederlandse medeplichtigheid aan genocide te beëindigen. Op 23 juli, één dag voor de eerste golf van stationsprotesten, weigerde de Tweede Kamer nog terug te komen van hun zomerreces voor een debat over de hongersnood in Gaza. Enkele dagen na deze acties was er opeens wel een meerderheid in de Kamer. Op 7 augustus debatteerden de leden van de commissie buitenlandse zaken, slechts veertien Kamerleden en de minister, bijna vijf (!) uur lang zonder enig noemenswaardig resultaat. Er wordt geen wapenembargo opgelegd, en Nederland blijft op Palestijnen geteste wapens inkopen – militarisering heeft de prioriteit. Alleen twee Israëlische ministers (die toch niet van plan waren naar Nederland te komen) zijn niet meer welkom in ons land.
Toch maakt het gebeuren in Den Haag duidelijk dat lege woorden niet meer voldoende zijn om de rust te behouden. De staat voelt zich gedwongen om de daad bij het woord te voegen, ondanks de bakken met geld die de Nederlandse burgerij verdient aan de genocide.3 De heersende klasse wordt duidelijk bang van de massale mobilisaties van arbeiders in solidariteit met Palestina, angstig bij het zien van protest in plaatsen waar men daar maar zelden georganiseerd genoeg voor is.
Een voorbeeld van deze draai is dat de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV), na 21 maanden genocide, zowaar een rapport heeft uitgebracht. Hierin wordt gesteld dat de verplichtingen die aan het (door Nederland ondertekende) genocideverdrag vastzitten, uitgevoerd zouden moeten worden. De regering zou zich dus moeten inzetten om genocide te voorkomen of te beëindigen.4
Ook een aantal burgerlijke partijen zien het tij keren en zijn opeens, kort voor de verkiezingen, toch anti-genocide geworden. Zo was Laurens Dassen, lijsttrekker van Volt, aanwezig bij de sit-in op Utrecht Centraal waar hij een campagnefilmje opnam.5 Dit deed hij terwijl Volt, in de Tweede Kamer en nota bene in Utrecht zelf, de afgelopen tijd tégen sancties heeft gestemd.
Toch – of misschien juist daarom – is het bemoedigend om te zien dat werkers door het hele land naar hun stations gaan om solidariteit te uiten met Palestina. Er worden stappen gezet voor het opzetten van een lokaal gewortelde solidariteitsbeweging, in plaatsen waar die nog niet bestaat. De interventie van communisten is hiervoor essentieel. Het is van groot belang dat klasse op de voorgrond van deze solidariteitsbeweging komt te staan. Alleen waar arbeiders zich organiseren kan solidariteit meer dan symbolisch zijn: daar is het een wapen tegen genocide en imperialisme.
- https://www.instagram.com/p/DMaWo_xKufz/
- https://www.wfp.org/news/un-agencies-warn-key-food-and-nutrition-indicators-exceed-famine-thresholds-gaza
- https://www.somo.nl/nl/economische-sancties-noodzakelijk-de-europese-unie-is-de-grootste-investeerder-in-israel/
- https://www.adviescommissievolkenrecht.nl/publicaties/adviezen/2025/08/04/verplichting-derde-staten-voorkomen-genocide
- https://www.instagram.com/p/DMyAcYJKa0e/
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!